o t ka :va a j, - Chris fan a Beniar 0I121&. Werk, dat nog volop in bedrijf is als scheepsreparatiewerkplaats, worden Teenstra en zijn metgezel D.D. Dou- wes door meester smid E.H. Lhoman aan boord gebracht van de 'Zoutman'. Op dit schip, 'door ouderdom voor de zee onbruikbaar en geheel masteloos', woont het werkvolk' 'Een linieschip van 74 stukken bevat voorzeker eene ongemeene ruimte; maar wanneer men 70 huisgezinnen in hetzelve plaatst, kunt gij ligtelijk begrijpen, dat ieder slechts een klein hutje bewonen kan. Ik zoude het getal der aan boord spelende kinderen gerustelijk op meer dan 200 durven begrooten. 'Wij bevonden ons juist na het mid dagmaal van ouden jaarsdag (den 31 December) in deze menagerie van redelijke schepselen, zoodat alle pot jes en pannetjes over de baan waren, hebbende de meeste huismoeders het weinigje huisraad onder handen, om hetzelve schoon te maken, hetwelk eene zoo algemeene volheid over den vloer gaf, dat men er bijna in vastliep, als eene hen in het garen. Daarbij ontwaarde men in den langen gang, die tusschendeks voorbij deze armoe dige hutten liep, eene zoo onzuivere en ongezonde lucht, dat het hier alles behalve aan aangenaam verblijf was: zoodat wij dan ook spoedig besloten, om dezen donkeren gang te verlaten en ons in ruimere lucht te begeven.' Wrede strafmethode Op de valreep Teenstra is getuige van een wrede exercitie, het ravallen. Deze strafmethode zou nog tot 1854 aan boord van marineschepen worden toegepast. 'Den 5 Januarij 1825 zagen wij een deserteur straffen, dien men aan boord van de Zeeland van de ra vallen liet. Verbeeldt u, vriend! Iemand in dit jaarsaizoen, met beide beenen over een stuk hout gebonden, tusschen de 60 en 70 voeten hoog (*19 tot 22 meter) van de groote ra te laten glijden - hoe schrikbarend moet zulk eene onderdompeling niet zijn! - en hoe ook om genade gebeden, komt hier het water niet alleen aan, maar wel degelijk Enkele dagen voor de eerste doorvaart van het marinefregatBellonaen de vrachtvaarder 'Christina Bernardina reisde Teenstra via het Nieuwe Noord-Hollandsche kanaal naar het Nieuwe Diep. Detail uit 'Panorama van het Groot Kanaal'. (NL-HlmNHA_359_005662_K) over de lippen. De arme matroos werd nu, ofschoon geheel van zich zelven en van alles bewusteloos zijnde, op het dek des schips terug gehaald, en nu bond men hem op een stuk geschut vast, en deed hem door twee kwartier meesters met een geducht pak slagen in het leven terug roepen, en de broek weer droog maken; - van welke droog making zijne plunje meer leed, dan van de voorafgaande wasch.' In de loop van de 5e januari besluit kapitein J. Theunissen de haven te verlaten en op de rede van Texels voor anker te gaan. Bij het afscheid nemen van kennissen verneemt Teenstra 'dat men hier aan de Helder ook de nako melingen van de aloude en beroemde van Bredero's vindt, die van het bewasschen der schepelingen en van ander gering handwerk leven. Ook dezen hebben dus de spreuk van Hen drik van Bredero: 'het kan verkeeren, bevestigd.' Op 9 januari vertrekt de 'Abel Tasman' naar Oost-Indië. De missie van Teenstra in Oost-Indië mislukt, in 1826 keert hij terug. Hij ver koopt zijn boerderij met groot verlies. In opdracht van de Nederlandse overheid vertrekt hij in 1828 als landbouwadvi- seur naar Suriname. In 1834 voegt hij zich weer bij vrouw en kinderen. Voor de rest van zijn leven houdt hij zich bezig met het schrijven van boeken. Hij over lijdt in 1864, 69 jaar oud. Bronnen: 'De Vruchten Mijner Werkzaamheden', Marten Douwes Teenstra; 'MD Teenstra', Jessica Melker in 'Ollerommers' van april en mei 2003 en www.ulrum1834.nl. De kielplaats 'Nieuwe Werk' (situatie 1800-1850) met ingetekende ombouw naar fort Westoever. Mogelijk heeft Marten Douwes daarvan iets gezien tijdens zijn rondleiding. (NL-HlmNHA_269_0776_45) 23 Z) cc anJzer <424 F JZ O F /X V.A JV HF T Z.M..TV'era t Bellona ZJcccm &cr 24 'Cc mnlu-n bnHvrjJ irnrtK

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2019 | | pagina 23