'Het logement het Wapen van Haarlem
schijnt minder door het zee- dan het
landvolk bezocht te worden. Rijtuigen
spannen hier en in het posthuis de
Roode Leeuw bij den zomer dikwijls
uit. Het logement het Wapen van Haar
lem staat op eene alleraangenaamste
standplaats in den hoek van den dijk,
van welks kamers men een ruim gezigt
heeft over de zee en de steenglooijingen;
waarop de schuimende golven breken.'
3 Galjootschepen, 2 Smakschepen, 7
Schoeners, 1 Sloep en 1 Hoeker.
Ter inleiding op zijn bezoek aan Wil
lemsoord schrijft Teenstra dat op last
van de Franse keizer ten westen en
zuidwesten van het Nieuwe Diep een
dijk werd aangelegd. 'Napoleon vormde
het plan, om hier eene stad aan te leg
gen, welke reeds afgebakend geweest is,
en naar hem zoude genoemd worden;
zullende hier tevens een maritiem eta-
Logement 'Het wapen van Haarlem aan de kust bij Den Helder (Dirk Langendijk, 1748-1805).
Marten Douwes schrijft dat het logement staat: "...op een aller aangenaamste standplaats
in den hoek van den dijk"Hij weet blijkbaar niet dat het daar ook heel onaangenaam kan
zijn. Tijdens de watersnood van 3 tot 5 februari 1825 (dus kort na zijn vertrek) sloeg het
water bij het logement over de lage dijk en stroomde tot ver in de straten van Den Helder.
Honderd schepen
Het Nieuwe Diep is in 1824 een
belangrijke haven. Teenstra telt tij
dens zijn verblijf ruim honderd sche
pen, waaronder een aantal dat al 14 a
15 weken gereed lig om uit te varen.
In zijn brief geeft hij de volgende
opsomming: 1 Linieschip, de 'Zee
land' (wachtschip), 28 Fregatschepen,
waarvan 4 naar Batavia, 15 naar Suri
name, 1 naar Berbice, 1 naar Deme-
rary, 1 naar Georgetown, 1 naar
Liverpool,1 naar Petersburg, 1 naar
Charlestown, 1 naar Drammen, 1
naar Frederikstad en 1 naar Turkije,
12 Pinkschepen, 21 Brikschepen, 18
Kofschepen, 1 Barkschip, 3 Galjassen,
blissement van den eersten rang wor
den opgerigt. Bijlangs den dijk staat
eene van eiken hout gemaakte schut
ting, of een roosterwerk, waardoor eene
zeer groote uitgebreidheid gronds,
nagenoeg 20 bunders groot, omheind
wordt, Willemsoord genaamd; dit is
hetzelfde plein, alwaar de bedoelde stad
zoude worden aangelegd. Binnen deze
omheining vindt men een Bassin of nat
dok voor 12 linieschepen, een droog
dok (met eene stoommachine), om
dezelve te repareren, alsmede groote
magazijnen en andere Rijksgebouwen.'
Vooral de wijze waarop de stoomma
chine het water uit het droge dok
pompt, imponeert hem. 'Het geheel
dok wordt gemeenlijk in 4 H uur
ledig gepompt. Slechts anderhalve
hoed steenkolen wordt tot de geheele
droogmaking van het dok verstookt.'
In het natte dok ontwaart Teenstra
het nieuw gebouwde fregat 'Bellona',
het eerste marineschip dat in decem
ber 1824 van Amsterdam, met 12
paarden bespannen, langs het Nieuwe
Noord-Hollandsche Kanaal naar Den
Helder werd gebracht. Bij Sint Maar
tensbrug passeerde de 'Bellona' het
koopvaardijfregat 'Christina Bernhar-
dina, a&omstig van Batavia, dat in
tegenovergestelde richting voer.
Armoedige hutten
Bij een rondleiding over het Nieuwe
'Gezicht op Willemsoord aan de Helder circa 1825'. Rechts (1) Marineschutsluis en toegang
tot het 'Groot Noordhollandskanaal', Links daarvan (2) Marine magazijn, verder naar
links (3) het dok en uiterst links bij de Westpoort (4) het stoommachinegebouw. (Noord
Hollands Archief, NL-HlmNHA_359_001519_K)
22