De 'Dorus Rijkers' in oorlogstijd (1939/1940) Jan T. Bremer 'Op 10 december 1939 klonk een zware ontploffing uit de richting Zuiderhaaks en om half elf kwam er een bericht van de kustwacht dat dwars van Callantsoog een schip op een mijn was gelopen. Direct voeren we uit. Hoewel het weer niet slecht genoemd kon wor den was het zicht niet al te best'. Zo begint het verhaal van schipper Coen Bot 'op de drempel van de oor log'. Bij Kaap Hoofd stapte een marineof ficier vanuit een motorsloep aan boord. Voorbij de Zanddijk kwam een watervliegtuig laag overvliegen die aangaf dat de reddingboot noordelijk moest koersen. Na verloop van tijd praaiden ze een militair vaartuig dat vijf schipbreuke lingen aan boord bleek te hebben afoomstig van de Nederlandse kust vaarder 'Immingham' die in het Schulpengat op een mijn was gevaren. Ze namen de vijf schipbreukelingen, die na de ramp in een sloep waren gesprongen over op de reddingboot. Er waren nog twee man aan boord van de 'Immingham' geweest, één dreef op een luik, een andere had een drijver van kurk weten te bemachti gen. Deze twee waren door een water vliegtuig van de Mok (Texel) opgepikt bij Callantsoog en daar aan wal gebracht. Stranding Zweeds stoomschip Op 4 april 1940 strandde het Zweedse stoomschip 'Tom' bij de Keizersbult op de Haaksgronden. Toen de red dingboot kwam voelde de kapitein er niets voor om van boord te gaan. Hij dacht het met wat sleepboothulp nog wel te klaren. 'Wij gingen die nacht met de 'Dorus Rijkers' vlakbij het mij nenveld liggen, zodat zowel de 'Tom als de sleepboot een baken aan ons zou Op 10 december 1939 verzeilde de Nederlandse kustvaarder 'Immingham' dwars van Callantsoog door een navigatiefout in een Nederlands mijnenveld. Vervolgens liep ze op een mijn en zonk. De gehele bemanning werd gered. De vaste kernbemanning van de 'Dorus Rijkers' tijdens de oorlog. Stuurman Piet Bot, schipper Coen Bot en motordrijver Reijer Eelman. hebben, omdat alleen wij daar met vol licht lagen', in Coen Bot's bewoordin gen. Het was geen leuke nacht. Niet alleen slingerde de boot onafgebroken maar zo dichtbij die mijnen Enfin, om zes uur 's morgens, begon de sleep boot te trekken en tegen acht uur kwam de 'Tom' in diep water. Een afmattende reis, dat wel. De eerste reis in oorlogstijd Op 10 mei 1940 was dan tenslotte ook ons land in oorlog geraakt. Het was op de 12e mei, Pinksterzon dag, 's avonds om tien uur dat de schipper van de reddingboot 'Dorus Rijkers' opdracht kreeg uit te varen. Coen Bot besloot met 'de kleine bemanning' uit te gaan, te weten hij zelf als schipper, zijn zoon Piet Bot als stuurman en Reijer Eelman de motor drijver. Dit zou, naar later bleek, ook gedu rende de oorlog de vaste ploeg zijn. Het aantal 'opstappers' of matrozen wisselde nogal. De 'Dorus Rijkers' werd opgedragen (door de marinecommandant) naar de Vlieter te varen naar torpedoboot 'Hr. Ms. G13', die daar lag met gewon den aan boord. Geen aangenaam kar wei in oorlogstijd: 's nachts was het stikdonker, overdag werd je aangeval len door vliegtuigen. Het werd al licht toen de reddingboot de 'G13' bereikte. Er bleek slechts één gewonde te zijn. De reddingboot voer 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2019 | | pagina 14