De Zeekrijgsraad gezien in andere richting. Op de achtergrond de Kazerne en mastenbok
van de Rijkswerf. Het houten plankier op de voorgrond is een kolenlaadsteiger voor de
marineschepen.
Afschaffing doodstraf
Omdat er steeds meer tegenstand kwam
tegen de doodstraf debatteerde de
Tweede Kamer in het voorjaar van 1870
over dit zwaarbeladen onderwerp.
Tegenstanders van afschaffing lieten zich
daarbij duidelijk horen. Zij wezen op de
Bijbel waarin staat dat God overheden
het zwaard in handen heeft gegeven om
de doodstraf aan misdadigers te voltrek
ken. Nadat de Kamerleden vijf dagen
met elkaar gesproken hadden, werd op
20 mei een wetsvoorstel om de doodstraf
af te schaffen in stemming gebracht en
aangenomen met 48 stemmen voor en
30 tegen. Op 17 september ging de Eer
ste Kamer akkoord met 20 stemmen
voor en 18 tegen, een krappe meerder
heid. De regering in ballingschap voerde
in 1943 tijdelijk de doodstraf weer in. Na
de oorlog worden ruim 150 oorlogsmis
dadigers tot de dood veroordeeld op
grond van deze 'Bijzondere Rechtsple
ging', waarvan er ca. 40 zijn terechtge
steld. Kort na de oorlog wordt de dood
straf weer afgeschaft. Binnen het mili
taire strafrecht en het oorlogsrecht bleef
de doodstraf bestaan tot de grondwet in
1983 bepaalde dat deze straf niet meer
opgelegd mocht worden.
Militaire rechtspraak
in de prullenbak
Op 12 december 1990 hees een
Nederland oorlogsschip voor de laat
ste maal de vlag "Justitia". Zeekrijgsra
den hebben in Nederland sinds 1521
bestaan. En omdat die voorgangers
hun werk meestal deden op volle zee,
had de Zeekrijgsraad besloten dat ook
de allerlaatste zitting aan boord van
een oorlogsschip diende plaats te vin
den. De rituele slotzitting - deinend
in het manschappenverblijf van Hr.
Ms. Callenburgh op de rede van Texel
- was voor de nauwst betrokkenen
een moment van weemoedig omzien.
Voortaan hebben marine-officieren
nog slechts een bijrol in de berechting
van delinquente militairen als lid van
de militaire kamer bij de militaire
kamer bij de rechtbank in Arnhem.
Ook de vervolgingsbevoegdheid van
de admiraal was na 1 januari 1991
van de baan.
Vanaf 1 januari 1991 werd de militaire
strafrechtspraak geïntegreerd in het
commune strafrechtsbestel en zijn de
krijgsraden afgeschaft. Aangezien de
militaire strafrechtspraak vóór 1991
in belangrijke mate al was geconcen
treerd in Arnhem werd besloten bij
de rechtbank en het gerechtshof in Arn
hem militaire kamers te vormen en de
berechting door in het militair straf
recht gespecialiseerde rechterlijke
ambtenaren plaats te laten vinden.
De militaire rechtspraak, die voor een
deel stoelde op wetgeving uit het begin
van de 19e eeuw ging dan ook terecht
per 1 januari 1991 de prullenbak in.
1) Het ravallen of "doepen" bestond
uit het, soms met een strop om de
nek als symbool, ophijsen van de
veroordeelde aan de nok van de
ra, die een eind buiten boord uit
steekt, zodat, wanneer het touw
plotseling gevierd wordt, de met
een stuk steen aan zijn voeten
verzwaarde man met een harde
plons in het water valt en onder
blijft. Hij werd net zolang gesopt
tot de schipper meende dat hij z'n
les geleerd had.
2) De op schepen gebruikelijke straf,
waarbij een schepeling ingevolge
gerechtelijk vonnis met een kort stuk
touw op de broek werd gekastijd.
3) De gestrafte werd rechtopstaand
met de handen omhoog aan het
want geboeid. De lendenen wer
den beschermd door een strakge
spannen lap zeil, waarmee het
lichaam tegen een matras werd
gesnoerd. Het aantal slagen van de
strafoefening, dat (althans na
Staatsblad nr. 96 uit 1854) de vijf
tig niet meer te boven ging, werd
over het algemeen toegediend
door twee kwartiermeesters, waar
bij de gehele bemanning stond
aangetreden.
4) Verordeningen voor de Koninklijke
Nederlandsche Zeemacht, deel II.
's-Gravenhage 1906, p. 29-30.
5) Handelingen van den militairen
juristendag te Utrecht. II. Beraad
slagingen. Mouton Co. 's Gra-
venhage, 1919.
6) Algemeen Handelsblad, 15 januari
1914.
7) Voormalig fregat Hr.Ms. "Adolf
Hertog van Nassau".
8) Kooiman, J. en Snijders, C.J.: De
Nederlandsche strijdmacht en hare
mobilisatie in het jaar 1914. Pur-
merend 1915, p. 648.
9) Voorschrift VVKM 9. Voorschrif
ten betreffende kleuren en afmetin
gen van vlaggen, vaandels, etc.,
gevoerd bij De Koninklijke Marine.
(Met dank aan Henk Visser).
26