ter hoogte van het stenen kustwacht torentje van Huisduinen bedoeld). Echter, na de aanleg veroorzaakte het Kijkduinshoofd tijdens de vloed- stroom een onvoorziene draaistroom langs de kust ten noorden van het hoofd, het schuurde een bocht uit van het nabij gelegen eerste hoofdje aan de dijk. Als maatregel werd in augus tus 1751 aan het Kijkduinshoofd, schuin van de kop zeewaarts, een dam gelegd die moest zorgen dat de stroom nog verder uit de kust bleef. Tussen dam en hoofd legde men zink- stukken van gevlochten rijshout dat moest dienen als onder water bescherming tegen de stroming en golfslag. Ondanks deze maatregel holde de sterke stroming nog steeds het strand uit. Dat was de reden dat in 1752 vanaf het Kijkduinshoofd langs de hoogwa- terlijn een stenenglooiing met zink- stukken werd gelegd. Het liep langs het strand in de richting van het zui delijk gelegen hoofd. Het kreeg de naam Kijkduinsglooiing. Niet lang daarna verdween deze glooi ing onder stuivend duinzand. Een enkele keer kwam het onder het zand vandaan. Maar dat was zeldzaam. Op 30 januari 1884 maakte de krant er melding van: "Door de vele stormen veranderde de kust van Huisduinen. Daar waar de oudste bewoners zich niet herinneren ooit iets anders gezien te hebben dan strand is nu een stenen glooiing, even als aan de zeedijk. Een stenen hoofd of zeebreker van welke men haast niet vermoedde dat die bestond is nu geheel zichtbaar en strekt zich uit tot aan de voet der glooiing van het fort Kijkduin. Uit een en ander mag opgemaakt worden dat de toekomst van onze kust niet zonder bezorgdheid is en mogen wij daarom wensen dat de aan dacht der regering erop gevestigd wordt. Tweemalen reeds hebben de bewoners van Huisduinen aan de Minister de toestand medegedeeld". Paal 0 Uit de verslagen van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland blijkt dat sedert het jaar 1843 in de provin cie Noord-Holland door de Water staat jaarlijks nauwkeurige metingen werden gedaan van de breedte van het strand. Op het strand op de lijn van gewoon hoogwater en op regelmatige afstand van elkaar werden palen gezet om tot vast uitgangspunt van de metingen te dienen. Als gevolg hier van staan langs het strand 124 palen. De eerste paal N°0 werd geplaatst bij het Kijkduinshoofd aan Den Helder en de laatste N°124 bij Hoek van Hol land. De metingen lieten zien dat tussen 1843 en 1950 een langzame terugwijken is van de kustlijn. Tot in de vorige eeuw was het strand voor Huisduinen vrij breed en het gebeurde soms bij zeer laag water dat men rondom het Kijkduinshoofd kon wandelen. Bij laagwater had het strand een breedte van 200 meter. Maar dat was in de tijd dat Huisdui nen nog badplaats was, haringtrek kers met hun lange netten visten vanaf de stranden en het voor de kust nog krioelde van de bruinvissen die achter de vette ansjovis jaagde. In zijn boek "O' Die Ouwe Helder" schrijft Cees Schellinger over die jaren: "Daar was het strand. Bij het *Molen- steenhoofd rees het strand uit de zee op, eerst nog heel smal, maar bij eb aardig begaanbaar en voor de vuurto ren toen al heel breed. Een heerlijk vrij, hagelwit, groot strand, zelfs op zomerse zondagen een werkelijk 'stil' strand, want de mensen die in die tijden op die dagen naar het strand gingen, streken voor Huisduinen neer en bleven daar de rest van de dag genieten. De drie weken dat de zomervakantie duurde, gingen we iedere dag naar het strand. Voor de hele dag. We deden niets anders dan pootjebaden, natte kleren hingen te drogen aan de vele paaltjes die je toen op het strand kon vinden. We verveelden ons geen ogenblik. En op zomerse dagen trok de dijk, dan werden er krabben getukt en gesmokt. Dan kwamen de pietermannen en de makrelen langs het Molensteenhoofd en de dijk en later de gepen en de gul en tegen het eind van de zomer de aas paling". *Het Kijkduinshoofd werd ook wel Molensteenhoofd genoemd. Wellicht dat in het verleden een oude molen steen in stukken als versteviging tus sen de basaltblokken is gelegd. Noemenswaardig is dat het Kijkduins- hoofd zeewaarts de richting aangeeft van de plek waar een Huisduinerbuur tje met wat huisjes heeft gelegen, genaamd Lange Buurt. Het lag zo'n 500 meter uit de huidige kust van Huisdui nen en is in de jaren 1650 door de zee verzwolgen. Gelijk met een daar gele gen hoog duin dat als uitkijk diende, en toen Kijkduin werd genoemd. Bronnen Zeshonderd jaar water en land, H. Schoorl (1973). O' Die Ouwe Helder, Cees Schellinger (1981). Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Diverse jaargangen krantenarchief. www.rijkswaterstaat.nl artikel Getij. 16 In die periode werd de glooiing ver sterkt met basalt, de naam Kijkduins glooiing was inmiddels veranderd in Genieglooiing. Later werd het in de volksmond zelf nog bekend als Napo leonsglooiing, maar dat had niets met Napoleon te maken. De officiële naam bleef tot in de jaren 1950 Genieglooi ing. Want toen was de oude glooiing weer even zichtbaar, nu tijdens werk zaamheden. Vervolgens werd het voorgoed bedolven onder het zand van de dijk die in de jaren 1950 in het verlengde van de Helderse Zeewering tussen fort Kijkduin en het Huisdui- nenstrand werd aangelegd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2018 | | pagina 16