a out m,
gannQi
q kAvrn
Het Kijkduinshoofd
Rens Schendelaar
Ritme van eb en vloed
Onder normale weersomstandighe
den is het in ons land twee keer hoog
water en twee keer laagwater per 24
uur en 50 minuten. Dit ontstaat door
de aantrekkingskracht van de maan
op het water. De maan trekt als het
ware aan het water, waardoor het in
de zeeën een bepaalde kant op
beweegt. Omdat de aarde draait is de
plek waar de maan het sterkst aan het
water trekt steeds verschillend. Hier
door ontstaan twee getijgolven die zich
over het aardoppervlak bewegen. Ze
lopen door alle oceanen en aangren
zende zeeën. De getijgolven die de
Nederlandse kust bereiken komen van
uit de Atlantische Oceaan via Het
Kanaal en via de noordelijke ingang van
de Noordzee.
De tijden waarop het hoog- en laagwa-
ter is aan de Nederlandse kust lopen
sterk uiteen. Het getij verschuift in bijna
12 uur van het zuidwesten naar het
noordoosten van Nederland.
Dat betekent dat er per kustplaats een
groot verschil kan zitten tussen de hoog-
en laagwaterstand. In Zeeland is dit
hoogteverschil het grootst. Vanaf daar
neemt het in noordelijke richting gelei
delijk af, tot in de buurt van Den Helder.
Daar zit dus het minste verschil tussen
de waterstanden bij hoog- en laagwater.
Vanaf Den Helder neemt het verschil in
oostelijke richting weer toe. Bij opko
mend water fungeert de zandplaat Noor-
derhaaks (Razende Bol) als buitendelta
voor het aanlopende water uit de Noord
zee richting het Marsdiep. Dit is vanaf de
Dijk zichtbaar aan de hoge golven die in
de branding van de zandplaat uiteen
slaan. In vol tij wordt via het Marsdiep
maar liefst tien miljoen kubieke meter de
Waddenzee ingeperst. Dat wil zeggen 40
procent van het totale Waddenzeewater,
en wel met een snelheid van 3 a 4 kno
pen (circa 6,5 km/u), gemeten een halve
meter onder het wateroppervlak. De
stroomsnelheden nemen nog verder toe
in het Marsdiep. Even ten noordwesten
van Den Helder heeft het Marsdiep een
gemiddelde diepte van 45 meter, de loca
tie is bekend als De Helsdeur.
Zeewering
Eeuwenlang verdedigden de bewoners
van Den Helder en Huisduinen zich
met dijkjes tegen de zee en de stroming.
Vergeleken met de huidige zeewering
waren het eenvoudige lage dijkjes die
De situatie van het Kijkduinshoofd, en de aansluitende Kijkduinsglooiing op de hoogwaterlijn tegen de duinvoet in 1786. Rechts
Huisduinen. Detail van de tekening 'betreffende metingen der stranden en duinen'. (Collectie Rijkswaterstaat, Noord-Hollands
Archief, NL-HlmNHA_269_0309)
14