Hooiberg op boerenerf (bij Hoorn), tekening op papier met pen en penseel. (Collectie
Rijksmuseum Amsterdam, RP-T-1993-30)
welke Dick een uur voor zijn dood
schreef zou moeten vervolgen". Zij
vertelt in deze brief dat ze hun jongen
ontzettend missen, 38 jaar voor hem
gezorgd en nu is alles weg, leeg en
doelloos. Zij ontvingen vele brieven
met innige deelneming en wisten niet
dat zijn kunst op zo'n hoog peil stond.
Ze eindigt deze brief met: "de beste
wensen voor je gezondheid en harte
lijke groet".
Op 15 september 1940 overleed Dick
Ket op 37-jarige leeftijd aan een hart
stilstand.
Onder grote belangstelling is hij te
Bennekom op 20 september ter aarde
besteld. Ket is begraven op de
begraafplaats achter de kerk van Ben-
nekom. Dit familiegraf is door de
gemeente Ede in onderhoud genomen
zodat het niet verdwijnt.
Zijn moeder Juliana Christina Otten,
geboren op 21 juli 1874 in Den Hel
der, overleed op 13 januari 1949 te
Ede. Zijn vader Lippe Ket, geboren op
22 januari 1873 te Smallingerland
stierf op 5 maart 1960 te Ede.
RKB
Het grootste deel van zijn brieven zijn
in het bezit van het RKB, Nederlands
Instituut voor Kunstgeschiedenis.
Ook de brieven aan Géri van der Zee
en een geïllustreerde brie&aart aan
familie van der Zee zijn in het archief.
In 2014 en 2017 zijn brieven en foto's
uit de nalatenschap van Dick Abbenes
geschonken aan het RKB. De ouders
van Dick Ket waren bevriend met de
ouders van Dick Abbenes.
Oeuvre
Dick Ket wordt gezien als één van de
belangrijkste nieuwe realisten
in Nederland. In 1937 kocht het
museum in Arnhem het eerste
werk van Dick Ket, velen zou
den volgen. Met ruim 400 wer
ken heeft museum Arnhem de
grootste collectie van Neder
land. Ook andere musea zijn in
Zelfportret met baret van
Dick Ket (1902-1940), 1933
gedateerd Arnhem. Schilderij
met olieverf op paneel. (Collectie
Gemeentemuseum Arnhem,
IB00035618)
het bezit van werken van Dick Ket,
zoals het Rijksmuseum, Gemeente
museum Den Haag, Centraal
museum Utrecht, Stedelijk museum
Amsterdam, De Fundatie in Zwolle
en Museum More in Gorsel.
Prijzen
In 1932 kreeg Ket de Willink van Col-
len-prijs voor een getekend portret
van de Vader zittend op een stoel met
hoed en cape, (Gemeentemuseum Den
Haag).
In 1935 verleende koningin Wilhel-
mina de schilder de gouden medaille
voor Zelfportret met baret, (Stedelijk
museum Amsterdam).
Bronnen:
Archief Alkmaar: geboorteakte.
Expositie artikel: Heldersche courant
1934.
Brieven: RKD - Nederlands Instituut
voor Kunstgeschiedenis, Den
Haag, Collectie Dick Ket, nummer
toegang 0348.
Foto: Tentoonstelling Museum voor
Moderne Kunsten Arnhem in 2009.
12