heer Wolthuis. Hij leerde mij gedich
ten te waarderen. Enige strofen die ik
mij (uit het hoofd) herinner:
Kan het zijn dat de lier die zo lang niet meer ruiste
Die zo lang tot geen harten in dichtmuziek sprak
Weer opeens vol verrukking en hemellust bruiste
En in galmende stromen het stilzwijgen brak?
hetgeen nogal eens rumoer opleverde
De directie van de school zetelde
ergens op een bovenverdieping in de
Vakschool voor Meisjes aan de Mid
denweg alwaar de directeur G.G. ter
Meer werd bijgestaan door de admi
nistrateur de heer Lastdrager. Een
andere administratieve medewerker
was de heer de Boer die o.a. de klas-
Het gedicht van Isaac da Costa heeft
een verborgen boodschap in zich. Het
is een aansporing aan alle leden van
de Helderse Historische Vereniging
die in vroeger jaren hebben gepubli
ceerd in Levend Verleden en die al
een poosje niets meer van zich heb
ben laten horen, om opnieuw de pen
ter hand te nemen om opnieuw hun
hart uit te storten. En dat hoeft niet
persé in galmende stromen.
Verder met het lerarencorps van de
RHBS. Frans van mejuffrouw Nie-
meier, Geschiedenis van mejuffrouw
Klimp, Meetkunde van de heer van
Soldt, Engels van mejuffrouw Hoog-
erwerf, biologie van de heer Meijs,
Aardrijkskunde van de heer Smith.
Directeur was prof. dr. ir. Loen (hij
woonde in Huisduinen en reed op
een heel klein motorfietsje). Amanu
ensis was de heer Boertjes en de con
ciërge heette Stuivenberg, zijn bij
naam was Ome Piet.
Ambachtschool
Na een verblijf van drie jaar waarin ik
twee klassen heb doorlopen hield ik
het voor gezien en koos ik voor de
Ambachtsschool. Maar daar was niet
gelijk plaats in de studierichting waar
voor ik had gekozen, elektrotechniek.
Gedurende drie maanden werd ik
ingekwartierd bij een klas metaalbe
werkers, waar ik overigens een paar
goede vrienden aan heb over gehou
den. Daarna alsnog elektrotechniek.
Alweer trof ik het niet waar het de
huisvesting van de school betrof. Ver
spreid over heel Den Helder werd er
onderwijs gegeven in de technische
vakken. Een kleine opsomming: Alge
meen vormend onderwijs in de
School 5 (Vondelschool) aan de Parallelweg.
Groen van Prinsteren school in de
Koningstraat (met fietsenstalling in
de Hoogstraat) Bankwerken, elektro-
praktijk, houtbewerken en scheepma
kers in een wonderlijke verzameling
van hokken en schuurtjes in de Hert
zogstraat achter het Lidwina zieken
huis. Enige theorielokalen in de Tuin-
dorpschool met daarnaast praktijklo
kalen voor bankwerken en vuur-en
plaatwerken. In dit laatste lokaal
zwaaide de heer Aberson de scepter
maar ook de voorhamer. Verder
waren er ook nog enige lokalen in
gebruik in de BLO-school in de
Lorentzstraat voor bankwerkers en
schilders. De lichamelijke opvoeding
werd niet verwaarloosd maar we
moesten er wel helemaal voor naar de
Wezenstraat lopen alwaar de heer
Middendorp gymnastiekles gaf in het
gebouw van de roemruchte gymnas
tiekverenigingOefening Kweekt
Kunst, OKK. Leswisselingen gingen
gepaard met tochten van het ene
einde van de stad naar het andere
seboeken verzamelde. Andere leraren
waren: Monster (elektropraktijk} Ore-
lio (bankwerken), Weidema (elektro
en vaktekenen), van Delden(elektro),
van Twigt en Bronder (algemeen vor
mend onderwijs), Schippers, bijge
naamd Rooie Dik (houtbewerken),
Dijkstra (timmeren),
Vogel(bankwerken) en
Gorter(schilders).Conciërge was de
heer de Wijn, wij noemden hem Flip
en waarschijnlijk was dat zijn voor
naam. Na twee jaar werden er dan
door deze school "vakmensen" afgele
verd hetgeen in de praktijk weleens
wat tegenviel.
Bedrijfsopleidingen
De verdere scholing werd dan ook
overgelaten aan de diverse bedrijfsop
leidingen zoals Bemetel en VEV.
Leerlingen die in dienst traden van de
Rijkswerf of enig ander Marine
onderhoudsbedrijf werden verplicht
gedurende enige avonden per week de
lessen aan de Gemeentelijke Avond
5