Onderwijs in Den Helder met vallen en opstaan Lo Lasschuijt Bij sollicitatiegesprekken wordt er dikwijls gevraagd: "Welk onder wijs heeft u genoten". Het is inte ressant om na te gaan in hoeverre er sprake is geweest van genieten. In september 1939 deed ik mijn intrede in de Helderse onder wijswereld in de kleuterschool op de Vismarkt. De "kippeschool", zoals die destijds genoemd werd was gevestigd in een pand waar momenteel het Leger des Heils haar diensten viert. De kleuterschool aan de Vismarkt. Ik bracht de dagen door met het vlechten van papieren knutselwerkjes en verder bestond de wereld uit een grote zandbak. Het jaar daarna was het onbezorgde leven afgelopen en het serieuze werk begon bij juffrouw Gré Moor in de eerste klas van school 5 aan de Parallelweg. Het leesplankje met Aap, Noot, Mies is mij tot op de dag van vandaag bijgebleven. Andere leerkrachten van deze school waren, de meesters Clowting, den Broeder, van der Leek en het hoofd der school Kramer. Een andere, niet minder belangrijke functionaris aan onze school was de conciërge de heer Bon- tes, die er onder andere voor zorgde dat de reusachtige kolenkachels in de klaslokalen bleven branden. Helemaal probleemloos verliep mijn lagere schoolperiode zeker niet. De Duitse bezetter vond het nodig om de bestemming van ons mooie schoolge bouw te wijzigen in kazerne en er werden dus soldaten in gehuisvest evenals het geval was met de Vak- school voor Meisjes aan de Midden weg en de openbare lagere school aan de Vismarkt. Zo goed en zo kwaad als maar mogelijk was werd het onder wijs voortgezet op allerlei alternatieve locaties. Er was een klas gehuisvest in café Hebbink in de Breewaterstraat recht tegenover de Openbare biblio theek, er werd onderwijs gegeven in de Lutherse kerk in de Wezenstraat, het speeltuingebouw in Tuindorp, het evangelisatiegebouw Maranatha in de Vijzelstraat en de Rehobothkerk in de Fazantenstraat. Een groot deel van de Helderse bevolking was geëvacueerd en er brak een periode aan waarin in het geheel geen onderwijs meer werd gegeven in Den Helder. Gedurende ruim een jaar heb ik de verschillende scholen alleen maar van de binnen kant gezien om er te bietsen voor eetbare zaken. De jeugdigen die nog achtergebleven waren omdat hun ouders op de een of andere wijze gebonden waren aan Den Helder, brachten hun tijd door met zaken die te maken hadden met het verwerven van etenswaren en brandstoffen waar bij de regels van mijn en dijn niet altijd strikt in acht werden genomen. Dat laatste heette overigens geen ste len maar organiseren. Uit het door mij bewaarde rapportenboekje blijkt dat ik gedurende een geheel jaar geen onderwijs heb genoten, er zijn geen cijfers ingevuld maar wonderlijk genoeg werd ik wel bevorderd tot de eerstvolgende hogere klas. Na het uitbundig vieren van de bevrijding werd de draad weer opgepakt en zat ik tot mijn eigen verbazing in de zesde klas bij meester Kramer. School 5 was een zogenaamde opleidings school en ik werd klaargestoomd voor de Rijks Hogere Burgerschool. Alweer verbazing want ik slaagde voor het toelatingsexamen. Hoger onderwijs En toen ving de martelgang aan. De RHBS was gevestigd in een paar aftandse huizen aan de Kerkgracht. Er waren in de hele school twee toiletten waarvan er één was gereserveerd voor de leraren en de andere was voortdu rend defect. Het lerarencorps deed zijn uiterste best maar er was niet zoveel van te maken. Aan sommige leraren heb ik toch goede herinnerin gen zoals de leraar Nederlands de 4 „p'BrilÉ

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2018 | | pagina 4