begrijpen. Ga vooral geregeld naar zuigelingenzorg, want dat is noodig. Ik heb nu een foto gelukkig, want ik had niets waar jij op stond. Lieve schat, m'n brief raakt vol. Veel liefs van je man en veel kussen voor jullie beiden. Nu met z'n beidjes, wat fijn hé!' Als reactie op het pakje schrijft Wim nog een tweede brief: 'Waarom had je die tabak erbij gedaan? Dat is toch veel te duur. Die brooden waren heer lijk, maar doe dat toch niet. Jullie kunnen ze zelf zo goed gebruiken, wij redden ons wel. Ik ruil mijn cigaret- ten voor broodbonnen en de jongens werken dikwijls bij particulieren en dan krijgen ze ook brood, dikwijls wit brood, veel stroop en jam en niet te vergeten ook wel spek. Wij delen dat allen samen, alles samsam. Heb je nog aan Dr. Thorbecke geschreven? Dat vindt hij vast aardig. Schrijf je gauw terug naar het nieuwe adres? We zit ten in een andere Lager, nu met 108 man. Dat andere is wat te luchtig geworden zo zonder ramen. Schrijf maar elke week. En dan op het Post kantoor brengen zonder postzegel en niet dichtplakken.' Met geen woord rept Wim over het oorlogsgeweld dat zich in die tijd daar afspeelde. De Amerikanen en Britten rukten op, maar de Duitsers boden veel tegenstand. Een luchtoffensief verwoestte spoorwegcentrum Gre- venbroich. Daarbij kwamen ook dwangarbeiders om het leven. Bevrijd Na een radiostilte van twee maanden volgt op 17 april 1945 in het plakboek de mededeling 'Bevrijd. Dusseldorf'. Het duurt bijna drie weken voordat Wim naar Nederland kan vertrekken. Na registraties, ontluizingen en keu ringen wordt hij op 11 mei onderge bracht op een evacuatieadres in St. Oedenrode. Wim: 'Zeer goede ont vangst bij Van de Abeelen. Nu maar wachten om naar huis te gaan.' Via het Rode Kruis meldt hij zijn vrouw: 'Lieve schatten. Ik ben in Nederland. Hoe is het bij jullie? Schrijf gauw over jou en Wimmie. Heb je al wat meer te eten? Maak je geen zorgen over mij. We hebben het best. Houd je goed. Ik kom gauw bij jullie. Allen gegroet en in gedachten gekust lieve schatten. Van je liefaeb- bende man, Wim.' De volgende dag stuurt Wim een brie&aart naar huis: 'Lieve Vrouw en kind. Misschien heb je mijn Rode Kruis brief al ontvangen, zo niet wij zijn in Nederland. Dinsdag 8 mei uit Duitsland vertrokken. Ik maak het uitstekend. Schrijf gauw terug. Ben zeer verlangend iets te hooren. Wanneer de Provincies vrijkomen, kom ik direct naar huis, dat begrijp je zeker wel hé.' Afzender: W. Steffens p/a Van de Abeelen, Hooge Vonder A 303D, St. Oedenrode. N.B. Op 15 mei stuurt Wim opnieuw een brie&aart. 'Ik heb van jou nog niets gehoord. Dit is de derde maal dat ik schrijf. Ben zeer verlangend iets van jullie te hooren. Je begrijpt wel, de geruchten die wij hier hooren over de hongersnood, maken ons erg onge rust. Wij doen hier al ons best om naar huis te komen maar het lukt niet gauw. De Provincies zijn gesloten.' Op 23 mei schrijft Wim: 'Lieve vrouw en kind. Dit is het vervolg op de derde brie&aart. Ik vergat nog te vragen of jullie al iets van Geer gehoord heb ben. Ik heb in Eindhoven nog krijgs gevangenen gesproken, ook van de marine. Er komen hier dagelijks nog gerepatrieerden bij uit Duitsland.' Op de pagina met de vierde brie&aart in het plakboek schrijft Wim in blok- letters: 'Nog geen antwoord'. Deze brie&aart dateert van 24 mei. Wim heeft met potlood geschreven: 'Lieve Vrouw en kind. Ik heb nog steeds niets gehoord en zit mooi in spanning hoe of het met jullie is. Hoe is het met onze jongen? Toch nog goed hoop ik?' Suikerbieten Intussen ontvangt Wim al wel kaarten en brieven van anderen, zoals van de familie Hardebol in Den Haag: 'Nou Wim, we hebben een hongerperiode gehad hoor, enkel suikerbieten, ook waren we blij met aardappelschillen. 't Had geen maand langer moeten duren, anders hadden we hier thuis ook slachtoffers gehad. 't Was niet meer om vol te houden. De mensen stierven bij bosjes.' Vanuit Haarlem schrijft de familie Blokker (*zus van Wim): 'Zoonet je kaart ontvangen en gehoord dat je in Holland bent. Wat fijn hé? Nu met ons is 't allemaal goed en met Lies en Moe en je zoon is 't ook best hoor. Je zoon ziet al zoo bruin, zegt Rita, want die is naar Alkmaar geweest om te hooren of er al iemand thuis was. Geer is ook thuis. Hij is 2e Pinkster dag bij moe geweest, dus ik ben blij voor haar dat jullie er zijn, want als 't nog lang had geduurd was er niet veel van haar over.' Snotteren En tante Marij Smit in Haarlem bekent: 'Ik was toch zoo ongerust dat je daar in Duitsland er niet levend af was gekomen, dat ik heb zitten snot teren met je brie&aart in mijn hand.' Het eerste antwoord van Lies op vier brie&aarten van Wim dateert van 24 mei. 'Lieve Man en Papa en Wim. Zojuist je brie&aarten ontvangen en was overgelukkig dat je het leven hebt mogen behouden en dat je het nu gelukkig goed maakt. Je zal wel heel wat hebben meegemaakt, maar laten we hopen dat je het gauw vergeten zal zijn. Dat is het beste voor jou. Wij maken het hier ook goed en hebben gelukkig nog geen honger gehad en dat wil heel wat zeggen. Met onze groten schat gaat het gelukkig goed. 'Je Moeder ziet er wel erg slecht uit. Die heeft het zich erg aangetrokken dat jullie weg waren. Dat is nu gelukkig voorbij, want Geer is thuis. Hij heeft nog overal in Duitsland naar je gezocht, maar niets gevonden. Het was de laatste weken voor ons ook span nend als je helemaal niets hoort. Nu we vrij zijn, valt het wachten helemaal 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2018 | | pagina 21