Ontroerende brieven uit Wimmie's oorlogswinter
Dwangarbeider Wim Steffens snakt naar nieuws over de geboorte van zijn kind
Wout Smit
MX
Het album met de oorlogscorrespondentie van Willem Steffens en zijn vrouw in het
archief van de Helderse Historische Vereniging.
Lief en leed van het echtpaar
Steffens-Oostendorp tijdens de
Tweede Wereldoorlog liggen ver
borgen in een archiefdoos bij de
Helderse Historische Vereniging.
In 1944 werd Wim Steffens (33) bij
een razzia opgepakt en in Duits
land te werk gesteld. Hij miste
daardoor de geboorte van zijn
kind. Zijn vrouw, Lies Steffens-
Oostendorp (31), moest nog lang
na de bevrijding wachten op zijn
terugkomst.
De ontroerende briefwisseling tussen
hen is zorgvuldig in een plakboek
bewaard gebleven. Daardoor kunnen
we nu, 73 jaar na die ijselijke oorlogs
winter, nog deelgenoot zijn van de
spanningen, de onzekerheden en de
opluchting in het bestaan van deze
Helderse evacuees.
Willem Hendrik Cornelis Steffens, op
24 november 1911 geboren in
Amsterdam, werkte als winkelbe
diende in modezaak Van der Maden.
In 1937 trouwde hij met Elizabeth
Oostendorp, geboren op 21 augustus
1913 in Den Helder. Ze woonden op
Ruyghweg 145.
'Met Dolle Dinsdag 5 september
1944) moesten wij Den Helder uit,'
meldt Wim als inleiding op zijn oor-
logsbrieven. 'Mijn vrouw en ik kwa
men in Alkmaar terecht. Mijn moe
der in Hoorn en mijn schoonouders
in Schagen.' Op 12 december 1944 om
vijf uur 's morgens werd Wim gepakt
bij een razzia even buiten Alkmaar.
De volgende dag werd zijn eerste kind
geboren. Pas later hoorde hij dat het
een zoon was. Zijn vrouw gaf hem als
naam 'Willem Pieter', maar hij werd
lie&ozend 'Wimmie' genoemd.
Op 20 december 1944 verstuurt Wim
aan zijn vrouw een met potlood
beschreven Feldpostkarte. 'Lieve
Vrouw.Zoals je ziet zijn wij in
Duitsland. Hoelang dat zal duren,
moeten we afwachten. Hoe is het met
je? Wanneer je deze kaart ontvangt,
zal onze baby reeds geboren zijn.
Over onze reis zal ik je wel vertellen
als ik weer thuis ben. Nu lieverd.
hou je goed en veel kussen.'
Het album bevat vervolgens een
brieve van dr. A.J.F. Thorbecke, huis
arts in Den Helder, gedateerd 23
december 1944. 'Beste jonge Moeder
Lies. Van harte geluk gewenscht met
de geboorte van Willem Pieter. Ik
hoop, dat alles vlot verloopen is en
dat de kleine wereldburger het uitste
kend maakt. Wat jammer, dat je man
er niet bij geweest is. Ja, we leven wel
in een veelbewogen tijd. Wie van ons
had zoo iets vroeger mogelijk geacht.
Spoedig hoop ik jelui weer in Den
Helder terug te zien en de kleine Wil
lem Pieter te bewonderen. Prettige
feestdagen. Spoedige terugkeer van de
gelukkige vader in ballingschap.'
Macaronisoep
Op 7 januari 1945 schrijft Willem een
brief die later door een vrijgelaten
dwangarbeider wordt meegenomen
en in februari 1945 bij Lies in Alk
maar wordt bezorgd. 'Lieve Vrouw en
kind en Moe. Het is Zondag kwart
voor zes. Ik ga maar weer een brief
aan je schrijven, want ik heb vandaag
steeds aan jullie gedacht en zou graag
even om een hoekje kijken om te zien
hoe het thuis is. Hebben we een zoon
of een dochter? Daar ga ik mee naar
bed, daar sta ik mee op.
'Wij hebben net gegeten, macaroni-
soep. Elke dag soep verveelt ook. Jul
lie zullen wel geen gezellige feestda
gen hebben gehad. Die zullen we
nooit vergeten. Hier was ook een
slechte stemming. Vanmorgen kon
den we te baden in een fabriek, dat
was heerlijk. Het vriest nog steeds. Op
het oogenblik sneeuwt het heel erg. Ik
had maar één want bij me. Nu heb ik
bij de deken een stukje afgeknipt voor
18