«4<IW<7
EE
/GG
FF
r~71
DD
CC
i\
j1
BB
AA
Na de oorlog zijn er door het Bureau Registratie Verdedigingswerken (BRV) van de
KL, tekeningen gemaakt van de diverse Duitse bunkercomplexen. Op de gedeeltelijk
afgebeelde kaart is de Markostand het complex CC en Duinrand het complex GG/
DD. (Nationaal Archief, Den Haag)
des 19cm Geschützes in Kijkduin
wurde das Geschütz völlig zerstört.
Niemand erlitt Verletzungen". Het
inschieten vond plaats onder leiding
van Helmut Gauger, als wapenofficier
geplaatst bij de staf Seekommandant
Nordholland, belast met de opleidin
gen op het Fort Kijkduin. Aan de ont
ploffing hield hij een gehoorbeschadi-
ging over. Blijkbaar is dit kanon her
steld dan wel vervangen door een
ander stuk (latere aantekeningen in
de KTB's en tekeningen spreken van
zes kanons).
Op 14-1-1942 zijn er twee stukken
operationeel, in dezelfde maand
(31/1) worden er nog drie stukken
aangeschoten, de stukken zijn echter
nog niet gevechtsgereed/operationeel.
Een week later op 7-2-1942 meldt de
Admiral i.d.N. dat de drie stukken
geschut van 19,47 cm van de Batterie
Duinrand aangeschoten en operatio
neel zijn. Wat verwarrend is de mel
ding van 28/2 dat er vier stukken ope
rationeel zijn. Op 20/4 wordt er
gemeld dat er vier stukken operatio
neel zijn en dat dit later zes stukken
zullen worden.
Op 17-8-1942 werd M.A.A. 6077/8
opgericht en werden van M.A.A. 201
de batterijen 1, 3, 6, 7, 8, 9 en 12, aan
M.A.A. 607 toegevoegd, met eerst het
hoofdkwartier (Stabsquartier) in het
Badhotel te Huisduinen9, en later
vanuit de bunker type M 152 in W.N.
127 M10. Markostand, gelegen tussen
de Batterie Duinrand en de strandop
gang Donkere Duinen. De Batterie
Duinrand werd bemand door
5./M.A.A. 607.
Na de oorlog zijn er door het Bureau
Registratie Verdedigingswerken van
de KL (BRV) tekeningen gemaakt van
de diverse Duitse bunkercomplexen.
De Seekommandant Nordholland
meldt op 9-10-1942 in zijn KTB:
sechs Geschutz 5/607 (Duinrand)
eingeschossen und gefechtsklar".
Dezelfde dag meldt ook Konteradmi-
ral Kurt Caesar Hoffmann dat de zes
stukken geschut van Duinrand inge-
schoten en operationeel zijn. De
Kriegsgliederungen (Duitse overzich
ten van al het in Nederland geplaatste
geschut) geven aan dat er op 26-10
1942 vijf stukken beschikbaar zijn en
pas op 25-11-1942 alle zes stukken.
Op 12-11-1942 vindt er wederom een
schietende beproeving plaats van de
stukken. Het KTB van de Admiral
i.d.N. vermeldt op 11-6-1943 dat er
schietende beproevingen zijn gehou
den om te bezien of de aanpassingen
aan de stukken en de richtmiddelen
aan de eisen voldoen. Dit blijkt het
geval te zijn. Opgemerkt wordt dat de
gevechtswaarde van dit type geschut
gering is. Het vuurtempo bedraagt
slechts één schot per twee minuten en
door de lage V-nul11 is het bereik
maximaal 18 km.
Commandanten Batterie Duinrand
Zoals eerder vermeld werd Kptlt.
Krüger op 18-1-1942 Batteriechef van
Duinrand (tot 27-11-1942).
Kptlt. Schmidt is blijkbaar zijn opvol
ger: hij wordt als Batteriechef 5./607
vermeld op 15-12-1942.
In de Kampfanweisung Verteidigungs-
bereich Den Helder van 23-2-1944 van
het Grenadier Regiment 860 wordt
gemeld dat Kptlt.M.A. Grabitzki com
mandant is van 5./607 met als tweede
man Lt.M.A. Rudolph.
De toestand van de Batterij
17-1-1944, de Admiral i.d.N. beveelt
aan dat alle open geschutsopstellingen
een betonnen beschermkap dienen te
krijgen. Uitgezonderd worden de Bat-
terie Duinrand en de Batterie Dom
burg in Zeeland. Bij deze batterijen is
15
PATT HELSDIEP
3o
.TT OUINRANP
tf
8
6
9