Het aanschieten van een stuk geschut
wil zeggen dat het wapen en de fun
datie d.m.v. een schietproef getest
worden. Na het schot worden dan
zowel het geschut als de fundatie
gecontroleerd. Het aanschieten
gebeurt na demontage en het daarop
het weer in elkaar zetten en na een
periode dat het geschut niet in
gebruik is geweest.
Nieuwe Fort Kijkduin, Batterij
Duinrand
In de zomer van 1940 besloot de
Kriegsmarine ook in Den Helder
kustbatterijen te bouwen, om de kust
vaart te kunnen controleren en uiter
aard tegen een mogelijke invasie. Het
meest geschikt voor plaatsing van het
spoorweggeschut waren de Grafelijk
heidsduinen, waar reeds In 1913 was
aangevangen met de bouw van het
nieuwe Fort Kijkduin, (het zgn. mil
joenenfort). Het Nederlandse plan
was om op dit fort 28cm lang 45
geschut te plaatsen. De bouw werd
echter in 1920 gestaakt omdat de
landmacht (KL), op basis van ervarin
gen uit WO 1, nieuwe inzichten had.
Voor de bouw zullen aannemer(s)
verharde wegen in het duinterrein
hebben aangelegd, om bouwmateriaal
aan te kunnen voeren. Hiervan kon
de bezetter in 1940 profiteren.
Het buitgemaakte Franse spoorweg-
geschut van 194mm, sowieso onge
schikt voor luchtdoelen, was direct
beschikbaar. Dit geschut is met de
rangeerlocs naar Den Helder geko
men met een gangetje van maximaal
35 km/uur, de snelheid op het spoor
die in de WO 1 als de meest veilige en
efficiënte gold4. De twee artillerietrei-
nen hebben de zes stukken geschut in
Den Helder op de losplaats aan de
Polderweg aangevoerd, aldaar gede
monteerd en vermoedelijk via de Pol
derweg, Javastraat en Huisduinerweg
naar Huisduinen gebracht. Intussen
moeten ook de geschutfundaties zijn
gebouwd op het terrein westelijk van
het nieuwe Fort Kijkduin.
Bemanning van de batterij
In juni 1940 werd M.A.A. 2015 opge
richt, met het hoofdkwartier in Wijk
aan Zee. Bestond M.A.A. 201 eerst uit
vijf compagnieën (per compagnie één
batterij), in 1942 was dit uitgegroeid
tot 14 batterijen. Op 18-1-1942 werd
de 7de Kompagnie van M.A.A. 201
(7./201) in dienst gesteld met de voor
lopige aanduiding "Duinrand". De
Duitse benaming van de batterij was:
W.N. (Wiederstandsnest) 125 M
Marine Seezielbatterie Duinrand. Als
Batterie-Chef werd Kapitanleutnant
Krüger6 aangewezen.
De bewapening van 7./201 zou
bestaan uit zes kanons van 19,4 cm en
drie mitrailleurs van 20 mm. Voor
elke geschutsopstelling was minimaal
20 man bedienend personeel nodig.
Indienststelling van Duinrand
Op 20 juni 1941 vond bij het aan
schieten van een kanon een explosie
plaats en werd het kanon volledig
vernield, zo vermeldt het KTB van de
Duitse admiraal in Nederlanden
(Admiral i.d.N.): "Beim Anschiessen
Personeelsterkte Duinrand
datum
officieren
onderofficieren
manschappen
22-3-1942
7./201
3
16
228
23-2-1944
5./607
2
21
226
Op deze schets staat aangegeven waar de zes geschutsopstellingen (G.1-G.6) van de 'Batterie Duinrand' bij het nieuwe Fort
Kijkduin gepositioneerd waren. (Schets: Jan van Tongeren)
M.A.A. 5./607 Duinrand
M.G. Stand
G.5
Voraussichtlich
vorgesehener
G.1
G.2
G.3
Schuppen
G.1 t/m G.6 Geschützstand
M3 t/m M8 Manschaftunterkunft
ftir 11 Mann
14