De watersnoodramp van 1953
Maarten Noot
Hoogwater op 31 januari 1953. Passage langs het koffiehuis van de TESO naar het
Wierhoofd is nog mogelijk.
Vijfenzestig jaar geleden, in de nacht
van zaterdag 31 januari op zondag
1 februari 1953, veroorzaakte
een noordwesterstorm met
orkaankracht tezamen met
springtij een onvoorstelbare
overstromingsramp op de Zeeuwse
en Zuid-Hollandse eilanden.
Volgens het Centraal Bureau voor
de Statistiek kwamen hierbij 1836
mensen om.
Texel
Op zondagmorgen 1 februari even
na middernacht loeide de sirene over
het eiland Texel. Er was hulp nodig,
veel hulp. Op verschillende plaatsen
op het eiland, maar vooral bij de dijk
van de polder de Eendracht in het
noorden waren zeer zwakke plekken
ontdekt. Die ochtend rond negen
uur, was een groep van zeventig
vrijwilligers uit de Waal en de Koog
bezig om te helpen een van deze
zwakke plekken van de dijk te
versterken. Nauwelijks een half uur
later kwam de mededeling dat op een
plaats zuidelijker de dijk al over een
groot stuk was doorgebroken en dat
de polder volstroomde. De mannen
moesten nu snel vluchten richting
het droge deel. Een aantal stapte in
een TESO-bus, anderen op een
tractor en in een auto. De rest van de
mensen volgde te voet. Honderd
meter van de veilige dijk werden de
voertuigen door het snel hoger
komende water van de weg
afgesleurd. Men trachtte nog naar de
dijk te waden, maar het water werd
steeds dieper en men moest
uiteindelijk zwemmen. Zes mannen
haalden het niet; zij werden door het
kolkende water meegesleurd en
verdronken.
Ook elders op het eiland werd
gevochten tegen het water. Zo werd
een schuif van de sluis in de zeedijk
nabij de Schans omhoog gedrukt en
stroomde het zeewater naar binnen.
Gelukkig kreeg men de schuif door
middel van vele zandzakken weer
naar beneden. Ook op andere
plaatsen zoals bij de Kaap,
Dijkmanshuizen en de Eierlandse
polder was de toestand kritiek. Bij de
Kaap ontstond zelfs een gat van 80
meter.
Er kwam snel hulp van de overkant.
De veerboot 'Dokter Wagemaker' en
de 'Zeemeeuw' van het Loodswezen
brachten al vanaf zondagmiddag
materiaal en helpers vanuit Den
Helder naar Oudeschild. Onder die
helpers veel mariniers maar ook een
twintigtal oorlogsveteranen uit Sneek.
Een detachement matrozen van de
Mok werd ook ingezet. Gelukkig had
men alles redelijk snel onder controle,
alhoewel de situatie bij de polder het
Noorden nog wel een paar dagen
spannend bleef.
Hoog water
Den Helder heeft echter nooit gevaar
gelopen. Wel kwam de waterstand in
de haven drie meter hoger dan
normaal te staan, zodat de kades
onder water verdwenen.
Marineschepen en viskotters dreigden
los te slaan, maar door de grote inzet
van de scheepsbemanningen en de
vissers werd dit grotendeels
voorkomen. De marineschepen
raakten echter stroomloos, daar de
voorziening voor de
walstroominstallatie ook onder water
stond.
Bij het Badpaviljoen braken zaterdag
avond door de harde wind een aantal
ruiten waardoor binnen een ravage
ontstond. De brandweer en personeel
van Openbare Werken hadden het
snel onder controle. 's Nachts rond 4
uur konden ze weer aan de gang want
bij een aantal huizen in Nieuw Den
Helder in de Hortensiastraat en de
Goudenregenstraat ging het dak de
lucht in. "Ik dacht aan een aardbeving,
3