het Noordhollands Kanaal.
Stormwacht lopen op de Balgzanddijk,
maar ook met laag water oefenen om
dekzeilen vast te maken bij
zogenaamde gaten in de teen van die
dijk. Toezicht houden op de aanleg van
de Anna Paulownaweg, samen met de
eveneens jonge Jan Buijs (van de
maritieme folkband 'Scheepsfolk')
oude tekeningen bestuderen uit de
ladenkast van het magazijn,
samenwerken met oudere, ervaren
opzichters en kantonniers van
Rijkswaterstaat. Zomaar drie namen:
Breed, de Krijger en van der Ham.
Gerrit Breed, de altijd opgewekte
kantonnier met zijn markante snor, was
een prima vakman en leermeester. In
1980 werd hij samen met zijn even
markante collega Henk Rijs in de
tekenzaal bij de dienstkring Noordzee
kust koninklijk onderscheiden. In dat
oude RWS-kantoor te Huisduinen zit nu
'Storm aan Zee', toch een prachtnaam
passend in een lange historie.
Opzichter Cees de Krijger, die zijn
loopbaan als steenzetter begonnen was,
woonde op Wieringen, en was bij het
opheffen van de dienstkring Wieringen
naar Den Helder overgeplaatst. Het
onderhoud van de Balgzanddijk en het
Balgzandkanaal, en het peil van de
Amstelmeerboezem werd daarna
vanuit Den Helder aangestuurd.
Kantonnier Jaap van der Ham roeide
van zijn woning langs rijksweg 9 naar
de overkant van het NH Kanaal en
bediende aan het Balgzand de spuisluis
Oostoever. Hij regelde het peil op de
Amstelmeerboezem, eerst alleen met
zweet en armkracht, later ontwikkelde
hij zelf een gemotoriseerde
aandrijving, heel speciaal omdat daar
toen nog geen elektriciteit was.
Toen ik later in Amsterdam de
Oranjesluizen in beheer kreeg, en wij
de elektrificatie van de
bewegingswerken opstartten, moest
ik wel aan die oude van der Ham
denken. Kaapstanders elektrisch gaan
aandrijven, en sluisdeuren
hydraulisch laten bewegen, hij had al
jaren eerder bij Oostoever een heel
simpele oplossing aangebracht.
Gestimuleerd door het hoofd van de
technische dienst Henny Latjes die
eerder ook aan de Afsluitdijk had
gewerkt, en op voordracht van het
dienstkringhoofd, de uit Zeeland
a&omstige Bram Steketee, werd ik
toegelaten tot de tweejarige interne
RWS-cursus 'Opleiding Waterstaat
kundig Ambtenaren Rijkswaterstaat',
ofwel de opleiding tot dienstkringhoofd.
Naast het dagelijkse werk veel theorie,
maar ook praktijkervaring opdoen in
ons hele land. Ik werd al vrij snel
ingeschakeld bij de reorganisaties die
moesten leiden tot het opheffen van de
Dienst der Zuiderzeewerken.
Zo mocht ik op 14 december 1976
aanwezig zijn bij de opening van de weg
over de Houtribdijk, de weg van
Enkhuizen naar Lelystad. Het sluiten van
het laatste gat in die dijk op 4 september
1975 roept nog altijd nostalgische
herinneringen bij mij op, aanwezig te
zijn bij toch één van de laatste klassieke
waterstaatswerken. De Markerwaard zou
immers toch niet meer doorgaan. De
bouwdienst Zuiderzeewerken moest een
beheerdienst van RWS worden. Het
eeuwenoude beheer van de Zuiderzee
moest van Noord-Holland overgedragen
worden aan een nieuwe directie in een
nieuwe provincie. Die directie kreeg in
eerste instantie een wat vreemde naam,
directie Zuiderzeewerken. Toch bleek
dat een prima tussenoplossing. Toen ook
de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders
(RIJP) werd opgeheven en alle beheer-
en bestuurstaken in het hele gebied
verder heringericht werden, ontstond
pas op 1 januari 1989 de directie
Flevoland. Feitelijk betekende dat het
definitieve einde van de eeuwenlange
zorg van Noord-Holland voor het
zeegebied tussen Muiden, Amsterdam
en Wieringen.
Bij het instellen van de directie Zui
derzeewerken kreeg ik van hoofdin
genieur-directeur Ir. W.F. Hooning
het boek van Professor dr.ir. J.Th.
Thijsse, 'Een halve eeuw Zuiderzee
werken'. Een schitterend boek met
heel veel informatie. In Amsterdam
werd het gepensioneerde dienstkring-
hoofd Willem Coumou (1888-1986)
zes jaar lang onze buurman. Hij was
in de periode 1917-1921 hoofd van de
dienstkring Wieringen, dus in de
periode dat de gevluchte Duitse
kroonprins Wilhelm door Koningin
Wilhelmina naar dat eiland was ver
bannen. Wij gingen regelmatig op
vrijdag aan het eind van de dag een
De maritieme folkband 'Scheepsvolk', van links naar rechts: Catharina Buijs-van
Meurs, Jan Buijs, Remco Heemskerk en Rob de Jonge.
25