VER DWALEN XIV Ko Minneboo Tijdens de stormramp van 1953 uit de zeewering gespoelde en omgevallen bunkers tussen Kaaphoofd en Huisduinen. (NHA, Rijkwaterstaat directie Noord-Holland) Het is dit jaar 65 jaar geleden dat de laatste grote stormramp ons land getroffen heeft. Ik herinner mij dat wij die nacht aangekleed in onze winkel stonden. Ieder van ons had een doosje met kleren bij zich. Vermoedelijk zaten er ook wel wat etenswaren in, maar dat weet ik niet zeker, klaar om te vluchten. Wat vluchten (evacueren) was hadden mijn ouders al in de Tweede Wereldoorlog geleerd. Waren mijn ouders bang, of wisten zij hoe gevaarlijk de situatie kon worden? Ik was nog te jong om dat te vragen, maar vond het wel heel erg spannend. De volgende ochtend zag ik dat de zijgevel van het hoekhuis aan de over kant er was uitgewaaid. Het bed van de oude buurvrouw stond nog op de rand. Ook bleek meteen dat meer buurtbewoners niet naar bed waren gegaan, zij hadden net zoals wij klaar gestaan om te vluchten. Mijn ouders bleken, net zoals al die anderen, niet bang maar gewoon heel alert te zijn geweest. In die jaren wist men blijk baar heel goed hoe gevaarlijk de zee kon zijn. Het liep hier gelukkig met een sisser af, maar de radio bracht het nieuws dat grote delen van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant die nacht waren kapot gebeukt. Storm en watersnood De geschiedenis van ons land, maar ook van onze stad, wordt er door gedomineerd. Nog niet zo lang geleden kreeg ik de vraag of de storm van 1170 een Sint-Elisabethsvloed of een Allerheiligenvloed was. Ik wist op dat moment het antwoord niet. De Sint-Elisabethsvloed was in mijn herinnering in het begin van de 15e eeuw. De Allerheiligenvloed kwam in meer jaren voor, zelfs nog in 2006, het jaar met de hoogste waterstand in noordoost Nederland ooit. Ook de watersnood van 1675, toen vooral ons gebied heel zwaar getroffen werd, en die van 1570 met de ergste watersnood die ons land ooit getroffen heeft, waren op 1 november. Jaartallen en namen, ik heb ze nooit zo goed kunnen onthouden. Daar had je toch boekjes voor, en tegenwoordig Wikipedia. In de periode dat ik dit schrijf is het treinverkeer in grote delen van Duitsland door een zware storm platgelegd, is door de brandweer in Berlijn de noodtoestand afgekondigd, en staan straten in Hamburg blank omdat de Elbe buiten zijn oevers is getreden. 1170 bleek geen Sint-Elisabethsvloed, maar ook een Allerheiligenvloed te zijn. Met die stormvloed brak de Noordzee hier via het oude stroompje Marsdiep door naar de Zuiderzee, naar het oorspronkelijke Flevomeer (Almere). Daarmee begon, eeuw na eeuw, vermoedelijk eerst heel langzaam, de aanslag op het oorspronkelijke, uitgebreide leefgebied achter de duinen. Eigenlijk startte in 1170 een nieuwe Noordkopgeschiedenis. 'De zee neemt, de zee geeft'. Wet van 14 juni 1918 tot afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee Levend Verleden van december 2015 is geheel gewijd aan de watersnoodramp van 1916. Die watersnood was de directe aanleiding voor bovengenoemde, dit jaar dus honderd jaar oude wet, zoals de ramp van 1953 aanleiding was voor de Deltawet van 8 mei 1958. Die bij allerlei onderwerpen zo vaak geciteerde wet werd dus slechts 40 jaar na de Zuiderzeewet vastgesteld. Na mijn studie en militaire diensttijd begon ik in januari 1971 als technisch ambtenaar bij RWS, dienstkring Den Helder-Nieuwediep. Na vier jaar theoretische opleiding begon het praktische werken met ervaren 'opzichters van den Waterstaat'; met peilen in het Nieuwediep en de aanleg van een coupure bij de Moormanbrug, nieuwe meerpalen bij de Koopvaarders schutsluis en azobé damwanden langs 24

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2018 | | pagina 24