jaar in gevangenschap in leven. De grote of rode poon, ook knorhaan genoemd, leefde in gevangenschap hoogstens zeven maanden. Het botervisje dat zeer algemeen aan de kust in de fuiken voor de Helderse dijk werd gevangen leefde 8 maanden in het aquarium. De moeilijkheid om de vissen in leven te houden was het aquariumwater in goede conditie te houden en het vinden van de juiste voersamenstelling voor de verschillende vissen die gezamenlijk in een aquarium werden gehouden. in het aquarium zwom dat vanuit Den Helder is verzonden. En dat het bijzonder was blijkt uit het artikel 'Levende haringen' dat W.J. Mets schreef voor het blad "Het Nederlandsch Zeewezen", dat in de zomer van 1921 door vrijwel alle grote- en lokale dagbladen werd overgenomen. "Wie het aquarium van Artis te Amsterdam bezoekt, vindt doorgaans in een der bassins een school levende haringen. Dat is een unicum. Voor zover wij weten kon geen enkel aquarium in Europa Huisduinerstrand, de haringvangst wordt binnengehaald, illustratie Leo Pinkhof in Helderse Courant van 18 april 1925. Het transporteren van gevangen haring en het houden van deze tere vissoort liep in de beginjaren van het Artis aquarium op grote teleurstellingen uit, alle vis ging dood. De vissen mogen bij de vangst niet boven het wateroppervlak uitkomen en aan lucht blootgesteld worden. Zij moesten dus uit de netten onder water in bakken worden overgezet, en dan onmiddellijk in grote transportvaten met een grote hoeveelheid koud en helderwater worden overgebracht. En gedurende de reis naar Amsterdam moest het water in beweging worden gehouden. Het zou nog ruim veertig jaren duren voordat met succes haring op een dergelijk bezit bogen, daar haring zulk een tere vis is, dat ze haast onvermijdelijk doodgaat na gevangen te zijn. Het vangen geschiedt door de Nieuwedieper vishandelaar Aris Mors, die de rechterhand is van Artis' directeur, omdat hij levert met hart en ziel en niet enkel uit eigen belang. Ziehier nu hoe Mors dat heeft aangelegd, 's nachts om één uur gingen hij en zijn handlanger er met de vlet op uit naar het strand van Huisduinen waar de haringtrekkers bezig waren te vissen. Toen het net bijna aan strand gehaald was, kwam Mors er met zijn vletje aan. "Jongens, daar is Mors, stop effe", riepen de trekkers elkaar toe, want ze weten al, dat het Mors te doen is om enkele levende haringen. Ze laten dan het net met de haring in het water liggen, doch houden het want zo vast, dat zich een kuil vormt, waarin de haringen nog vrij rondzwemmen. Mors neemt een emmer, doet daarmee een schep in de visvoorraad en leegt de emmer in kubben (van wilgentenen gevlochten manden) met zeewater, die hij reeds aan boord der vlet had klaar staan. Nu dadelijk op de riemen, of, bij gunstig wind, zeilend terug naar Nieuwediep. Zo spoedig mogelijk gaat het op Nieuwediep aan, om te trachten de eerste trein naar Amsterdam te halen. Hoe spoediger over, hoe beter de vis zal blijven. Vandaar dan ook, dat zo'n haast betracht wordt, om de haring in het Artis-aquarium te krijgen. Daar aangekomen, gaan ze dadelijk in de bassins, die steeds van stromend zeewater zijn voorzien. Mors mocht het genoegen smaken, dat al zijn haringen levend overkwamen. Later deed hij nog zo'n zelfde zending aan Artis en met succes. Daarop is Mors trots en met recht", aldus W.J. Mets in zijn artikel. Als Mors in juni 1923 overlijdt staat er een stukje in de krant: "Aris Mors is dood, klonk van mond tot mond aan de Buitenkant. In de visserijwereld verdiende hij zijn brood, Mors was de koper van het fijne visje, waarvoor hij en de gegoede kringen altijd zijn afnemers had. Mors was de stille wer ker van Artis. Hij toch zorgde voor haring, doornhaaitjes, roggeneieren, mia's, zeesterren, anemonen, ja wat niet al. Hij stelde er een eer in, alles zo goed mogelijk aan Artis te doen aan komen, en er was groot vertrouwen tussen Dr. Kerbert, de directeur van Artis, en Mors". Het zenden van Nieuwedieper ha ring naar Artis vond daarna ook nog plaats, zoals in januari 1935, waar de Heldersche Courant melding van maakte: "Nieuwe haringen in het aquarium van Artis. Enige tijd gele- 22 pinkhof. ir.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2018 | | pagina 22