Hulpacties watersnoodramp M. Mulder-Faassen 1953, een jaar dat nog in het geheugen van velen is gegrift. De rampspoed begon in de nacht van zaterdag 31 januari 1953 op zondag 1 februari 1953. Toen trof de grootste natuurramp sinds decennia, verwoestend delen van ons land. Het was een fatale combinatie van een stormvloed en springtij en dat gevoegd bij buiten- en binnendijken die niet bestand waren tegen zoveel, met geweld binnenstromend zeewater. Het water kwam extra hoog te staan en zakte niet meer bij eb, zoals het behoorde te doen. Integendeel, het bleef stijgen. Door dijkdoorbraken stroomden met kracht grote gebieden onder water, heel veel met zich meeslepend en heel veel smart veroorzakend. Vooral Goeree- Overflakkee, de Zeeuwse eilanden, West-Brabant en delen van de Hoeksche Waard, Krimpenerwaard en de Alblasserwaard werden zeer zwaar getroffen. Bovendien werden delen van België, Noord-Duitsland en Engeland getroffen door deze Ramp. Het aantal slachtoffers en vermisten steeg snel. Volgens officiële gegevens uit 2003 eiste de Ramp in Nederland 1835 1 slachtoffers van wie er 471 op Goeree-Overflakkee waren te betreuren1. Nadat deze Ramp zich had voltrokken en de overheid en de bevolking én organisaties in binnen- en buitenland langzamerhand van het onheil doordrongen raakten - niet direct vanwege het gebrek in die tijd aan communicatiemogelijkheden -, kwam er hulp. Het leger werd ingezet bij de reddingsoperaties en bij noodreparaties aan dijken. Het Rode Kruis verzamelde kleding, bedden en medicijnen en maakte zich gereed om noodhulp te verlenen. Naar vermisten werd gezocht. Doden werden geborgen. Evacuaties kwamen op gang. In het gehele land begonnen grootschalige- en kleinschalige (hulpverlenings-)acties2. Velen zullen zich uit die tijd nog 'Het Nationaal Rampenfonds' herinneren en de reeds op 2 februari gestarte actie 'Beurzen open dijken dicht' voor grootschalige geldinzameling ten bate van het Nationaal Rampenfonds (met een uiteindelijke totaalopbrengst van 138 miljoen gulden; een enorm kapi taal in 1953). Dan was er, mede ten bate van het Rampenfonds, de ver koop van het boek 'De Ramp', met tekst en foto's over de eerste dagen na de Ramp. Op een van de foto's uit dit boek, is te zien dat kleine jongens, onder begeleiding, bezig zijn om met grote scheppen zandzakken te vullen. Jeugd in actie om geld in te za melen voor het Nationaal Ram penfonds Nadat schoolleerlingen en jeugdclubs (waaronder padvinders) hadden gehoord van de catastrofe in een aan merkelijk deel van Nederland kwa men jongens en meisjes 'in de benen' en begonnen met inzameling van geld ten bate van het Nationale Rampenfonds. Dat deden zij op allerlei manieren. Een greep hieruit3: In Hilversum organiseerden kinderen begin maart 1953 een middag met als onderdelen een poppenkastvoorstel ling, een toneelstukje en zangspelle tjes. Tegen betaling kon men erbij aanwezig zijn. In Gorinchem verzorg den alle schoolkinderen j/m uit de hoogste klassen een succesvolle toneelavond. De opbrengst van de avond was ƒ140, - De gezamenlijke padvinders van de N.P.V. uit het dis trict Groningen brachten met hun Zandzakken vullen door de jeugd. 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2018 | | pagina 12