De Storm Jan Runnenburg Het was die avond van de 31e januari 1953. Overdag volgde ik de zeevaartkundige lessen op de Hogere Zeevaartschool voor de opleiding 3e stuurman Grote Handelsvaart. 's Avonds en 's nachts liep ik als matroos/opstapper de wacht aan boord van het loodsvaartuig 'Zeemeeuw'. Door aan boord te studeren kon ik dit goed combineren. Die avond kreeg ik bezoek van Ton Ambriola, een vijf jaar oudere broer van Jack Ambriola. We hadden elkaar lang niet gezien. We waren sinds de Tweede Wereldoorlog bevriend en hadden bij elkaar op school gezeten en dus wel het een en ander te bepra ten. De tot storm aangewakkerde wind huilde klagend in de schoor steen van de potkachel in het beman- ningsverblijf, zodat de vlammen van het stervende vuur in de geopende kachel onrustig flakkerend, vreemde schaduwen langs de wanden wierpen. De stormwind nam nog steeds in kracht toe en floot gierend door het want. Benedendeks in het beman- ningsverblijf keken we elkaar aan. "Het wordt tijd voor mij om eens naar huis te gaan", sprak Ton en even later liepen we de trap op naar het dek. "Moet je nou eens kijken Jan", riep Ton, maar zijn hoge kreten verwoeien in de storm. Door het springtij was het water zo hoog opgekomen, dat de gele koppen van de meerpalen langs de steiger bijna onderwater waren verdwenen. De meertrossen stonden harpstijf en door ze wat te vieren werd breken voorkomen. Het water stond inmiddels tot bijna tegen de muur van het tonnenpark, gelegen bij het tonnenmagazijn. De steiger stond twee meter onder water en via de bijna rechtopstaande loopplank konden we niet van boord. Tussen de loodsboot en de meerpalen lag echter een vlot, met daarop een vlet. Met veel moeite kregen we deze vlet in het water en met een hieuwlijn maakten we verbinding met de muur. Terwijl we hiermee bezig waren hoor den we achter ons roepen 'Lekko anker!' Ratelend verliet het anker het kluisgat van Hr.Ms. 'Pelikaan' en verdween met donderend geraas door het oliebootje van Piet Bot. Ook raakte bijna de gehele vissersvloot op drift en dreigde op de strekdam te lopen. De tonnen en bakens van het Loodswezen bij het tonnenmagazijn dreven ondertussen alle kanten op. Kortom chaos alom. Schipper J.J. Runnenburg op de 'Zeemeeuw'. Gelukkig kwam al spoedig vader Runnenburg, die schipper was op de 'Zeemeeuw', ongerust aan fietsen en begon meteen iedereen te alarmeren. Ik moest van hem onmiddellijk op de fiets de bemanning porren. Als eerste de motordrijver. Die moest namelijk zo snel mogelijk de motor starten. Dat duurde wel eventjes, want de koppen van de Kromhoutmotor moesten een half uur worden voorgegloeid. De bemanning kwam al snel aan boord en zetten extra trossen bij. Onheilstijdingen van doorgebroken dijken, voornamelijk in Zeeland, deden al spoedig de ronde. Ook de dijk van de Eierlandse polder op Texel was bezweken en daar werd om hulp gevraagd. We waren de hele nacht standby gebleven en konden dus in Het koffiehuis van de TESO danig beschadigd door de storm. 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2018 | | pagina 10