Koninginnedag in de Jacob Beenstraat. middag mochten de buurtkinderen bij haar naar kinderprogramma's als Rikkie en Slingertje kijken. Dat huis naast ons was trouwens een zoge naamde duplexwoning, een concept uit de wederopbouwperiode; een oudere of alleenstaande bewoonde de benedenverdieping, een jong stel de bovenverdieping. Een soort mantel zorgwoning avant la lettre, zullen we maar zeggen. Toen onze oude buur vrouw moest verhuizen naar Ten Anker, het bejaardenhuis in onze wijk, verloren wij helaas onze televi siemiddagen. Maar het stel op de bovenverdieping, waar inmiddels een tweede baby geboren was, moet een zucht van verlichting hebben geslaakt nu ze eindelijk de hele woning tot hun beschikking kregen. Eén keer per jaar was de Jacob Been straat het middelpunt van de Konin ginnedagfestiviteiten. De dag vóór Koninginnedag werd onze straat voor alle verkeer afgesloten en werden er vlaggenlijnen (die kwamen bij de Marine vandaan) tussen de huizen gespannen. Op Koninginnedag zelf was de straat dan het toneel van kin derspelen zoals zaklopen, koekhap- pen of hardloopwedstrijden met een ei op een lepel. Wat staan er, op de luchtfoto, trou wens weinig auto's langs de stoepen! Pas na 1970 verschenen die bij ons in het straatbeeld. Aan de deur De winkeliers kwamen gedurende de hele jaren '60 nog aan de deur. Aller eerst was daar natuurlijk melkboer Geel. Niet meneer Geel of de melk boer maar gewoon Geel. "Komt Geel er al aan?", vroeg mijn moeder dan. En dan liep ik naar de voordeur en tuurde de straat af of ik het gemotoriseerde, driewielige melkkarretje al aan zag komen. Want dan kon mijn moeder de melkkoker alvast leegmaken. Melk kocht moeder immers per losse drie liters. Die kwamen uit een kraantje aan de achterzijde van de kar. Op de foto ziet u mijn zusje (uiterst rechts) met een aantal kinderen uit de buurt, in het wagentje van de melkboer. Geel had de gewoonte om tegelijker tijd bij meerdere huizen tegenover elkaar in de straat aan te bellen. Dan kwamen de huisvrouwen zo ongeveer tegelijkertijd aan de deur. Geel zig zagde dan van de ene deur naar de andere terwijl de buurvrouwen elkaar de laatste gezinsnieuwtjes toeriepen. Om de schouder van Geel bungelde een zwarte leren geldtas. Na de bestel ling werd contant afgerekend en Geel telde de prijzen van alle gekochte zui vel uit zijn hoofd op. Dat hoofdreke- nen konden al die middenstanders overigens verdraaid goed! Pas later, zeker tegen het einde van de jaren '60, kwam Geel met nieuwe producten als vanille- en chocolade vla in flesjes. Maar tot die tijd ging de melk dus in een melkkoker en werd daarna bewaard in de uiterst koele kelder van ons huis die, zeker 's win ters, niet onderdeed voor een moderne koelkast. Naast de melkboer kwamen er ook andere leveranciers aan de deur. Op vrijdag kwam de visboer langs. En dan had je nog een bloemenman. Die schreeuwde, zodra hij op zijn handkar aan kwam fietsen, altijd van die onver staanbare namen van zijn koopwaar de straat in. Tot medio jaren '60 hadden we ook nog de kolenboer aan de deur. Mijn oom werkte er als kolensjouwer. Eens in de zoveel tijd kwam die man dan met een enorme zak kolen op zijn rug door ons huis gebanjerd. Die kolen werden achter in de tuin, in een hok gestort. Toen we in de 2e helft van de jaren '60 een gaskachel kregen, was het - ongetwijfeld tot grote blijdschap van mijn moeder - gelukkig afgelopen met dat kolengedoe. En dan was er ook nog Bethlehem, de oliehandelaar. Hij had een oliekar die nog door een paard voortgetrokken werd. Op een dag sloeg dat paard op hol. Ik liep op dat moment net door de Cornelis de Houtmanstraat, op weg naar school, en zie het dolle beest nog in blinde paniek door de wijk rennen. Hoe dit voorval afgelopen is, weet ik eigenlijk niet. Houtmanstraat Voor we de Jacob Beenstraat uitlopen, richting Willem Barentszstraat, neem ik u eerst nog even mee de andere 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2017 | | pagina 5