Handel en wandel in
het hart van 'Oud Den Helder'
Aukelien Jellema
In een oude editie van 'Levend
Verleden' kwam ik een mooi stuk
van dhr. Harry van Loo tegen;
Handel en wandel in het hart van
de ouwe Helder' Maar na herlezing
bekroop mij toch wel een beetje
een gevoel van speak for yourself
toen Van Loo zijn artikel besloot
met de woorden 'dat er niet meer
dan een weemoedige herinnering
is overgebleven aan de wijk die na
de oorlog veranderde in eentonige
nieuwbouw'.
Overtreffende trap
De 'Ouwe Helder' mag dan de over
treffende trap zijn van 'Oud Den Hel
der, iedereen heeft gelukkig recht op
zijn of haar eigen herinneringen. Die
van mij betreffen toevallig die zoge
naamde 'eentonige nieuwbouwwijk'.
Een wijk direct na de oorlog opge
trokken, in de jaren '50 en '60 bevolkt
door jonge gezinnen en dus door veel
kinderen. Én een wijk die, net als de
Ouwe Helder, een levendige en geva
rieerde middenstand bezat. In, laten
we zeggen, 1965 hoefde je voor alle
eerste behoeften van het dagelijks
leven de wijk niet uit. Alles was in
Oud Den Helder voor handen; scho
len, slagers, bakkers, een slijterij, de
kapper, de melkboer, een drogisterij,
de groenteman, een garage, de speel
tuin, een zwembad en zelfs een zorg
centrum dat toen nog gewoon bejaar
denhuis heette. Alleen een kerk moes
ten we ontberen in Oud Den Helder.
Hoe dat kwam heb ik onlangs gelezen
in het rapport De Wederopbouw van
Den Helder 1945-1970 van de hand
van architectuurhistorica Anita van
Breugel. Daarin beschrijft zij dat het
Hervormde kerkbestuur op het laatste
Maandag - Wasdag in Oud Den Helder van de jaren '60.
moment afzag van de bouw van een
kerk op een centrale plek in het Oud
Den Helder van rond 1950, en liever
een kerk in Nieuw Den Helder West
bouwde.
Misschien vindt u het leuk om - in
navolging van de wijkwandeling van
dhr. Van Loo - ook eens met mij mee
te lopen. Laten we teruggaan naar
1966. Dan beginnen we in de straat
waar ik tussen mijn 1e en 16e levens
jaar ben opgegroeid.
Jacob Been
Bijna alle straten in mijn wijk dragen
de namen van roemruchte zeelieden
en mannen uit het reddingswezen. Ik
woonde in de Jacob Beenstraat, ver
noemd naar ook al zo'n oude zeeheld.
Kijkt u even naar de luchtfoto aan het
begin van dit artikel. Helemaal links
onder in beeld hangt mijn moeder's
witte was aan de lijn. Die lijnen had
mijn vader met een ingenieus katrol
systeem aan palen gemonteerd, zeker
vier meter boven de grond. Zo
droogde de was, in een tijd waarin
nog niemand van een wasdroger had
gehoord, supersnel. En dat was wel
nodig want die was kwam schier ein
deloos in ons gezin met vijf kinderen.
Overal op de foto zie je overigens
wasgoed wapperen. Het zal, toen deze
luchtopname werd gemaakt, onge
twijfeld maandag wasdag zijn geweest
In mijn beleving hebben gedurende
mijn hele jeugd dezelfde gezinnen in
de Jacob Beenstraat gewoond. Er ver
huisde bijna nooit iemand en dat zal
er ongetwijfeld aan bijgedragen heb
ben dat de mensen elkaar goed ken
den. Kinderen groeiden met elkaar
op, de moeders dronken 's morgens
koffie bij elkaar. Naast ons woonde
een oude dame die midden jaren '60
al tv had. Op woensdag- of zaterdag-
4