ging het nieuwe bestuur wat dit betreft
op dezelfde voet verder. De giften die
in 1943 en 1944 binnenkwamen bij het
Fonds, besteedden zij dus gelukkig aan
hen die het toekwamen.'
Helaas is penningmeester Jager in
september 1944 (Dolle Dinsdag) met
kas en al er vandoor gegaan (naar
Duitsland). 'Toen Jager gevlucht was
functioneerde het NSB-bestuur niet
meer' staat er in het jubileumboek
van het Fonds.
'Een aantal instellingen nam de uitke
ringen van het Dorus Rijkers Fonds
toen over, zodat de oud-redders hun
broodnodige centjes bleven ontvangen.'
Na de bevrijding
Uiteraard was het NSB-bestuur na de
bevrijding verdwenen. Voorzitter Van
't Haaff riep de overige oude bestuurs
leden op ter vergadering (1 augustus
1945). Zelfs de Helderse burgemeester
G. Ritmeester was present. Hij had het
concentratiekamp overleefd. De finan
ciële situatie van het Fonds bleek niet
eens zo slecht. De rekeningen van het
Fonds waren geblokkeerd, zodat het
grootste gedeelte van het kapitaal
bewaard was. De eerste zorg was dat
de uitkeringen aan de oud-redders
gewoon door konden gaan. Een
tweede belangrijk aandachtspunt was
dat er zo snel mogelijk weer collectes
werden gehouden en leden geworven
werden. Veel mensen hadden namelijk
bedankt als lid na de overname van het
Fonds door de NSB. Heel belangrijk bij
dit alles was de hernieuwde uitgave
van het clubblad de 'Stormklok'.
Hernieuwde activiteiten
De eerste collecte na de bevrijding
werd in augustus 1946 in Wagenin-
gen gehouden. Dat persoonlijk con
tact erg belangrijk was bleek uit de
activiteiten van kapitein Visser,
medewerker van de afdeling Rotter
dam en vader van de secretaresse
van het Fonds. Deze medewerkers
kwamen op het idee de diverse kust
plaatsen te (doen) bezoeken ten
einde goede contacten op te bouwen
met de onderscheiden plaatselijke
afdelingen. Daarbij bleek onder
meer dat de ondersteunde redders
zich zorgen maakten over de kolen-
voorraad voor de komende winter.
Er werd voor gezorgd dat de distri-
butiedienst van de rijksoverheid
extra kolenbonnen voor de oud
redders verstrekte, terwijl het
bestuur extra geld (f 25.- per gezin)
uitkeerde. Geen overbodige luxe
bleek al gauw: de winter van 1947
was inderdaad zeer streng.
'Stormklok'
Anthony van Kampen, die de redactie
over het blad de 'Stormklok' na het
ontslag van Levi Grunwald had over
genomen, was zeer verheugd dat ook
Grunwald het concentratiekamp
overleefd had. Ja, dat Levi zichzelf
weer in staat achtte de redactie weer
op zich te nemen.
Het bleek dat de oud-redder Janus
Kuiper de aantekeningen van Grun-
wald keurig bewaard had. En zo ver
scheen in januari 1946 al weer een
eerste 'Stormklok'.
In dat eerste nummer werd ook het
brieve afgedrukt dat de negentigjarige
oud-schipper Janus Kuiper naar het
Fonds geschreven had: 'Als oudste der
Redders en oudschipper der Helder-
sche Reddingboot wil ik nou de
Stormklok zee kiest, deezen een Rijk
gezegende vaart toe wenschen.
Moogen het Dorus Rijkersfonds, dat
zoo veele van mijn dap(p)ere ouwe
mak(k)kers en hun weduwe(n) steunt
dit lang kun(n)e volhouden. Janus
Kuiper'
Doordat de 'Stormklok' onmiddellijk
naar allerlei scheepvaartmaatschap
pijen en diverse instellingen die met
Rechts de 75-jarige Levi Grunwald (Den Helder, 13 januari 1885 - Amsterdam,
17 mei 1961). Van links naar rechts: Jan van Dok, Piet Pieters en IJsbrand Kramer.
(Amsterdam, 13 januari 1960)
12