vrij. 'Gedurende den eersten tijd kon
deze man van de schrik geen woord
uitbrengen, meldt de Schager Cou
rant. 'Volgens hem zou de snelheid
pl.m. 100 K.M. bedragen hebben, wat
de Kilometerteller der verongelukte
auto in zooverre bevestigde door zijn
stand op ruim 100 K.M.'
Bemanningsleden van de toevallig
naderende motorboot 'Helder' van de
stoombootdienst E.S.O.N.A. (Eigen
Stoomboot Onderneming Nieuwed-
iep-Amsterdam) zagen de lijkauto op
zijn zij drijven. Met een stoomkraan
takelden zij de kolossale Amerikaanse
wagen op het droge.
Sax stuurde een vervangende auto uit
Amsterdam naar de plaats van het
ongeval om de danig gehavende lijk
kist alsnog naar zijn bestemming te
brengen: het Marinehospitaal in Den
Helder.
Dichte massa's
De weduwe Van der Veen had op 25
augustus per advertentie in de Hel-
dersche Courant laten weten dat het
stoffelijk overschot van haar man op
maandag 27 augustus zou worden
bijgezet in het familiegraf op de alge
mene begraafplaats te Huisduinen. De
teraardebestelling verliep aanvanke
lijk keurig volgens schema. 'Het
publiek had zich langs den geheelen
weg, van Buitenhaven tot aan het
raadhuis toe, in dichte massa's langs
den weg geschaard, schrijft de Hel-
dersche Courant.
'Ook op het kerkhof was de belang
stelling groot. Uit den aard der zaak
droeg deze bijzetting geen officieel
karakter, daar reeds in Indië militaire
honneurs waren gebracht. Nochtans
waren vele marineofficieren aanwezig,
onder welke wij noemen de luit. ter
zee Hetterschij, de officieren-vliegers
Moes, Vethake en Dollemans van het
vliegkamp de Kooij, en vele anderen.
Ook den vloot-aalmoezenier, den
eerwaarden heer Alink, zagen wij op
het kerkhof.
'Aan het graf werd slechts het woord
gevoerd door den officier van de
M.S.D. (Marine Stoomvaart Dienst)
Jongkees, welke als vriend van den
overledene eenige hartelijke woorden
van afscheid sprak. Hij noemde hem
een goed vriend, een nobel chef, een
liefdevol vader, een minnend echtge
noot, een edel mensch.'
Pijnlijk moment
Toen de kist in het graf zou worden
neergelaten, brak er een pijnlijk
moment aan. Het uitgegraven gat
bleek te klein te zijn. De oorspronke
lijke kist was door het ongeval in Zij-
persluis zo zeer beschadigd, dat de
familie het nodig had geoordeeld een
andere te laten maken. 'Deze was
evenwel van abnormaal-groote afme
tingen, aldus de Heldersche Courant,
'dat de aanvankelijk gegraven graffiuil
te nauw was. Eerst door het verwijde
ren der stutbalken kon de ter aardebe-
stelling plaatsvinden.'
Op maandag 27 augustus schrijft
vlootaalmoezenier Alink in zijn dag
boek: 'Ik ben op het Algemeen kerk
hof bij de begrafenis van officier Van
der Veen tegenwoordig, voor zijn
goed katholieke vrouw, Jo Dito. De
groote kist kan alleen dwars in den
wagen, de dragers moeten op het
kerkhof telkens rusten wegens de
zwaarte, en..op het moment van
begraven, blijkt de kuil te nauw.
Onder pijnlijk-lange stilte gaat de
doodgraver aan het zand scheppen.
Na afloop heeft een marineman gele
genheid zijn gewone marine-origina-
liteit te uiten: "Ik vond het een
tweede-rangs voorstelling, meneer!"
Personalia
K.W van der Veen is 12 januari 1884
geboren in Haaksbergen. Hij trouwde
op 12 november 1913 met Johanna
Sophia Dito. Zij was geboren (22 juli
1888) en getogen in Den Helder, doch
ter van koopman/ winkelier Hendricus
Martinus Dito en Johanna Maria Brau-
tigam. De bruidegom, werkzaam als
machinist bij de marine, kon niet aan
wezig zijn bij de huwelijkssluiting. Hij
was in Nederlands-Indië en daarom
werd het een huwelijk met de hand
schoen, zoals dat werd genoemd. Zijn
oudere broer, boekhouder Jacob Hen
drik van der Veen, trad op als bijzon
dere gevolmachtigde. Het echtpaar Van
der Veen-Dito kreeg vijf kinderen. In
1924 verhuisde het gezin naar Soera-
baja, waar Van der Veen technisch lei
der van het torpedo-atelier werd. Na de
dood van haar man woonde de weduwe
Van der Veen nog twee jaar in Den
Helder. Daarna verhuisde ze naar Bloe-
mendaal. Ze overleed in 1941.
De begrafenisstoet van K.W. van der Veen op 27 augustus 1928 over het Havenplein
langs het marinemonument 'Voor hen die vielen' op weg naar de Algemene
Begraafplaats. (Tijdschrift 'De Stad', 7 september 1928)
14