Carnaval en Cultuurhistorie
Tussen de oude houten stellingen van
de HHV in het gemeentehuis kwam
begin 2015 opnieuw een oorkonde
tevoorschijn. Een duik in het verleden
leerde dat bij de feestcocktail van 10
november 1990, de avond voor 'de
elfde van de elfde, van de carnavals
vereniging 'De Krabbetukkers' de
HHV tot Heerlijkheid van Waaien-
burg was benoemd.
De oprichters en de toenmalige
bestuurders worden in de oorkonde
geroemd om hun grote inzet die heeft
geleid tot een groter historisch besef
in onze stad. Voor de jongeren onder
ons hier de namen van de oprichters
van de HHV in 1988: J.A. Zegel, L.F.
van Loo, W.F. de Haan, W. Kalkman
en A.P. Vlam. De contributie bij de
oprichting was 25 gulden per jaar.
Met incassomachtiging is de contri
butie nu 25 Euro. Dat bedrag valt na
de overgang van de gulden naar de
Euro toch eigenlijk wel mee. Maar, is
het echt waar, is er sinds 1988 een
groter historisch besef in onze stad
ontstaan? Of is het Helders historisch
besef verworden tot fototentoonstel
lingen en feesten bij iedere (on)moge-
lijke gebeurtenis?
De Krabbetukkers is ruim 55 jaar
geleden opgericht door de Katholieke
Sport Centrale Wit Geel Wit (KSC-
WGW) en de RK Harmoniekapel
Winnubst. Twee verenigingen waar
mijn familie, maar bijna de gehele
toenmalige katholieke gemeenschap,
zich steeds voor meer dan 100 heb
ben ingezet. De oprichting van de
Krabbetukkers was trouwens in Hotel
Bakker in de Spoorstraat, het restau
rant waar mijn ouders hun 25-jarig
huwelijk hebben gevierd. In dat pand
is al een paar jaar de projectwinkel
Stadshart gevestigd, waar vrijwilligers
van de HHV vertellen over de historie
en de plannen voor de toekomst van
Den Helder.
In 1964 mocht ik voor het eerst naar
het carnaval in de Marinekantine,
naar 't Huys Tijdverdrijf. Wat was dat
een heerlijk gebouw op die mooie
plek op de dijk om feest te vieren en
daarna lekker uit te waaien. Na afloop
via dijk en haven lopend met de kop
in de wind terug naar huis. Oom
Freek (Brondsema), zo werd hij met
veel respect genoemd, had geen
betere namen kunnen bedenken. De
Krabbetukkers uit Waaienburg. Ook
nadat wij eind 1975 vanuit Den Hel-
der naar Amsterdam waren verhuisd
heb ik nog jaren Bastion Pierre
bezocht. Naar huis lopen was toen
uiteraard te ver, dus sliep ik bij mijn
schoonouders in Koegras.
De start van het carnavalsseizoen
blijkt wel iets met heel oude feesten
en het latere Kerstmis te hebben. De
'oude' veertigdagentijd begon ook op
de 'elfde van de elfde, exact 40 dagen
voor de kortste dag van het jaar: 21
december. Daarna wordt het weer
langer licht. Het zou mij niet verbazen
als er in het grijze verleden ook op
Edesthorpa al die Zonnewende werd
gevierd. Tegenwoordig is de veertig
dagentijd de periode voor Pasen.
Pasen: de viering van de verrijzenis.
Die veertigdagentijd begint op
Aswoensdag, nu de eerste dag na het
Carnaval.
Bewaard gebleven of verdwenen
Zouden de monniken trouwens vroeger
altijd serieus doorgewerkt hebben?
Daar geloof ik niets van. Zo leert de
geschiedenis ons dat de oudst gevonden
Nederlandse tekst een minneliedje is.
'Hebban olla vogala nestas hagunnan
hinase hic enda thuuu(at) unbidan
(uu)e nu'.
In het huidige Nederlands: 'Alle
vogels zijn met hun nesten begonnen,
behalve ik en jij. Waar wachten wij
nog op, Het liefdesliedje is omstreeks
1100 door een Vlaamse monnik in de
kantlijn opgeschreven, naast het toen-
dertijd gebruikelijke Latijn, om zijn
nieuwe vogelveer en inkt uit te probe
ren. Het perkamenten kladblaadje is
pas in 1932 ontdekt. Het was honder
den jaren daarvoor niet echt wegge
daan, maar hergebruikt om een boek
band te verstevigen.
Helderse historie, monnikenwerk, al
eeuwenlang de vraag:
Wat is bewaard gebleven, maar
vooral, wat is door zeespiegelrijzing,
Vikingen, storm, watergeuzen,
brand, oorlogen en bezetting alle
maal verdwenen.
Voormalig kantine van de Koninklijke Marine 't Huys Tydtverdrijf aan de
Kanaalweg tegenover het Koningsplein. (Collectie Wim Kalkman)
6