De baas van 'De houten Lepel' en Eiki zitten in handelsconferentie. De baas heeft grote plannen in 't brein. Eiki knikt nadrukkelijk goedkeurend de kop en vraagt: "Je gaat dus uitbchei- den, Smeding? "'t Is te zeggen, Bui tenman, wanneer je me aan wat bullen kan helpen "Spcheek op! zegt Eiki, "as 'k een kwachtje an je kan vechdienen, zal ik je helpen De baas van 'De Houten Lepel' vraagt wat gebruikte dekens te koop. Z'n loge ment moet worden uitgebreid: Gebruikte, maar nog bruikbare dekens, hoor je, Buitenman?" "Is 't anders niet? vraagt Eiki. "Ga mee naach 't pakhuis, zal ik je helpen Een half uur later liggen de dekens in huis. Vader haalt zorgvuldig z'n beurs voor de dag. Eiki vangt mesjomme. "Nah? Smeding vraagt-ie, als 't geld in z'n grote koopmansbeurs glijdt. Vader knikt goedkeurend en bij voort during: "Goed Buitenman goed. "Heb 'k je afgezet?!" "Nee, waarachtig als God niet zegt vader. Eiki duwt z'n kop in de richting van z'n klant en zegt vertrouwelijk: "Smeding, hooch 's Alles dicht an me wat open is, alles open wat dicht is, 'k heb dchie kwachtjes an je vechdiend Is 't te veel?" "'t Is een levenswijs volk verdedigt vader de Joden. Rechts de synagoge uit 1928 die net als de andere gebouwen aan de Kanaalweg in de Tweede Wereldoorlog op last van de Duitse bezetter wordt afgebroken. Over Hartje Jacobs vertelt Cees Schel- linger in zijn boek: 'O, die ouwe Hel der' nog een mooi verhaal: Hartje moet voor de kantonrechter komen, een klein pestzakie, maar toch. Hartje verschijnt, klein en krom voor de hooggezeten Edelachtbare en zegt op diens vraag Naam en Voornaam. "Ik ben Hartje Jacobs en mijn broer is rechter." Dat maakt toch wel enige indruk. De zaak is snel afgehandeld, het vonnis mild, maar dan wil de rechter toch wel iets meer weten van die broer die rechter is: "En meneer Jacobs, waar is uw broer rechter?" Niemand, en zeker ik niet, kan dat prachtige gespeelde gebaar van goed- gespeelde verbijstering en wanhopige verwondering over zóveel misver stand beschrijven dat Hartje opvoert: "U ziet me hier toch staan, ik ben krom, maar mijn broer die is rechter!" Klaas Smelik woonde in Oud Den Helder - daar woonden toen inder daad nogal wat Joodse Nieuwediepers, veelal kleine handelaren. Maar in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw kwam er een beweging op gang richting Kanaalweg en ook naar de Smeding baas Smelik, Klaas z'n vader Eiki Buitenman Buitenkant, de joodse lom penhandelaar uit de Krom- mesteeg diens zoon David Buitenkant heeft in de jaren twintig het bedrijf naar de Mid denstraat verplaatst Mansveld M.J. Manheim, handelaar in ijzerwaren in de Lange- straat, later Koningstraat Eldering H.L. Elte in de Middenstraat, later Konings plein Kannemaker S.A. Kanne- wasser in de Langestraat, later Keizer straat Praag M. van Praag, eveneens koopman in dezelfde straat de Jood met wie Nardus een handeltje doet, is de koopman H. Jacobs uit de Vlootstraat aan wie Sme- lik jr. een wel wat erg deni grerende opmerking over het 'geld- maken' van de Joden toe schrijft, is Jan Rob, hande laar in lompen en metalen uit de Breestraat Hartje 'Voddekoop' 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2017 | | pagina 23