In 1928 werd de oude synagoge vervangen door een nieuw en wat hoger gebouw.
In de pas geopende synagoge "is deze in moderne stijl opgevatte aanwijzer voor het
aangeven van den komende Sabbath". Het geheel is een geschenk van de heer en
mevrouw G. Oudkerk-van Praag te Amsterdam en een ontwerp van de heer Elten,
architect van het gebouw. Het tijdschrift 'De Stad', 31 augustus 1928)
het groot-joodse koor uit Amsterdam.
Behalve de plechtige inwijding waren
er uitbundige festiviteiten in Musis
Sacrum in de Koningstraat. Ook de
nieuwe synagoge, gebouwd in
Amsterdamse Stijl, was een ongeveer
rechthoekig gebouw met een boog
vormige toegangsdeur boven een
stenen bordes. Alleen de ramen aan
weerszijden van de toegangsdeur
waren aanzienlijk kleiner en recht
hoekig. Daar stond tegenover dat in
het wat hoger opgetrokken gebouw
aan de bovenzijde van de voorgevel
eveneens enkele rechthoekige ramen
geplaatst waren. In het gebouw waren
ook lokalen voor de 'joodse school'. In
feite was de joodse school allang geen
echte school meer, maar kregen de
joodse kinderen alleen op zondag
morgen Hebreeuwse les en gods
dienstonderwijs van de gazzan, de
voorzanger in de synagoge. Voor de
resterende week gingen joodse kinde
ren gewoon naar de lagere school,
alleen niet op sabbath. Althans niet de
kinderen van de orthodoxe ouders.
Toen de nieuwe synagoge gebouwd
werd was het aantal joodse inwoners
van Den Helder al bijna gehalveerd
ten opzichte van de jaren tachtig in de
19e eeuw.
Kort voor de Tweede Wereldoorlog
waren er niet meer dan zo'n veertig
huisgezinnen met een kleine ortho
doxe kern. Verreweg de meeste van
hen hebben de oorlog niet overleefd.
De synagoge is, evenals de andere
gebouwen aan de Kanaalweg, op last
van de Duitse bezetter, afgebroken.
Het enige gebouwtje dat nog aan de
kille, de joodse gemeenschap, aan het
Marsdiep van anderhalve eeuw herin
nert, is het metaarhuisje (reinigings
huisje) uit 1938 op de Huisduiner
begraafplaats. Maar zelfs dat is meer
bekend als het 'drenkelingenhuisje'.
En dan is er uiteraard de Joodse
begraafplaats sedert 1827. Daarover
wordt van alles verteld in het fraaie
boek 'De Joodse Begraafplaats in
Huisduinen' van Jack Ambriola (Uit
gave HHV 2015).
Jood in Nieuwediep
Hoe was dat nou, Jood in Nieuwediep
in die decennia voor de Tweede
Wereldoorlog? Ik wil beginnen met
een enige citaten uit een boek van
Klaas Smelik. 'En altijd roept de zee
Klaas Smelik, de zoon van de loge
menthouder uit het volkslogement
'De Houten Lepel' of ook wel 'De luis
aan de ketting', Middenstraat 38 in de
oude Helder:
Als Nardus, de lompenhandelaar,
mazzel heeft, slaat-ie een handeltje
met Hartje, 'de Jood'.
Als tegen Pasen de vrouwen een
handvol vodden op de rommelzolder
vinden, roepen ze om Eiki, 'de Jood'.
Mansveld in ijzerwaren, 't is een Jood'.
Eldering, de bakker, 't is 'een Jood'.
Kannemaker, Praag 't zijn allemaal
'Joden'.
"Spekjood!! roepen de kinderen
der kleine burgers, als Eiki 's morgens
om vodden roept.
"Smous!! schelden dezelfde kinde
ren, als Sam Eldering, de zoon van de
bakker, passeert.
En ratelend op hun klompies rennen
ze weg, als Eiki aanstalten maakt hen
te komen straffen.
"Bij God en m'n moeder schoner
nagedachtenis zegt Piet Langen,
de Christenkoopman die veel met
Joden verkeerde, de Joden, ze zijn
glad als puitalen onder de stenen,
maar kóóplui zijn het."
"Als een ouwe Jood z'n laatste uit
werpselen laat gaan, weet z'n zoon er
nog kleingeld van te maken zeit
'Voddekoop'. Vader zegt: "'t Is een
levenswijs volk."
22