3^,..
/Jan föan.
Pan maakt er een potje van
- A/ /'A A1
Een patriot kwam, zag en verdween weer (1787)
Jan T. Bremer
Begin 1787 solliciteerde de Alkmaarse
notaris Mr. David Pan om in Den
Helder in dezelfde functie te worden
aangesteld. Hij was van mening dat
de plaatselijke baljuw, schout, secre
taris, dijkgraaf, bode en notaris Pieter
de Leeuw, die al enige tijd met zijn
gezondheid sukkelde, best een collega
kon gebruiken. In zijn sollicitatiebrief
aan de Gecommitteerde Raden te
Hoorn, schreef hij onder meer:
Geeft met allen eerbied te kennen Mr.
David Pan, openbaar notaris, voor den
Ed. Hove van Holland geadmitteerd,
resideerende te Alkmaar, dat door de
steeds aanhoudende indispositie van de
notaris Pieter de Leeuw aan de Helder,
de nodige actens aldaar niet kunnen
worden opgemaakt, en dat voor het
tegenwoordige tot gerijf van de
ingesetenen en andere, zeer
noodzaakelijk zoude zijn, dat een
persoon nevens den notaris de Leeuw
als notaris aan de Helder Huysduy-
nen wierd geadmitteerd'
Op 24 januari gaven Gecommitteerde
Raden (Gewestelijk Bestuur) hem een
voorlopige aanstelling, die kort
daarop door de Staten werd bekrach
tigd. Pan zou zich als een 'vroom,
getrouw en oprecht notaris moeten
kwijten en gedragen' Op 8 februari
volgde de aanstelling.
De toeloop op zijn 'comp-
toir' viel tegen. Wel
kreeg hij op 25
januari een testa
ment op te stel
len, maar
daarna zou het
tot 10 maart
volkomen rus
tig bij hem
blijven. Vanaf 25
januari tot en met
1 september 1787
werden op zijn kan
toor in totaal slechts 29
akten gepasseerd.
Tweede secretaris en baljuw
Pan zocht naar meer bezigheid en
verzocht Gecommitteerde Raden op 9
februari hem als tweede secretaris
naast Pieter de Leeuw aan te stellen
omdat 'seer noodzakelijk voorsiening
behoorde te worden gedaan nopens het
Portret van David Pan met steekhoed
als "capitein luytenant der schuttery
te Alkmaar 1787uit een serie van
'Portretten van patriotten' door de
patriottisch gezinde tekenaar, etser en
graveur Abraham Jacobsz
Hulk. (Rijksmuseum
Amsterdam, RP-P-
1910-1795)
werk van den
secretaris
aldaardat
door aanhou
dende indispo
sitie' van de
Leeuwdesert
liep.
Daarmee haalde hij
zich echter de tegenwer
king op de hals van Abraham
Schoon, de zwager van Pieter de
Leeuw, getrouwd met Elisabeth
Schoon, die tijdelijk het secretariaat
en andere zaken voor Pieter de Leeuw
waarnam.
De sollicitatie van Pan had succes.
Gecommitteerde Raden stelden hem
aan als tweede secretaris, op zodanige
voorwaarden en beloning als hij,
onder goedkeuring van Gecommit
teerde Raden, in overleg met Pieter
de Leeuw zou overeenkomen.
Ten slotte zag Pan óók nog kans het
baljuwschap van Pieter de Leeuw ten
dele naar zich toe te halen: toen op 18
juli een commissie van Gecommit
teerde Raden naar Den Helder kwam
om de betrouwbaarheid van enkele
prinsgezinde marineofficieren, de
kapiteins Dekker en Gulleken en lui
tenant Van Braam te onderzoeken,
werd de patriot Mr. David Pan
benoemd en beëdigd als substituut
baljuw. Hij was het die vervolgens
genoemde officieren in het logement
van Gecommitteerde Raden gevan
genzette.
Doopakte Egmond-Binnen, 30 november 1751 van David Pan. Ouders: Jan Pan en
Grietje van Lienen. De twee getuigen zijn: grootmoeder Leijntje Groes weduwe van
grootvader David Pan, daarna van Cornelis van der Gragt en vervolgens echtgenote
van mede getuige David Schagen. (Dopen Ned. Hervormd 1721-1813)
10
x/lst