1
*0
„SARDIEN!?" - NIJDIG
KLaPT de deur dicht
Tekening van
Pinkhof uit 'Koning
Dorus en zijn Blauwe
zee-ridders' door
Levy Grunwald,
pagina 42.
arme, oude
zeeredders. Het
resultaat daarvan
is geweest dat
Dorus niet alleen
in de kleren is
gestoken en een
nieuwe fiets heeft
gehad, maar ook
dat 'zijn schamel
inkomen' met
enkele guldens per
week kon worden
verhoogd. Belang
rijker was dat er
vervolgens vragen
aan de Minister
zijn gesteld, die
vervolgens
beloofde te zullen
nagaan wie dezer
nooddruftigen voor overheidssteun in
aanmerking konden komen. Daar
kwam in de praktijk wel niet zoveel
van terecht, maar belangrijk was wel
dat de aandacht op de groep oud
redders gevestigd was. Met name het
in 1923 in 't leven geroepen Dorus
Rijkersfonds (Helden der Zeefonds)
heeft in deze goed werk gedaan.
Behalve Henri ter Hall en dr. Radema
ker bestond het bestuur van dit fonds
uit de gepensioneerde Luitenant-ter
Zee P.J.J. Jaeger, Levy Grunwald en
H.J.P. Egner, "terwijl op voorstel van
beide laatste heren ook aan den heer
W.F. la Lau een plaats in het bestuur
zal worden ingeruimd." (Helderse
Courant 3 maart 1923). La Lau, mede
werker in dienst van de Helderse lees
zaal, schreef eveneens een boekje geti
teld 'Helden der Zee' (1923).
Niet de zucht tot schrijven, doch de
drang te trachten het lot van onze oude
'Helden der Zee' iets te verzachten
noopte mij tot het samenstellen van dit
levensschetsje schrijft hij
braaf in het voorwoord
van de eerste druk in
1923. Zijn boekje, met
enkele illustraties van
Leonard Pinkhof, haalde
vier drukken (1923, '24,
'31, '32). Niet slecht,
maar 'Visscher's Grietje'
van de Texelse postschip-
per Willem Mets Tzn.
haalde in 1932 de 26e
druk.
Vletterlui
Een productief schrijver,
goed voor een tiental
Egnerboekjes met meer
dere drukken, was de
joodse textielhandelaar/
journalist Levy Grun-
wald.
'Ach die Levy, als-ie niet
praatte dan schreef-ie,' zei
men in Nieuwediep.
Maar ze mochten hem
wel, zijn belangstelling
voor de Blauwe Zeerid
ders uit de ouwe Helder was oprecht.
Levy dreef met een broer en zuster
een manufacturenzaak 'De Zon' in de
Keizerstraat 116 in Den Helder, maar
ging er ook graag op uit als textielven-
ter in de naburige Anna Paulowna-
polder en op Wieringen. Op het
eiland Wieringen ontmoette hij ook
de daar geïnterneerde Duitse Kroon
prins. Levy schreef over hun gesprek
ken naast een boeiend krantenartikel
ook een Egnerboekje: 'De banneling
van Wieringen' (1923, 4 drukken).
Zijn bekendste boekje (7 drukken)
was echter 'Koning Dorus en zijn
Blauwe Zeeridders' (1923). In zijn
voorwoord schreef hij onder meer:
Waar Dr. Rademaker zich met zijn wel
versneden pen reeds als kampioen van
Koning Dorus opwierp, waar de heeren
Duijs en Henri ter Hall zeer zeker niet
zullen nalaten in het Parlement hunne
stem ten gunste van de 'Blauwe Zeerid
ders' te doen hooren, waar het Neder-
landsche Volk met interesse kennis
nam van een artikel des heeren La Lau
en de Heldersche en Alkmaarsche Cou
rant geheele pagina's vol lof aan deze
edellieden wijdde, meende ik niet te
mogen nalaten deze novelle te schrij
ven
Niets menschelijks is ook deze mannen
vreemd, doch in daden van moed en
onverschrokkenheid zijn zij onover-
treflaar.
W.F. La Lau, voorzitter van de Vereni
ging 'Moed, Volharding en Zelfopof
fering' (dragers van reddings-medail-
les) schreef in het voorwoord: Door
jarenlange omgang met de bemannin
gen der Heldersche reddingboot (in de
haven) en vlet (op de dijk, bij de Wind
wijzer), uitermate met hun noden op
de hoogte, is hij bij het streven van het
comité tot vorming van het Dorus Rij
kersfonds niet anders dan welkom,
want indien ergens hulp nodig is, dan
zeker wel onder de 'Helden der Zee'
welke op hun ouden dag gebrek moeten
lijden.
Dit is geen beloning voor hen die bij
storm en ontij dag en nacht gereed
stonden in oliepak en zuidwester, om
bij het eerste sein om hulp de redding
boot te bemannen en hun leven in de
waagschaal te stellen om hun even-
mensch, onverschillig van welke natio-
Tekenleraar Leo Pinkhof met enkele leerlingen
van de ambachtsschool.
8