'Helder' verlicht Willem van der Paard Een vergadering van vrijmetselaars voor het aannemen van leerlingen: de kandidaat plaatst zijn rechterhand op de bijbel en belooft plechtig om nooit de geheimen van de vrijmetselarij te onthullen. Steendruk, 1 maart 1812 door Thomas Palser, Surry Side, Westminster Bridge. (Stiftung Stadtmuseum Berlijn, Duitsland. Het zal in het jaar 1816 zijn geweest - nu 200 jaar geleden - als hij neerstrijkt in Helder. Lopende over planken, door modder en zand komt hij, met een trekkend been, binnen: de politiecommis saris van de Zijpe, de Helder en Texel, Pieter d'Armandville. Hij is een bijzondere sinjeur, met dan al een avontuurlijke loopbaan ach ter de rug. Hij is geboren in het dorpje Buez in Normandië. Wat hem als jongen overkomt, is niet bekend. Wel blijkt hij op latere leeftijd verschillende talen vloeiend te spre ken en te schrijven: Frans, Neder lands, Portugees en Engels. Tijdens de Bataafse Republiek monstert hij aan als tweede luitenant op een kaper schip. Daaraan houdt hij dat trekkend been over. Later komen we hem tegen als kapitein in het leger der Fransen. In het koninkrijk Holland is hij één van de zeven politiecommissarissen van Amsterdam. Aangezien voor een blijven hangende Fransoos vindt hij tot drie jaar na vertrek van de bezetter geen emplooi. Nou ja, zijn rijke schoonvader Gravelle des Vallée in Amsterdam staat hem bij. Dan wordt hij commissaris van politie met als plaats van vestiging de Helder. Geen hoofdprijs, een plaatsje met ruim 3.000 inwoners, maar ook niet niks. Het Departement Helder van de Maatschappij tot Nut van 't Al gemeen Hij zal de noden van het volk hebben opgemerkt. Ondanks rijke oogsten is er schrijnende armoede in het land. De belastingdruk is hoog en voor de gewassen kan niet worden betaald. Zijn ruime ervaring helpt d'Armandville door de dagelijkse beslommeringen heen te kijken. Er moet hoop zijn voor de mensen in Helder en op Huisduinen, én voor hem. Het is immers de tijd van vrij denkers en democratie. Er is in het gehele land een geloof in onderwijs om te komen tot vooruitgang, wel vaart en welzijn. Voor allen! De natuurlijke leider op deze golf is dominee Jan Nieuwenhuijzen. Een sterk sociaal betrokken man die is geraakt door de idealen van de Ver lichting. Pieter moet hebben gehoord over de steden en dorpen, waar een departement, een afdeling, van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen is opgericht. Helder moet ook zo'n departement. Pieter en zijn secretaris Johannes Schermerlé benaderen enthousiaste en meer vermogende medeburgers. De heren Noot, Van der Zanden, Van Straten, Lohman en Van Moerbeecke voelen er wel voor. Er gaat een brief uit naar het hoofdbe stuur van het Nut. Dat stemt in met het verzoek en op 6 december 1822, op de 30e verjaardag van de Kroon prins der Nederlanden, is het departe ment, met als zinspreuk 'Zucht tot weldoen', een feit. Er volgt een bestuursverkiezing. Pieter d'Armandville wordt voorzitter, voor een jaar. De vrijmetselaarsloge Willem Frederik Karel Onze commissaris van politie krijgt de smaak te pakken. Pieter d'Armandville is vrijmetselaar. Voor en gedurende de Franse tijd zijn er ook vrijmetselaars in en rond Helder. Pieter brengt hen samen en weer gaat een brief uit. Nu naar het hoofdbe stuur van de vrijmetselaars. Daarin is gevraagd om een loge te mogen oprichten, dragende de naam Willem Frederik Karel, met als kleuren oranje en wit. Het is de tijd waarin prins Frederik Grootmeester is (Prins Fre derik is de tweede zoon van Koning Willem I, dus de broer van Koning Willem II). Het hoofdbestuur behan delt het verzoek in zijn vergadering van 19 november 1825. Bij brief van 23 november 1825 komt het positieve u Wtf/ma ef .yfyfr'/jiajjxj /rr/at'su (?a tu/n/a/r /i/rtrtny /riaA/ t/[ <z /Z 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2016 | | pagina 3