ZIE RIKZEESCIIE
COURANT.
Het schip Javus Welvaren, van Batavia, is den 10 dezer
Ier rmie van Texel aangekomen. Zijne eminentie mg.* Grooff, bisschop
van Canea in partibus, bevond zich aan boord van dien bodem.
plegtigheid afgeloopen; toen verkon
digde de Bisschop dat hij zoo op 't
oogenblik de tijding had gekregen,
dat het ijs was losgeraakt en dat wij
om 1 uur zouden uitzeilen. Al de
Heeren, zoowel als ik, waren verbaasd
over deze tijding, want toen wij 's
morgens het schip verlieten, dachten
wij alles behalve dat wij vandaag zou
den uitzeilen. Ieder trachtte nu zijne
zaken zoo wat in orde te brengen en
om 12 uren verlieten wij de pastorie
en reden naar het hoofd, alwaar het
schip reeds zeilvaardig lag.
'Aan het hoofd werd Mgr. door de
officieren van Z.M. stoomschip De
Cycloop ontvangen. Hier knielde de
pastoor, de kath. officieren en inwo
ners van den Helder neder en onder
het bulderen van het geschut en de
diepste stilte van den aanwezigen
sprak Mgr. den laatsten zegen over de
vóór hem geknielde menschen, voor
de Catholyken van Holland en in het
bijzonder over het geheele vaderland
in het algemeen uit.
'Vervolgens kwam de groote sloep
van gemeld stoomschip voor ons om
ons aan boord te brengen. De trossen
werden losgemaakt, eenig zeil bijgezet
en aldus kwam het schip in beweging,
tegenover de Cath. pastorie van den
Helder gekomen zijnde, salueerde ons
schip met 7 schoten, hetwelk door het
3 maal op en neerhalen van de vlag
van gemelde pastorie werd beant
woord. Van verre zagen wij het
zwaaijen der hoeden, het wuiven der
zakdoeken van de aan het hoofd ver
zamelde menschen.
'Ieder ging nu naar beneden om brie
ven te schrijven. Ik schreef ook een
brief naar huis en om 3 uur hoorde
men het geroep van Brieven voor den
loods. Men haastte zich om in der
haast te sluiten en 3 1/4 uur ging de
loods van boord. Om 4 uur gingen
wij op het dek om de zon voor het
laatst in 't gezigt van de Holl. kust te
zien ondergaan. 5 Uur het eten, het
welk om 7 uur was afgeloopen.
Vreeselijke schok
'Men zocht nu de aandoeningen van
den dag te verdrijven door een partij
tje te omberen (*kaart spelen). Terwijl
wij den eersten dag reeds zoo gezellig
en huiselijk bij elkander zaten, wer
den wij omstreeks 8 uur, als het ware
onderste boven geworpen door een
vreeselijke schok van het schip. Ieder
sprong verschrikt op, hoorde reeds
het ijselijk geroep van "Het schip
zinkt! Strijk de sloep etc" Na eenigen
tijd kwam iemand naar beneden en
toen vernam men dat bovengenoemd
geschreeuw slechts het gevolg was
geweest van de groote schrik door de
hevige stoot van het schip teweeg
gebracht.
'Het geval had zich aldus toegedra
gen: Terwijl wij met een vaart van 7
mijlen in de 4 uur door een zwaren
mist zeilden, hadden wij tengevolge
der duisternis een schip vermoedelijk
een kof overzeild. Men oordeelde dat
het overzeilde schip, zóó het niet ver
gaan was, tenminste zwaar werk zou
hebben om een haven te bereiken. Dit
gebeurde op de hoogte van Egmond.
De kapitein had dadelijk de pomp
onderzocht en bevonden dat deze
geen water opgaf, waardoor men het
bewijs erlangde, dat het schip geen lek
had, ofschoon men nogal aanmerke
lijk schade had bekomen, nl. de boog-
spriet gebroken, de kluiver boomen
en pen verloren, het anker weg gesla
gen. Door het werk, hetwelk nu moest
geschieden om het anker weer voor
de boeg te halen kwam er nogal veel
deining in het schip, waardoor ik de
eerste aandoeningen der onaange
name zeeziekte gevoelde. Om 10 uur
ging ik zeer ongesteld naar kooi.
'7 Dec. De schade, die wij bekomen
hebben is van zooveel belang dat wij
in een Engelsche haven binnen moe
ten om te repareeren.'
Door de reparatie en door windstiltes
onderweg duurt het tot 21 april voor
dat de Maria Suzanna Hendrika Bata-
K.o 48.
DINGSDAG
A.o 1846.
16 JUN1J.
De verbanning van mgr. Grooff veroorzaakte grote verontwaardiging in Nederland, vooral onder het katholieke deel van de bevolking.
Zelfs de Zierikzeesche Courant maakte melding van de aankomst in Den Helder van de verbannen bisschop (16 juni 1846).
28