den, of zijn een noodzakelijk ant
woord op veranderingen door de
natuur. Oorlog en bezetting versnel
len noodzakelijke en gewenste plan
nen zeker niet, maar zorgen eerder
voor vertraging in de uitvoering en
voor slecht onderhoud, maar ook
voor het 'vergeten' van oude plannen
en voor geschiedvervalsing.
Door Maarten Bakker (1949-2008) is
in zijn in 1993 uitgegeven boek "Her
stelplaats voor 's Lands Vloot' een
pleidooi gehouden om (de bij hem
verder onbekende) J.E. de Witte als
opsteller van het eerste plan voor het
Nieuwe Diep te zien. Dat plan, dat
inderdaad sterke gelijkenis heeft met
het plan van Brandligt, werd namelijk
op 25 november 1776 openbaar
gemaakt. Uit de tekst blijkt echter dat
Brandligt als adviseur en als examina
tor voor de Witte heeft gefunctio
neerd, maar eveneens dat de eerste
onderzoeken en de noodzaak tot
ingrijpen door Brandligt zijn gedaan
en geformuleerd. In december 1776
heeft de bij de Amsterdamse Admira
liteit in dienst zijnde Kapitein ter Zee
Willem May geen goed woord over
voor het plan van De Witte, maar ook
daarbij wordt Brandligt weer
genoemd. Al is het vooral omdat ook
hij volgens May ondeskundig zou
zijn.
Nader onderzoek naar J. E. de Witte
levert Jacob Eduard de Witte (1738
1809) op uit een familie van hoge
militairen. J.E de Witte geeft zijn mili-
taire loopbaan echter na een paar jaar
op en wordt directeur over stadswer
ken en gebouwen van Amsterdam. In
1777 wordt hij wegens malversaties
ontslagen. Later wordt hij nog gene
raal bij de Genie in Rusland. Zijn
zoon, eveneens J.E. de Witte, wordt
op 17-jarige leeftijd (1780) vaandrig
te Amersfoort. Junior wordt later als
landverrader beschouwd omdat hij
wegens schulden uit zijn jeugd in
1782 militaire gegevens over de ver
dediging van Schouwen (inclusief
duidelijke schetsen) aan de Engelsen
zou hebben willen doorspelen. Hij zit
8 jaar in de Gevangenpoort in Den
Haag gevangen.
'Scylla en Charybdis' is niet zoals
Maarten Bakker schreef van 1780,
maar al van 4 maart 1777, en Brand-
ligt heeft daarbij zijn dubbele keuze
voor die mythologische naam (zie
eerder) nadrukkelijk toegelicht. Ik
denk dat de De Wittes op een af
andere manier bij de plannen van
Brandligt betrokken zijn geraakt en,
in het gunstigste geval, het ambitieuze
plan mee hebben uitgewerkt, waarna
het indienen van het plan in maart
1777 door Laurens Brand-
ligt een nieuwe poging
was, na de harde kritiek
van May op het eerste
proefoallonnnetje, om het
project van nationaal
belang veel breder en veel
nadrukkelijker onder de
aandacht te brengen.
Terugkijkend is, in ieder
geval voor mij, Laurens
Brandligt veel belangrij
ker voor de kop van Hol
land geweest dan Napo
leon. Ik hoop dat de nog
steeds grotendeels
bestaande vangdam
daarom nog eens officieel
naar hem vernoemd
wordt, waarmee de toch
storende fout in de hui
dige naamgeving gecor
rigeerd wordt. Daarmee volg ik
columnist Jan Mens die al in 1939 een
oproep deed in de Helderse Courant
om een straat naar Brandligt te ver
noemen. Maar ook toen kwam er
helaas weer oorlog en bezetting.
Uiteindelijk heeft bijna vijftig jaar gele
den, op 16 januari 1968, de vaste brug
over de Bassingracht wel officieel de
naam van Laurens Brandligt gekregen.
Vijftig jaar later, dat lijkt mij een mooi
moment om die unieke eeuwenoude
dam in het Helderse Balgzand op de
lijst van Helders erfgoed te plaatsen, en
daarbij ook meteen een historisch
juiste naam te geven.
Kijk eens op:
http://www.denhelderopdekaart.nl/
kaarten/oude-kaarten/den-helder-
haven-van-het-nieuwediep-1800/
'Sail' dankzij de eeuwenoude veilige ligplaats 'Het Nieuwediep'.
24