genomen. Met het afsluiten van het
Nieuwe Diep nabij de oude Koop
vaardersschutsluis bij de aanleg van
de nieuwe haven werd de eeuwen
oude doorstroming beëindigd. De
havendijk en de Koegraszeedijk
behielden hun functie als primaire
waterkering, ofwel de Marine werkt
vanaf 1954, net zoals in de 18 eeuw,
weer buitendijks.
Door de aanleg van de dammen ont
staat dus de diepere geul die het
mogelijk maakt dat ook de schepen
met een grote diepgang een veilige
ligplaats krijgen. Omdat steeds meer
oorlogsschepen gebruik maken van
het Nieuwe Diep ontstaat al snel de
vraag naar een volwaardige, beschutte
kielplaats voor die schepen. Die kiel
plaats wordt in 1792, een jaar voor de
eerste Franse inval in het zuiden van
ons land, in gebruik genomen en
krijgt de naam 'Het Nieuwe Werk'.
Ook het kielen en schoonmaken op
de onbeschermde Zuidwal is daarmee
verleden tijd. Dat het voor de werkers
en hun gezinnen op dat Nieuwe Werk
jarenlang niet gemakkelijk zal zijn
geweest blijkt wel uit een tekening
waarop de bruggetjes (planken) zijn
aangegeven die over het toenmalige
wad de verbinding met de grens van
de Helderse Polder, de Sluisdijk,
mogelijk maakte. Het blijkt bijvoor
beeld ook uit de geboorteaangifte van
een Johanna de Haan:
Op 11 september 1811 wordt aangifte
gedaan van de geboorte van Johanna
de Haan. Geboren op 23 juli 1811 om
10.00 uur op het Nieuwe Werk. De
moeder is Adriaantje Heger en de
vader Dirk de Haan, schippersknegt op
de kruytboot en wonende op Het
Nieuw Werk.
Oorlog en Franse bezetting
De waterbouwkundige werken zijn
eind 18e eeuw gereed. Een tekening
met de schepen in de winter van 1788
1789 laat zien dat de ligplaats goed
gebruikt wordt. Maar de gouden jaren
van Holland zijn voorbij. Twintig jaar
oorlog en bezetting komen daarvoor
in de plaats. Na de tweede Franse inval
over de bevroren rivieren in de
extreem strenge winter van 1794-1795
(generaal Pichegru) vlucht stadhouder
Willem V naar Engeland, waarna de
Bataafse Republiek wordt uitgeroepen.
Nederland wordt een vazalstaat van
Frankrijk. Op 29 januari 1795 geeft de
hier in het ijs vastzittende Hollandse
vloot zich daarom zonder strijd over
aan een voorhoede van de uit het zui
den komende Franse cavalerie van
generaal Louis Joseph Lahure. De
overdracht van de vloot was aan de in
Kampen geboren en in Franse dienst
getreden latere admiraal Johan Willem
de Winter. Die had in ieder geval zijn
naam wel mee. Het vroor toen 21 gra
den! De onder het nieuwe bevel
gestelde Bataafse vloot verliest van de
Engelsen op 11 oktober 1797 de zee
slag bij Camperduin. Op 27 augustus
1799 landen de Engelsen bij de Kleine
Keet, en veroveren zij via land de hier
voor anker liggende Bataafse en Franse
vloot. Na het aan land brengen van
35.000 man Engelse en Russische
vechtjassen leggen zij meteen de eerste
provisorische verdedigingslinie aan
om 'Het Nieuwe Diep' aan de zuidzijde
te verdedigen, een linie die bestaat uit
land, maar vooral uit scheepsgeschut.
Aan het eind van dat jaar gaat 'onze'
beroemde VOC failliet. In 1810 wor-
den we zelfs bij het Franse Keizerrijk
ingelijfd, Holland bestaat dan niet
meer. In 1814 is ook hier de Franse
bezetting voorbij en begint een nieuwe
periode in de kop van Holland, een
periode waarin Jan Blanken, net zoals
in de Franse tijd, een rol speelt.
Naschrift
Vanaf 2 juli 1954 bestaat het oor
spronkelijke 'Nieuwe Diep' dus niet
meer. Wat ons als onmisbaar element
daarvan rest is de vangdam die nog
grotendeels intact is, maar na bijna
twee eeuwen door een 'foutje' na WO
II in de jaren 50, bij de aanleg van de
Nieuwe Haven, onjuist de naam van
de Franse dictator/keizer heeft gekre
gen. Zelfs de Dienst der Hydrografie
van de Marine plaatst al geruime tijd
die historisch foute naam op haar
zeekaarten. Net zo fout is dat de
vangdam tegenwoordig soms bij
excursies een functie krijgt toege
dacht - gebouwd als bescherming
van het Balgzand - die haaks staat op
de functie van haar bedenker
Laurens Brandligt.
Waterstaatsplannen zijn, zeker ach
teraf, zelden echt nieuw, maar blijken
veelal een vervolg op eerdere studies
die pas uitvoerbaar worden bij nieuwe
technische en financiële mogelijkhe-
Aanleg buitendijkse Balgzandkanaal (1924).
23