'Wagen werd herhaaldelijk onder vuur genomen' Expeditie werkte eerste dagen van de oorlog onder grote druk Wout Smit Werfauto's werden tijdens hun ritten door het land ook door Duitse parachutisten beschoten. De inval van de Duitsers op 10 mei 1940 bracht een enorme schok teweeg. Toch probeerde het bedrijfsleven, dus ook Wil lemsoord, de dagelijkse productie zo snel mogelijk te hervatten. Onder welke moeilijke omstan digheden in de eerste dagen van de oorlog werd gewerkt, laat een verslag van de afdeling Arsenaal zien. Chef van deze afdeling was luitenant-ter-zee der 1e klasse H.J. Suermondt. Onder het Arsenaal ressorteerden ook de geschutma- kerij en de pyrotechnische werk plaatsen. Een aantal fragmenten uit het verslag over de dagen van 10 tot 14 mei 1940. 'De Expeditie werkte in continu bedrijf door, waarbij zoonodig tijdelijk zich thuis bevindend personeel werd opgehaald indien de werkzaamheden zulks wenschelijk of noodig maakten. Onder de buitengewone leiding van Commandeur Van Leeuwen heeft dit bedrijf enorm veel gepresteerd.' 'Op het moment van het uitbreken van den oorlog bestond het mate rieel, behalve uit de drie vaartuigen der Marine Transport Dienst, uit vijf wagens voor den buitendienst en een kleine vrachtwagen voor het opha len uit de magazijnen. Drie wagens bevonden zich buiten Den Helder, allen onderweg met zendingen voor verschillende bestemmingen.' 'De enorme uitbreiding in de verzen ding maakte het noodzakelijk telkens een beroep te doen op het Korps Motordienst. Aan alle aanvragen om auto's werd binnen redelijk korten tijd voldaan. Wanneer geen militair personeel daarbij beschikbaar gesteld kon worden, werd naast den bur gerchauffeur steeds een gewapende matroos-zm van de vaartuigendienst mede gegeven. Voor de bewapening werd de beschikking gekregen over een negental karabijnen met leergoed en 120 patronen. Voor kleine urgente zendingen werd eenige malen de hulp ingeroepen van de Staf Zeemacht en dan kwamen steeds motor-ordonnan- ces ter beschikking.' - 'Mil. auto 1840. Korpls-chauffeur Sipma en Van der Veen. Bij het uitbre ken der vijandelijkheden bevond de wagen zich te Rotterdam met lading voor Vlissingen en Veere. Wagen werd reeds den eersten morgen verwoest en personeel streed aldaar met de troe pen verder, waarbij Van der Veen licht gewond werd. Laatste meldde zich 18 mei bij Chef Arsenaal. Sipma meldde zich telefonisch op 24-5 vanuit inter- neeringskamp te Anna Paulowna.' - 'Mil. auto 8611. Mil. chauffeurs C. Krone en H. Schong. Bij het uitbre- ken der vijandelijkheden bevond de wagen zich in de omgeving van Oegstgeest, op weg van IJmuiden naar Hoek van Holland. Wagen werd herhaaldelijk onder vuur genomen vanuit vliegtuigen en door gedaalde parachutisten. Keerde op order van mil. autoriteiten terug naar Willems oord, alwaar zij zich ten 09.00 uur op Arsenaal meldde. Reed om 10.00 uur weder van Arsenaal weg met order langs binnenwegen te trachten Hoek van Holland te halen. Werd bezuiden Amsterdam wederom teruggestuurd naar Willemsoord. Meldde zich ten 16.00 uur op Arsenaal. Wagen werd ontladen en leeg naar Hoorn gestuurd om te assisteeren bij het ontruimen der Rijkswerkinrichtingen aldaar, welke ter beschikking moesten komen voor het opbergen van geinterneerde Duitschers en politiek minder gun stige Nederlandsche elementen. Wagen keerde om 21.00 uur met volle lading terug. Reed, na slechts drie uren rust, om 00.00 uur van 11 mei wederom af met lading voor Hoek ROniJMUbj mimiio* Si CMRiOis 2 8

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2016 | | pagina 8