aisa
Middeleeuwse terp, het Torp
Grootste terp van Noord-Holland in Den Helder
Rens Schendelaar
Nadat de bestemmingsplannen
voor de nieuwe Helderse woonwijk
de Schooten waren goedgekeurd
begonnen grondbedrijven in 1964
met het bouwrijp maken van het
gebied. Eeuwenoude landerijen
werden door bulldozers geëga
liseerd, zandauto's reden af en
aan. Zuidelijker richting de Dog
gersvaart brachten landmeters het
terrein verder in kaart. En op het
gemeentehuis vergaderden com
missies over huizenbouw, scholen,
een kerk, winkelcentrum, sport
velden en groenvoorzieningen.
Rutger Paludanus
Niet ver van de bouw vandaan lag in
het midden van de geplande woonwijk
een verhevenheid in het land. Het stond
op oude kaarten aangegeven als 'Torp
of 't Dorp, maar ook als 'De Behou
den Torp'. Op de kaart van cartograaf
Christiaan Sgrooten uit 1573 staat een
interessante situatie zoals die honderd
jaar eerder was 1470), namelijk dat
op het Torp een kerk met een toren
stond. Een latere kaart uit 1599 laat op
de oostflank van de heuvel twee huizen
zien, maar op een iets latere uit 1609
is er nog maar één huis over. Na 1650
komt er op geen enkele kaart nog een
huis voor in het gebied en bleef er in
het landschap alleen maar een heuvel
over. Zo'n terpverhoging in het land
werd aangeduid als dorp, torp, wal of
werf (Wieringerwerf) en bood plaats
aan één of een aantal boerderijen.
Slechts een enkeling vermoedde dat er
met die heuvel meer aan de hand kon
zijn. Zo drong de Akmaarder Rutger
Paludanus al in 1776 bij de overheid
aan op een nauwkeurig onderzoek van
de terpheuvel. Paludanus was burge
meester van Alkmaar en historicus. Van
zijn hand kwam de in 1776 te Leiden
gepubliceerde studie: "Oudheids- en
Natuurkundige Verhandelingen,
meestal betrekkelijk tot West Vriesland
of het Noorder Kwartier". De publicatie
bevatte interessante informatie over de
bewoners van het Noorderkwartier, en
over het Torp. Maar Paludanus kreeg
geen gehoor op zijn verzoek om het
Torp te laten onderzoeken. Evenmin als
in de jaren 1950 de historicus J. Belonje
uit Alkmaar en de bioloog - historicus
J. Westenberg uit Den Helder. Zij dron
gen herhaaldelijk maar tevergeefs aan
op een opgraving. Pas nadat de bouw
plannen de heuvel van de kaart dreigde
te verdwijnen kregen Westenberg en
zijn medestanders eindelijk gehoor.
De eerste opgravingen
Ondertussen bouwde de gemeente
verder aan de woonwijk, want huizen
.Ok- 1
Julius
Fragment uit een staftaart van circa 1920, met rechts in het midden de aanduiding:
Het dorp (oude begraafplaatsGeheel rechts het Noord-Hollands kanaal, onder de
Doggersvaart en links de spoorlijn.
4
Bi-'VuS.'I.MkI
I>V,