Een foto van de kinderen van Leo Pinkhof
Jan T. Bremer
De vier kinderen van de Helderse
grafisch kunstenaar Leonard Pink
hof (1898 - 1943) en zijn vrouw
Betsy Koekoek (1905 - 1943) zijn
al bijna driekwart eeuw dood.
Omgebracht, vergast in Sobibor
op dezelfde dag als hun ouders, op
23 juli 1943. Drie dagen voor mijn
elfde verjaardag. Waarom ik niet
en zij wel? Omdat ze Joods waren
en ik niet. Dat is geen antwoord
natuurlijk, maar zo is het wel. Nee,
het is niet uit te leggen. Toen niet
en nu nog niet.
Het oudste meisje Nedivo was gebo
ren op 21 oktober 1928, het jongste
meisje Jiska was van 9 december
1931. De jongens, de tweeling Pinkas
en Menachemja, waren geboren op 19
november 1934. De twee oudere jon
gens op de foto zijn me niet bekend.
Op het uiterlijk afgaande denk ik
dat het twee (Amsterdamse?) nee^es
waren.
Leonard Pinkhof, zoon van een
Amsterdamse huisarts, kreeg in 1922
een aanstelling als tekenleraar aan
de Helderse ambachtsschool. Vijf
jaar later trouwde hij met de uit Den
Haag a&omstige onderwijzeres Betsy
Koekoek. Behalve tekenleraar was
Pinkhof een verdienstelijk grafisch
kunstenaar, die een belangrijke rol
speelde in het culturele leven en de
Joodse gemeenschap van Den Helder.
Hij was oprichter en voorzitter van
de Noorderkunstkring en een bekend
tekenaar (onder andere voor de Hel-
derse Courant) en ook illustrator
(ondermeer van de bekende Egner-
boekjes voor het Dorus Rijkersfonds).
Al in november 1940 moest hij, als
Jood, worden ontslagen als teken
leraar aan de ambachtsschool. Het
gezin verliet de Helderse
Soembastraat no. 7 en ves
tigde zich in Oudesluis.
Pinkhof ging van daaruit
tekenlessen geven in het
nabij gelegen Joodse Werk
kamp Wieringermeer, dat
in 1934 was opgericht om
Joodse vluchtelingen uit
Nazi Duitsland een agra
rische opleiding te geven
voor Palestina.
Toen het werkkamp door de
bezetter werd opgeheven,
verhuisde het gezin (in sep
tember 1941) naar Amster
dam, waar Pinkhof aan een
Joodse school kon lesgeven.
Omdat hij in het bezit was
van zogenaamde 'Palestina
papieren' waarvan gezegd
werd dat ze de kans gaven
op emigratie naar Palestina,
heeft het nog tot juni 1943
geduurd eer het gezin naar
Westerbork werd gestuurd.
Een maand daarna kwam
het einde...
In het midden de meisjes Nedivo (de oudste) en Jiska.
Vooraan de tweeling Pinkas en Menachemja.
Geschiedschrijving, zeggen
ze, is ook altijd gedenken.
Herinneren aan wat de dragers van
de namen op die eindeloze lijsten van
omgekomen matrozen, soldaten, con
centratiekampgevangenen en andere
slachtoffers van het naziregiem is
overkomen. Deze mensen, man
nen, vrouwen en kinderen zijn niet
alleen van hun leven beroofd, maar
dikwijls ook van hun nagedachtenis.
Geen graf, geen grafsteen, geen naam.
Zeker de concentratiekampgevange
nen waren in de ogen van de vernieti
gers geen mensen, maar nummers.
Onze historicus internationale betrek
kingen Beatrice de Graaf, bekend van
de televisie inzake terrorismebestrij
ding, bepleitte onlangs in de NRC
(26 maart 2016) in een column: 'De
namen, blijf vooral de namen noe
men'. Dat heb ik dan maar gedaan.
Een machteloos gebaar? Jawel, maar
toch
19