onzeker is. Hij denkt daarbij aan 'hoogte', Ik heb moeten toegeven dat ze op dat oude eiland Huisduinen, al in een vroeg stadium, met name een kwelder moeten hebben gehad die in de naam Quelderduyn is blijven hangen. Ik meende abusievelijk dat de naam 'kwelder' voor het jaar 1830niet in ons land voorkwam. Dat baseerde ik op het vuistdikke Chronologisch Woordenboek van Nicotine van der Sijs, een van de bekendste taal kundigen van onze tijd. Het eiland Huisduinen had de term kennelijk al van elders overgenomen of zelf uit gevonden, maar dan op een oudere wijze geschreven. Nicotine kon daar natuurlijk geen rekening mee hou den. Dan zou haar naslagwerk nog veel en veel dikker zijn geworden. Het Quelderduyn werd trouwens ook wel Queldering genoemd. Het achtervoegsel 'ing' werd vroeger veel gebruikt, bijvoorbeeld in rommeling in plaats van rommel. Maar als iemand dan de term quel- der verzint, uitgaande van quellen en quel, het doorsijpelen van water door de ondergrond, kortom de bijna voortdurend natte ondergrond, dan lijkt me dat niet de aangewezen plaats om je daar maar eens te vestigen. En er zeker niet met trots een plaatsnaam van te laten maken. Toch komen we de nattigheid herhaaldelijk tegen bij de diverse andere verklaringen voor de naam Den Helder. Men had indertijd allerlei andere woorden ter beschikking om kwel derachtige toestanden aan te geven. Ik denk dan bijvoorbeeld aan schorren, garzen, gorzen en gerzen, groeden en groezen. De term gars werd bij het voormalige eiland Huisduinen veel gebruikt. Men komt er zelfs Coegars tegen, dat later door omdraaiing van twee letters in Koegras is veranderd. Een enkele maal worden de termen gors en gorske gebruikt. Verschillende meningen Uiteraard wil ik nog plaats bieden aan allerlei vroegere benaderingen van de naam Den Helder. De bekendste is natuurlijk 'de deur van de hel', waarbij het gevaarlijke zeegat, het Marsdiep, als de hel werd beschouwd. We vinden deze opvatting al bij Dr. J. de Vries in zijn 'Etymologische Woordenboek. Hij filosofeert nog wat over de betekenis van 'hel' en stelt vast dat die betekenis hoge buitendijkse grond, maar ook aan een met water bedekte ondiepte. Een wat merkwaardige tegenstrijdigheid. Dezelfde soort overweging vinden we bij Jan Pannekeet in zijn boek 'Noord hollandse Plaatsnamen'. Hij oppert zelfs 'hil' als variant op 'hel' en denkt dan aan een vluchtheuvel. Maar komt ook met een op een 'helde' of 'helling' gelegen buurtschap. Hij vervolgt met het Middelnederlandse 'helle' als laag gelegen land. Deze overwegingen lei den niet tot een beslissende uitspraak. Maar de naam Helsdeur verwerpt hij als niet serieus en schikt die onder de naam volksetymologie. Maar dat blijkt eigenlijk ook weer niet juist. Dr. G. Karsten memoreert in zijn Noordhollandse Plaatsnamen de opvattingen van verschillende auteurs. De Buisonjé meent dat het om de tweede naamval meervoud gaat van hel=hul=hil. Karsten ziet hier niets in. De taalgeleerde Van Ginniken meende dat men de term 'hel' moest opvatten als een naam die oorspronkelijk eigen is aan som mige diepe putten, poelen, meerkes en stromen. De oude Friezen zou den deze 'hel' als ingang hebben beschouwd naar de onderwereld. Van Ginniken dacht dat de uitgang 'der' wel een deur zou kunnen bete kenen. Dan ligt natuurlijk de hels- deurvoor dehand. Joh. Winkler onderschreef dit idee. Kennelijk toch een opvatting die men graag omarmde. En van volksetymo logie was er dus bij helsdeur helemaal geen sprake. Het behoorde zelfs tot de gerespecteerde opvattingen. De bekende naamkundige M. Schön- feld verzette zich echter tegen dit idee met de vaststelling dat het toponiem 'hel' altijd de betekenis heeft van laag land, moerasland of poel. Er is naar zijn mening wel een etymologisch verband, in die zin dat ze alle ver want zijn aan het werkwoord 'helen' (verbergen). Hij concludeert dat het bij Den Helder wel zal neerkomen op laagland, moerasland. Huisduinen in 1667 volgens Andries Schoemaker (1660-1735). (Atlas van Schoemaker, Koninklijke Bibliotheek Den Haag) 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2016 | | pagina 22