Met deze stoombarkas vervoerde de Koninklijke Marine de vorstin door de
ondergelopen polder. (Beeldbank Museum Anna Paulowna)
hout, korenschoven, verdronken run
deren, schapen, varkens en pluimvee
en allerlei andere voorwerpen, die
bij ebbe uit den Anna Paulownapol-
der de Zuiderzee opdrijven. Het vee
wordt hier opgevischt en bij de slagers
opgehangen. Het vleesch is nog bruik
baar. Ook komen geheele gezinnen
uit dien ondergeloopen polder hier
een onderkomen zoeken. De aanblik
is hoogst treurig. De meeste vrouwen
en kinderen zijn ziekelijk van koud
en ontbering. Dr. De Goeje verleent
geregeld hulp. De menschen worden
hier van het noodige voorzien".
De Telegraaf, 20 januari: "De Konin
gin in de geteisterde streken. Verge
zeld van haar gewone gevolg, begaf
de Koningin zich hedenmorgen vroeg
(*19 januari) met den trein van 7
uur 55 van het Centraal Station te
Amsterdam naar Alkmaar. Aan den
trein was een salonrijtuig toegevoegd.
Voor het station te Alkmaar stonden
reeds eenige auto's gereed, waarmede
Hare Majesteit zich naar Oudesluis
in den Anna Paulownapolder begaf.
Hier lag een bootje gereed. Met dit
vaartuig werd langs de vaart naar
de Van Ewijksluis gevaren. Het was
helder, koud weder en het zonnetje
deed het donkerblauwe water van
den overstroomden Anna Paulown-
apolder schitteren en flikkeren. Toch
zag die watervlakte er eentonig en
verlaten uit, nog troosteloozer dan
de ondergeloopen polder benoorden
Amsterdam. Rijen boomkruinen
steken hier boven het water uit en
duiden de plaats aan waar eens de
weg was".
"Het water staat hoog en de golven
knabbelen nog steeds aan de dijken.
De spoordijk door het Westdeel van
Anna Paulowna vormt nu een water-
keering, die stuk is. Militairen en
werklieden arbeiden met koortsach-
tigen ijver aan de versterking van de
dijken. Karren vol zandzakken wor
den aangevoerd en de weg is door al
dat transport in een modderpoel her
schapen. De zijkanten van de wegen
vertoonen diepe wagensporen en
menigmaal verdween onze auto tot bij
de assen in de modder. Toen de boot
passeerde, brachten de schildwachten
H.M. het saluut. In gezelschap van
den burgemeester van Anna Pau-
lowna doorkruiste zij den geheelen
polder en onderhield zich met ver
schillende personen. Overal was de
ontvangst eenvoudig en hartelijk".
Geweldig spook
Heldersche Courant, 22 januari: "Gis
teren, Vrijdagmorgen, hingen bij het
Havenkantoor en aan den Windwij
zer de zwarte kegels met de punten
naar beneden, hetgeen voorspelde:
storm uit het Zuidwesten met rechts
draaiende wind d.w.z. dat de wind
zou uitschieten. Toen we hoorden,
dat deze weersgesteldheid voor den
Anna Paulownapolder opnieuw ern
stige gevolgen had gehad, zijn we er
weer heengegaan. Helaas, het was
zoo. Voor Breezand zagen we al uit
den trein wat er was geschied. Het
water stuwde met kracht uit het Wes
telijk deel van den Polder op naar den
Krommen tocht en stroomde voort,
angstig voort naar de Zandvaart, dat
is in Breezand, en vandaar ging het
weer verder naar den hoek van De
Kooi"
"Hier en daar zag je bewoners haastig
de vlucht nemen. Menschen met kof
fers en manden liepen alsof er een
geweldig spook achter hun hielen zat.
O, dat was een aangrijpend, een zeer
droef gezicht, die vrouwen en doch
ters en kinderen, zenuwachtig opge
wonden en huilend en jammerend te
zien loopen als krankzinnigen. Was
alles dan verloren? Zou het zeewater
nog meer vreeselijke dingen bren
gen in deze toch al zoo geteisterde
streek?"
"Maar daar aanstonds aan het Station
moesten we al dadelijk méér ellende
ervaren. Onze trein stond er nauwe
lijks stil of een treurige stoet kwam
over het perron, om weer in de stap
pen. Mannen en vrouwen, - zieke
slachtoffers van de ramp - lui die als
het ware hun verstand hadden ver
loren, die van schrik en ontzetting,
door een beroerte, door een heftigen
zenuwaanval waren getroffen op 't
oogenblik, dat ze het gevaar voor
oogen zagen, werden gesteund, lief-
derlijk gedragen, geholpen door onze
wakkere soldaten, in den spoorwagen
gebracht, om maar vlug te vertrekken
naar familie, vrienden en kennissen".
"In de wachtkamer 1e klas had dr.
Aldershof, die ook al zijn huis aan de
Van Ewijckvaart had moeten verlaten,
zich gevestigd om geneeskundige
hulp te verleenen. Daar stond zijn
gansche apotheek en daar was zijn
8