Door schepen te laten afzinken probeerde men gaten en zwakke plekken in de dijken
te dichten en te versterken. (Beeldbank Museum Anna Paulowna)
Om de Westpolder te beschermen verhoogden militairen uit Den Helder de weg
tussen Kleine Sluis en Van Ewijcksluis. (Beeldbank Museum Anna Paulowna)
ontboden, zakken met zand werden
gevuld en eenige honderden soldaten
aan het werk werden gesteld om de
laagste gedeelten in den weg tussen
Van Ewijcksluis en Kleine Sluis te
verhoogen, om zoodoende den West
polder te sparen. Order werd gegeven
om de verschillende duikers in den
spoordijk te stoppen. En het duurde
niet lang of de manschappen togen
aan het werk"
Nacht vol angst en schrik
"Het spreekt vanzelf, dat het voor
velen een nacht vol angst en schrik
is geweest. Velen zijn huis en hok
ontvlucht met alleen de noodige
kleedingstukken. En in hotel Veer-
burg aan de Kleine Sluis b.v. was het
een intocht van vluchtende vrouwen
en kinderen. Ook verschillende men-
schen trokken in den eersten schrik
reeds verder, niet wetend hoe groot
de ramp zou worden. Verschillende
maatregelen werden getroffen later op
den dag om het vee te redden.
"....De heer J. Blaauboer deelde ons
mee, hoe in Den Helder een 7-tal
tjalkschepen waren aangekocht en
bij eenigszins gunstigen toestand zou
men die in het gat laten zinken, om
zoodoende daarop met zakken zand
te kunnen voortbouwen. Met kar
ren vol werden deze zakken zand in
schepen geladen om ze naar de plaats
van doorbraak te kunnen vervoeren.
En verder wordt steeds alle aandacht
gewijd aan den scheidingsweg tussen
Oost- en Westpolder. 't Was ook de
heer J. Blaauboer die ons meedeelde,
hoe alle mannelijke bewoners van
het Westdeel waren opgeroepen om
aan den arbeid te trekken om dezen
weg te versterken. Een 500 schoppen
waren uit Alkmaar op komst. Trou
wens de militairen, onder leiding van
kapitein Van Es, waren bereids met
dezen arbeid begonnen.
"Uit Wieringerwaard: ..Innig treurig
is zeker wel 't feit, dat twee kinderen
moeten zijn omgekomen. De ouders
waren met hun 5 kinderen aan de Van
Ewijcksluis aangekomen, doch twee
van hen, een van 8 en een van 9 jaar,
zijn ze kwijtgeraakt".
De Telegraaf, 15 januari: "Uit Wie-
ringen meldt men ons d.d. 14 Jan:
Onmiddellijk na het bekend worden
der groote doorbraak van den polder
Anna-Paulowna zijn, onder persoon
lijke leiding van onzen burgemeester
ongeveer 70 onzer visschers met
twintig vaartuigen en zeven vletten
derwaarts vertrokken, ten einde alle
mogelijke hulp te verleenen. De vlet
ten, ieder bemand met vijf personen,
doorkruisen den geheelen polder, om
in de eerste plaats te onderzoeken,
of nog menschen op de boerderijen
zijn achtergebleven en in de tweede
plaats, om zooveel mogelijk vee te
redden. De vaartuigen zijn reeds druk
bezig zakken zand naar de plaats des
onheils te vervoeren en het gat in
den dijk, hetwelk eene lengte heeft
van ongeveer twee honderd meter, te
stoppen".
Infanterieschepjes
"Een 800 soldaten zijn bezig om den
weg van de Kleine Sluis naar de Van
Ewijcksluis te verhoogen; hoewel zij
hun best doen, schieten ze met hun
infanterieschepjes in de klei niet
erg op. Des avonds om zes uur arri
veerde er aan de Breezand wederom
een extra trein met militairen om de
5