weken als verblijfplaats voor hier gestationeerde werklieden hadden gediend, zullen spoedig volgen" Behalve een aantal woonschuiten en tot woonboten omgetimmerde rijn aken zijn er overigens ook een aantal woonketen neergezet te Van Ewijck- sluis en - na het droogkomen van de Oostpolder - "op den akker tusschen den Achterweg (Lotweg) en Oost hoek". ('Schager Courant, 17 juni) Spuien bij Van Ewijcksluis Uiteraard was men van meet af aan op allerlei manieren bezig om althans de Westpolder weer droog te krijgen. Hoewel de kistdam langs de weg naar Van Ewijcksluis nog niet gereed was kwam er geen nieuw vloedwater meer binnen, omdat het weer vrij rustig was. Vanaf 20 februari waren er veel vorst- dagen en nu en dan sneeuw, vooral de 23e-24e februari en in de week van 5-10 maart. Door de oostenwind in deze periode stond het water in de Zuiderzee laag. "Door de lage water getijden der laatste dagen kan er te Van Ewijcksluis voortdurend gespuid worden. Het water in den Westpolder is daardoor steeds zakkend. Vrijdag morgen (3 maart) te 9 uur was het water in de Van Ewijcksvaart zo laag, dat beide watergemalen in werking gebracht konden worden. Dit was in verscheidene dagen niet geschied. Alléén in den Westpolder wordt hier door water verwijderd." ('Helderse Courant, 4 maart). Terugkeer naar de Westpolder Over de terugkeer naar de inmiddels grotendeels drooggevallen Westpol der schreef bewoner Cornelis Schil derman in zijn watersnoodcahier over vrijdag 25 februari: "Het sneeuwen had opgehouden en vriezen deed het ook niet meer. Het water was zoo ver weggezakt dat ons huis weder droog was. Zoodat ik en mijn vrouw eens gingen kijken of we ook wat konden doen. Toen wij daar dan kwamen konden we loopen zoo we wilden en gingen te samen de boel wat opknappen, de bedden schoon maken, de kachel eens opstoken, de vloer wat afschrobben enzovoort. We hebben toen ook weder gezamenlijk een kop thee gedronken; ik had de waterton leeggeschept en schoonge maakt, zoodat als de sneeuw mocht beginnen te ontdooien, wij weder wat regenwater konden vangen. En dat lukte: het zonnetje begon zich te vertoonen, zoodat de sneeuw begon te ontdooien en wij aardig wat water gaarden, want ook dat van vaders huis ging ik opvangen in emmers en tobbens. Zo gingen wij 's avonds weer voldaan over ons werk terug naar Breezand, waar wij ingekwartierd waren". Het duurde nog tot zaterdag 4 maart alvorens de familie Schilderman de definitieve terugtocht naar de Stoom- weg aandurfde. De peilschaal voor de Westpolder wees op 4 maart -0.37 aan. Het land van Schilderman lag op -0.35 N.A.P. Het was dus ook nog maar net aan. "Oppassen blijft echter de boodschap zoolang het groote gat in den zeedijk niet dicht is", aldus luidde het advies van de krant aan degenen die terug wilden keren naar hun woning. En dat advies was uiteraard niet onte recht. Toch gingen de meesten terug, zoodra dat mogelijk was, dat wil zeg gen zodra hun huis weer droog kwam te staan en niet al te erg beschadigd bleek. Het grootste probleem voor de terugkerenden was voldoende drink water voor het vee, "want een ieder die vee had wilde het graag houden", aldus Schilderman. Grote bedrijvigheid Uiteraard heerste er met name te Van Ewijcksluis "eene bijzondere bedrij vigheid", aldus de 'Helderse Courant' van 7 maart: "Binnen en buiten de Sluis ziet men een groot aantal sche pen: aken voor aanvoer van materi alen, woonschuiten, sleepboten, een zandzuiger, een baggermolen, enz". "Op de kade van de haven en op den zeedijk bergen van rijshout, latten, palen, stroo en planken. Aan die Sluis is het tegenwoordig ook wel bijzon der druk", aldus de verslaggever van de 'Schager Courant' van 23 maart. "Wordt deze in gewone tijden door één sluiswachter bijgehouden, thans zijn er wel vier, twee voor den dag en twee voor den nachtdienst en deze hebben steeds druk werk met het schutten van allerlei vaartuigen als daar zijn: motorbooten, sleepbooten, tjalken en groote aken, vissersschui ten geladen met zandzakken enz". Aan de Kleine Sluis "Alle erven der woningen aan de noordzijde der Molenvaart te Kleine Sluis zijn thans begaanbaar. In ver- De Molenvaart (noordzijde) te Kleine Sluis. (Beeldbank Museum Anna Paulowna) 20

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2015 | | pagina 20