den Poststeeg waaide je vanzelf naar
beneden, waar je in de luwte weer op
verhaal kwam.
Later op den avond, ongeveer 12
uur namen wij eens een kijkje aan
de Buitenhaven. Ook hier stond het
water bijzonder hoog. Van de groote
steigerpalen staken slechts de koppen
boven het water uit. Over de groote
ruimte bij de aanlegplaats van de
Texelsche boot liepen nu kleine golf
jes, af en toe verstuivend in den nog
steeds krachtigen, langzaam naar het
noorden loopende wind.
Ongeveer 2 uur des nachts zou het
weer hoog water zijn en daarom bega
ven wij ons nog eens naar het meest
bedreigde punt, den dijk bij den Wind
wijzer. Was het van 9 tot elf wat kalmer
geweest, na dien tijd schoot den wind
met nieuwe, verwoede vlagen weder
uit. Bij de Langestraat stoof het water
over den dijk, maar verder op, bij de
Wachtstraat liep het er glad over heen.
Golf na golf stuwde het water den dijk
op, aan de binnenkant waarvan het
water, over de thans over de geheele
lengte van het stuk aangebrachte zeilen
als een waterval naar beneden liep.
De Wachtstraat, welke in het oog-
enblik van kalmte zoo goed en
kwaad als het ging geruimd was, liep
opnieuw onder. Tot ver in de straat
stond alles blank. Het eerste zevental
huizen had het zwaar te verduren
door het binnenstroomende water.
Met het oog op mogelijk gevaar achtte
men het gewenscht een in dier hui
zen aanwezige zieke naar een veilige
plaats over te brengen. Verscheidenen
bewoners van de huizen aan den
Bonselaarsweg hadden hunne deuren
gebarricadeerd.
Ongeveer 1 uur kwam er weer een
geweldige windstoot, kort daarop
gevolgd door een vervaarlijke golf.
Het oude gebouw van den Wind
wijzer stond een ogenblik geïsoleerd
door het met geweld over den dijk
stroomende zeewater.
Van het hek om het terrein is niet
veel meer heel, tenminste wat betreft
de voorzijde. Een kaapstander werd
van den dijk opgenomen en midden
op het terrein neergezet. Een tweede
exemplaar ging aan de andere zijde
van het gebouw voorbij.
De bewoners van de Wachtstraat en
omgeving waren echter niet zuinig in
hun kritiek op de getroffen maatrege
len om het overvloeien van het water
te beteugelen. Waarom zoo vroegen
zij, niet een paar honderd militairen
gerequireerd die het betrekkelijk
kleine doch gevaarlijke gedeelte van
den dijk door middel van een aantal
zandzakken hadden kunnen verho
gen? Men wist immers dat des mid
dags reeds het water over den dijk
vloeide en men kon toch verwachten,
Artillerleatraat
ÏTitg. A. J. Ma»#, Helder
Vanuit de Artilleriestraat is het 'Observatorium'goed zichtbaar. Bovendien is de 'Kapitale Heldersche Zeedijk' in onze ogen dan
nog onvoorstelbaar laag. Het overspoelende zeewater stond dan ook regelmatig voor de deuren. Ansichtkaart met poststempel van
24 september 1914.
15