goed dat jaren later de tandarts in
Den Helder zijn ogen haast niet kon
geloven. De behandeling gebeurde
in de open lucht. Naast mij lag een
man op de grond met een knie als een
kokosnoot. Daar werd net het mes in
gezet. Bloed en pus spoten er uit. Niet
direct een opbeurend gezicht.
Zelf kreeg ik nog geelzucht en een
tropische zweer die maar heel lang
zaam genas maar zich gelukkig niet
uitbreidde. De weinige medicijnen
die men nog had werden in principe
bewaard voor de jongens, want de
oude ballen waren toch al opgege
ven. Zij konden ongeveer uitrekenen
wanneer zij aan de beurt waren, want
de leeftijden liepen dagelijks terug
en gaven een goede indicatie van de
levenskansen. Een andere indicatie
was het berri-berri vocht in de benen.
Als dat eenmaal tot je hart gestegen
was dan was het afgelopen.
Sommige mannen die vroeger leraar
waren geweest gaven op hun vakge
bied les aan jongens die dat wilden.
Zo kreeg ik les van Dr. Muller, de
rector van een middelbare school in
Djocja. Hij was getrouwd met Diet
Kramer, de schrijfster van 'Thuis
vaart'. Hij gaf mij wiskunde en mecha
nica. Zijn buurman was Dr. Vrieze,
een advocaat die mij les gaf in talen.
Later in Nederland bleken deze lessen
een uitstekende basis voor mijn ver
dere vorming!
Op een dag vloog er een vliegtuig laag
over ons heen. De verrassing was dat
er op de romp en de vleugels oranje
driehoeken stonden en dat er gewuifd
en gefilmd werd. Die dag overleed er
niemand! Iedereen dacht dat het nu
wel gauw vrede zou worden. Maar
helaas, de dagen er na werd de schade
op de dodenlijst weer snel ingehaald.
Ook Dr. Muller stierf na een kort
ziekbed. Waar hij begraven werd weet
ik niet.
Op zekere dag moest een werkploeg
buiten werken. Voor een spoorweg
overgang moesten zij wachten en toen
kwam er een geblindeerde trein voor
bij. Door een opengebroken raampje
zagen wij het gezicht van een vrouw
uit Moentilan. Wij hoorden dat de
trein naar Banjoe Biroe ging dus toen
hadden wij een redelijk vermoeden
waar onze moeders zaten.
Op een dag in augustus was er iets
vreemds aan de gang. Mijnheer
Vrieze vertelde mij dat er een vre
selijk bombardement had plaats
gevonden waarbij veel doden waren
gevallen. Er zou sprake zijn van een
totaal nieuw wapen! Hiroshima en
Nagasaki zouden totaal vernietigd
zijn. Nou, wij konden er geen traan
Het kleine jongetje in het matrozenpakje
bekroonde zijn marine loopbaan als
kapitein luitenant ter zee.
om laten. Opeens waren de Japanse
schildwachten verdwenen en hoorden
wij buiten geroep en geschreeuw! Het
zou vrede zijn! In minder dan geen
tijd zaten wij boven op het gedek
(bamboe vlechtwerk) en ruilden alles
wat wij aan hadden met Javanen tegen
fruit en etenswaar, dat al zittende op
het gedek werd opgegeten. Daarna
holden wij naar ons koffertje om
nog meer kledingstukken te ruilen
tegen eten. Wij aten ons een slag in
de rondte. Velen kregen buikpijn en
diarree of moesten overgeven. Het
schijnt zelfs dat er een paar mannen
zijn overleden. Een opslagplaats van
koffers van overledenen werd al gauw
door ons geplunderd en omgezet in
eten.
Soms zat ik alleen in mijn onderbroek
op het prikkeldraad. Die avond ruilde
ik tegen wat spulletjes een kip, een fles
olie en fruit. Die zelfde nacht werd de
kip geslacht en geplukt en boven een
vuurtje gebakken. Voor het eerst in
mijn leven!.
Wij mochten het kamp niet uit omdat
er toen al wat problemen waren met
vooral jongelui, die leefden met het
idee van een zelfstandig Indonesië, en
hun dapperheid wilden bewijzen via
aanvallen op vrouwen en kinderen.
Een erfenis van de Jappen die door
ons niet begrepen werd.
Ondanks alles gingen wij er de vol
gende dag met en man of zes vandoor
naar Banjoe Biroe in de hoop onze
moeders te vinden."
9