"Na de treinreis, in een geblindeerde
trein kwamen wij in Ambarawa aan.
Wij werden verwelkomd met geweer
schoten en de kogels floten om ons
heen. Later bleek dat de Koreanen in
opstand waren gekomen. Uiteindelijk
konden wij het kamp in. De leiding
bestond uit eveneens geïnterneerde
N.S.B. leden die een sterk bevoor
rechte behandeling genoten en
natuurlijk ook meer eten kregen! Dat
gold ook voor het keukenpersoneel.
Die waren er duidelijk zichtbaar beter
aan toe dan wij. Je kon meteen zien
wie in de keuken werkte en wie niet!
Ik had toen een jongen onder mijn
hoede en later kwam er nog een
bij. Wij vormden een zogenaamde
congsie. Dat is een clubje waarin je
elkaar helpt en alles samen deelt. Wij
sliepen twee-hoog op houten bedden
met als matras een tikar (gevloch
ten matje). De koffer stond aan het
hoofdeinde en daarin werden onze
schatten bewaard. Dat was wel nodig
want er werd veel gestolen. Als er
iemand gesnaaid werd moest hij door
het kanon! Dat bestond uit twee rijen
mannen (jongens) waar de dief tus
sendoor moest lopen. Iedereen mocht
dan meppen, maar er kwam geen Jap
aan te pas. Ook in dit kamp werd de
ziekenboeg gerund door nonnetjes.
Ook hier deden ze het voortreffelijk.
In de avond gingen wij op strooptocht
en als wij geluk hadden pikten wij
koolstronken. Volgens de verhalen
was de kern heel gezond. Overdag
zochten wij wel slakken om te roos
teren. Ook krokot (een soort wilde
spinazie) was heel populair, maar op
het laatst niet meer te vinden. Ook
hier moest vaak buiten het kamp
gewerkt worden. Soms lukte het om
een kamponghond met veel lieve
woordjes mee te lokken. Zodra we
dan binnen de poort waren verdween
het beest in de keuken waar ze er wel
weg mee wisten! Wij hebben o won
der, ook een keer Rode Kruis pakket
ten gehad. Oorspronkelijk bedoeld
voor een man, moesten wij ze delen
met een man of twintig. Dat werd
natuurlijk theelepeltjes-werk. En alles
precies afgestreken! Natuurlijk gold
dit niet voor de kampleiders. Wij kre
gen ook wel eens een portie Javaanse
tabak. Wij rookten niet dus werd alles
geruild tegen eten met verslaafde
stakkers. Hoe langer je wachtte,
hoe meer de tabak waard werd! Als
vloeitjes werden blaadjes uit de Bijbel
(dundruk) gebruikt.
Op een gegeven moment moesten wij
verhuizen naar een ander deel van de
barak. Daar lagen we drie-hoog op
massieve houten stellages. Niet zo gek
maar 's nachts werd je weggedragen
door de tjaplaks (wandluizen). Als je
die dood drukte kwam er een rottige
amandelgeur op je af. Maar als je het
niet deed zogen ze je bloed op!. De
enige oplossing was buiten de barak
in het gras liggen. Alleen had je daar
weer ander ongedierte.
In het kamp zaten ongeveer 1200
oude 'ballen' van 30 jaar en ouder en
ongeveer 600 jongens. Omdat ieder
een precies evenveel te eten kreeg
waren de jongens naar verhouding
veel beter af.De oudjes hadden dan
ook het meeste last van berri-berri
en ander kwalen. Het merkwaardige
geval deed zich voor dat enkele sui
kerpatiënten door het kampdieet juist
van hun kwaal af raakten.
Midden in het kamp hing een school
bord waarop elke dag de namen en
de leeftijd van de overledenen werden
genoteerd. Soms een of twee maar
ook wel eens twintig! Dat was ook
afoankelijk van de geruchten die de
ronde deden. Bij en goed gerucht
waren er bijna geen doden, maar als
het nieuwtje er af was dan werd de
schade ruimschoots ingehaald. Zo
vielen er in zes maanden tijd ruim
zeshonderd doden, voornamelijk
boven de dertig. De doden werden
weggedragen in omhulsels van platge
slagen bamboe. Een zee onfris karwij
voor de sjouwers. Gelukkig waren er
maar weinig jongens bij de doden.
De ziekenverzorgers deden wat ze
konden, maar door gebrek aan medi
cijnen kwamen veel mensen om die
anders gered hadden kunnen worden.
Op ene kwade dag kreeg ik vreselijke
kiespijn. Er was inderdaad een tand
arts zonder de bekende martelwerk
tuigen. Ik moest op een gammele keu
kenstoel gaan zitten en hij bekeek de
rotte kies. Gelukkig hoefde die er niet
uit. Met een figuurzaagboortje werd
het gat uitgeboord, schoon gespoeld
met water en vervolgens werd met
een hamertje en een spijker een stukje
theelood in het gat getikt! Het zat zo
Jaap met zijn ouders tijdens een vakantie
in Sarangan (Oost Java)
8