week is weer voorbij. Je gaat nog vrij
wel elk weekend naar je ouderlijk huis,
het eerste jaar met de trein, met een
'vrijvervoertje! Op vrijdagmiddag is
het langs de Zuidstraat dan ook altijd
één grote geüniformeerde optocht op
weg naar het station, ietwat benijdend
gadegeslagen door achterblijvers die de
wacht hebben...
We leven wel gescheiden aan boord,
manschappen, onderofficieren en offi
cieren, met allemaal een eigen verblijf,
resp. voor, midden en achter in het
schip. Dat maakt wel dat je niet ieder
een aan boord ook echt kent; je loopt
wacht, neemt baksgewijs af, en je
probeert daarbij namen en gezichten
zo goed mogelijk te onthouden. In het
begin kijk ik mateloos op tegen ieder
een die al langer in dienst is en zoveel
meer lijkt te weten. Op NAVGIS
is die indeling in rangen en standen
ook, maar daar 'werk' je met elkaar,
alleen het koffiedrinken en de maaltij-
wordt in de hand gehouden en wél
opgegeten. Onbegrijpelijk als je, zoals
ik, bent opgevoed met nasi goreng.
Parade
's Winters is er de Assautweek, het grote
feest op het KIM, maar ook met allerlei
feesten daar omheen aan boord van
schepen en instellingen. Spannende
tijden, worden we uitgenodigd? Kap
pers, bloemisten, kleding- en stoffen
zaken hebben het druk. In het gebouw
van de oude Marine Officiersclub aan
de Hoofdgracht wordt het dansen op
de bovenverdieping gevaarlijk, de vloer
gaat mee op en neer! De Oranjebitter
na de parade op Koninginnedag kan
minder kwaad. Naar de club lopen na
de parade is een zegen voor je stijve
knieën, lang stilstaan, zo blijkt 't, is een
kunst. Omdat we ook zo weinig oefe
ning hebben in het marcheren, en dat
eigenlijk alleen met Koninginnedag
doen, is het zenuwslopend om een keer
met onderling cultuurverschillen, in
één stad met vermoedelijk óók weer
allemaal eigen werelden, als midden
stand, visserij, onderwijs, gemeente
werk. Nu, vanuit wat meer historische
belangstelling, terugkijkend over een
halve eeuw, nog steeds woonachtig in
de kop van Noord Holland, besef ik
dat de stad Den Helder, hoe opper
vlakkig ik er ook in de beginjaren
heb geleefd, met al die facetten nog
steeds al m'n sympathie heeft. En hoe
graag ik er ben. Herinneringen aan
bepaalde plekken en belevenissen
komen bij elk bezoek weer terug.
Vanaf m'n 18e is m'n bestaan met
deze stad verbonden, samen met alle
herinneringen aan dat oude ram-
schip 'Schorpioen'. In 1971 werd ze
Den Helder uitgesleept, op weg naar
een roemloos einde. Met tranen in
de ogen en een brok in de keel nage
staard door velen. Dankbaar denk ik
daarom aan alle mensen die zich op
Commandant mevr. Mons ontvangt prins Bernhard in zijn
functie van inspecteur-generaal aan de valreep van
Hr. Ms. Schorpioen (28 april 1970).
De longroom. Voor een PR boekje werden, die middag van de
foto, door een fotograaf allerlei opnamen aan boord gemaakt.
den zijn daar gescheiden. Als ik daar
aan terugdenk ruik ik ook weer abso
lute stank die je op de woensdagen
bij de poort al tegemoet kwam van
achter uit de oude vochtige bunkers:
de geur van het bakken van ikan teri
('gebakken guppies') voorbode van de
'blauwe hap', de wekelijkse rijsttafel!
Niet iedereen waardeert die blauwe
hap, we zien hoe menig bord eten bij
de klasjes matrozen zó in de ton ver
dwijnt, alleen de bijbehorende banaan
een groep marva's aan te moeten voe
ren. Zielsblij ben ik met een helpende
opmerking van een toegeschoten ser
geant van de mariniers: "mevrouw, als
u nu eens aan de andere kant van het
peloton gaat lopen.
Vertrouwd grijs
Navgis, Erfprins, de Mijnendienst, de
Onderzeedienst, het KIM, de Rijks
werf, het zijn in die tijd zeker, binnen
de marine allemaal eigen werelden
tijd haar lot hebben aangetrokken en
met oneindig veel inspanning hebben
gezorgd dat zij weer in Den Helder
is. Onder die prachtige oorlogskleu
ren van de huidige indrukwekkende
Schorpioen heb ik nog steeds het ver
trouwde grijs in mijn geheugen, maar
juist die combinatie is voor mij zo
speciaal, en voor velen met mij!.
*adspirant reserve officieren
5