kon je daar figuren mee branden in
een stuk hout. Ook maakten we fluit
jes van rietbladeren, enz.
School was prettig en gemoedelijk.
We hadden ook handwerken (zie je
nergens meer) en gymnastiek. Enig!
Maar het eind van de week was het
hoogtepunt, dan las juf of meester het
laatste half uur voor. Jawel, zaterdags
van half twaalf tot twaalf uur, want
ook op zaterdag was er school.
Bijna alle kinderen kwamen lopend
naar School 1, soms van kilometers
ver, boerenkinderen op klompen.
Die moesten ze op school uittrekken,
Gouden jaren
dus zaten ze vaak met koude voeten
in de klas. Ikzelf liep ook dagelijks
naar school, vanaf de Blauwe Keet
aan de Rijksweg via de Schoolweg,
die toentertijd niet meer was dan een
grindpad, op een paardenpaadje van
klinkers na. Kinderfietsen waren er
niet, hoogstens oude karretjes, zonder
zadel, want daar konden de kinde
ren toch niet op zitten omdat ze er
te klein voor waren. Soms waren er
blokken op de trappers gemonteerd,
dat scheelde weer een paar centime
ter.
Als ik het met de tijd van nu verge-
lijk, hadden we het heel sober. Maar
iedereen hielp elkaar, bijvoorbeeld
bij zwaar werk op het land. Nu heb
je daar een loonwerker of specialist
voor. Die komt en die gaat.
Eigenlijk zou ik wensen dat de jeugd
van nu eens een week in die tijd zou
moeten leven. Niet om te plagen,
maar om ze te tonen in wat voor een
luxe ze tegenwoordig leven, met alle
apparaten en merkspullen. Zodat ze
alles weer zouden kunnen waarderen
en tevredener zouden zijn. Hoewel
Ik zou niet met de jeugd van nu
willen ruilen!
Bevrijdingsfeest Julianadorp in 1961. Elly en Ineke Zon verkleed als paard
met Annemarie Zon als zigeunerin voor de garage van A. Romar op het
Loopuitpark.
21
Dat we vandaag de dag in weelde leven,
blijkt maar weer eens uit de brief die
89-jarige Annie Zon-Smit uit Julianadorp
naar de redactie stuurde. Levendig
vertelt ze over haar jeugd en schooltijd
in het Koegras, eind jaren twintig en de
jaren dertig van de vorige eeuw. Merk
kleding had je toen niet, vakantie bete
kende logeren bij oom en tante en op
zaterdag ging je nog naar school.
Mevrouw Zon-Smit wil met haar brief
zeker niet beweren dat vroeger alles
beter was. Vroeger was wel anders,
gezellig en je deed meer samen. Spul-
len hadden ook meer waarde. Zo ging
speelgoed generaties lang mee.
Mevrouw Zon legt een verband met
het leven van toen met dat van nu.
Hetzelfde maar dan uitgebreider doet
de econoom en journalist Annegreet
van Bergen dat in haar bestseller Gou
den jaren. Hoe ons dagelijks leven in een
halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd.
Van Bergen laat overtuigend zien dat
Nederland in een halve eeuw tijd echt
rijk is geworden, dat het leven van
de huidige vijftigers en zestigers niet
te vergelijken valt met dat van hun
ouders en grootouders, de generaties
die de oorlog nog meemaakten.
Door al het onheil dat bijvoorbeeld
economen ons vandaag de dag
voorhouden, dreigen we het zicht te
verliezen op de rijkdom waarin we
anno 2015 leven, stelt Van Bergen. Ze
toont dit niet alleen aan met verhalen
van generatiegenoten, maar ook met
cijfers. Zo nam het inkomen per hoofd
van de bevolking tussen 1948 en van
daag de dag met 400 procent toe. Van
Bergen: 'Dat is meer dan het dubbele
van de groei in de vermaarde Gouden
Eeuw en een volstrekt unicum in de
economische geschiedenis.'
In de Gouden jaren passeert een veel
heid aan onderwerpen de revue,
waaronder de eerste levensbehoef
ten, opleiding, opvoeding, mobiliteit,
gezondheid en comfort.
Van Bergens oma stierf in 1959 op zes
tigjarige leeftijd. 'Zij zou haar ogen niet
hebben geloofd als zij toen had kunnen
zien hoe wij tegenwoordig leven. De
goed gevulde koelkast, de e-bike, het
dubbele glas in de geïsoleerde huizen,
de wegwerpluiers, allemaal dingen die
wij nu min of meer normaal vinden,
maar die dat in haar tijd niet waren.'
De Gouden Jaren, 350 p met vele
foto's,19,99 euro, uitgeverij Atlas Contact,
isbn 978 90 450 2354 0. Zie ook anne-
greetvanbergen.nl en atlascontact.nl.