op open terrein. Belangrijk voor het moreel. De tactiek van de Belgische troepen om 'te voet' met lans en geweer en met beperkt machinegeschut de vij and tegemoet te treden, bleek onver wachts heel succesvol 150 Duitsers sneuvelden, 600 soldaten raakten gewond en 200 werden gevangen genomen. Bovendien kwam de vijand tot de pijnlijke ontdekking dat het inzet ten van paarden bij aanvallen aan het front was achterhaald. De Slag bij Halen is dan ook de geschiedenis ingegaan als de laatste cavalerie-aan- val in de West-Europese oorlogsvoe ring. Meer dan 400 paarden sneuvel den. Ze werden ter plaatse begraven. Toch was de weerstand die het regi ment van De Wilde kon bieden, slechts van korte duur. Uit de richting Luik naderde een eindeloze stroom Duitse kolonnes. Tegen zo'n over macht viel niet op te boksen, zodat het 4e linieregiment zich op 18 augus tus terugtrok. Al snel daarna namen Duitse troepen Leuven, Brussel en Namen in. Nadat ook Antwerpen op 8 oktober ondanks veel tegenstand was gevallen, kwam er een eindeloze stroom vluchtelingen uit West-Vlaan- deren op gang. Zo'n 40.000 soldaten, bijna een derde van het totaal, sloten zich daar bij aan. Onder hen bevond zich ook Théophiel de Wilde. 'Heel Belgenland leek zich richting Neder landse grens te strompelen', schreef een journalist. Gruweldaden Waarom liet De Wilde zijn vaderland in de steek? Had hij de strijd al opge geven? Was hij psychisch uitgeput? Vreesde hij de gruweldaden van de Duitsers? Was hij bang krijgsgevan gen te worden genomen. Of wilde hij zich via een omweg langs het Ver enigd Koninkrijk bij zijn legeronder deel aansluiten, zoals 7000 Belgische militairen lukte? We weten het niet, dus het blijft gissen. Terwijl het 4e linieregiment zich terug trok tot achter de IJzer, in de zuidwest hoek van België, vluchtte De Wilde noordwaarts. Bij Assenede, zijn woon plaats, lag de grens. Hij bereikte zijn doel nog net op tijd, want op 1 novem ber werd de grens naar Nederland gesloten. Het jaar daarop brachten de Duitsers er een elektrische draad versperring aan om terugkeer van gevluchte militairen te voorkomen Koningin Wilhelmina had in de Troonrede op 15 september gezegd dat alle vluchtelingen met open armen zouden worden ontvangen. Dus ook de militairen. Volgens internationale afspraken werden ze ontwapend en geïnterneerd. Het ging in totaal om 407 officieren en 33.064 soldaten. Het merendeel werd onder gebracht in kampen in Zeist en Har derwijk. Die groeiden uit tot kleine steden met scholen, kerken, winkels, postkantoren, enz. De Belgische legerleiding beschouwde de vertrokken militairen niet als vluchtelingen, maar als deserteurs. Er was geen order tot vertrek gegeven. De gevluchte soldaten vonden deze kritiek onterecht. Zij waren zonder bevelen aan hun lot overgelaten. Zij hadden geen andere keuze dan het krijgsgevangenschap of vluchten via Nederland. De houding van het militaire gezag leidde na de oorlog tot een financiële achterstelling van de geïnterneerden. Soldaten die zich aansloten bij de stroom vluchtelingen, werden door de legerleiding als lafaards beschouwd. De Slag bij Halen eindigde ook in een slachtpartij van paarden. 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2015 | | pagina 13