Een Helderse jongen wordt geëvacueerd Jack Ambriola 10 mei 1940. Duitsland lapt Neer- lands wankele neutraliteit aan zijn dreunende soldatenlaars en over schrijdt bliksemsnel onze land-, zee- en luchtgrens. Nederland is in oorlog. En ofschoon er op sommige plekken nog dapper weerstand wordt gebo den - de Grebbelinie - de Afsluit dijk -, is het snel een verloren zaak. Nederland capituleert op 14 mei 1940. Het is het begin van vijf don kere jaren. Al snel wordt duidelijk dat ook Den Helder niet gespaard wordt. Op 14 mei vindt direct een bombarde ment plaats. Er vallen 26 dodelijke slachtoffers en 11 ingezetenen wor den ernstig gewond. Er zullen nog vele zware luchtaanvallen volgen. Berucht is het "raadselachtige" bombardement van 25 op 26 juni 1940. Raadselachtig, want waren het Duitse stuka's of Engelse spitfires? Mededelingen van ooggetuigen lij ken elkaar tegen te spreken. Hoe het ook zij, angst voor meer bombardementen zat er bij de Helderse bevolking danig in. Den Helder was niet veilig meer en velen besloten de stad te verlaten en von den tijdelijk, maar soms ook tot het einde van de oorlog, onderdak in dorpen en buurten op het platteland van Noord Holland. Ook mijn ouders besloten dat op de Steengracht blijven geen optie was. Wij vonden voorlopig onderdak bij een tante en oom van mijn moeder op een boerderij aan de Midden- vliet. De Mariahoeve, hij staat er nog steeds. Tante Cathrien en oom Willem hadden voor ons en mijn grootouders wel wat ruimte. Ik kan mij van het verblijf op de boerderij nog vaag iets herinneren. Mijn broer en ik kregen een klein slaapkamertje en omdat ik de jongste was, moest ik eerder naar bed dan broer Ton. Tante Cathrien stopte mij onder de dekens, maar voor ik ging slapen had ik nog een vraag aan tante. Er hing in de slaapkamer een beeldje van de gekruisigde Jezus. Tante en oom wa ren katholiek. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik vroeg: "Wie is dat"? Tante zag af van een lange theologi sche uitleg en zei kortaf: "Dat?, dat is ome Willem". Waarop ik nog vroeg: "Hoe is hij daar dan ingeklimd"? Op de Middenvliet bleven we niet lang. We zijn nog even teruggeweest naar Den Helder. Maar al gauw vertrokken we naar een volgend evacuatieadres: Broek op Langedijk. Dorpsstraat 112, een piepklein huis je, eigendom van de Gereformeerde kerk die, gescheiden door een sloot, schuin tegenover ons lag. Ik her inner me nog dat we naar Broek vertrokken in het najaar van 1940. Het vroor al danig en ik zat huilend van de kou op een kale tafel in het kleine huisje. Er waren nog meer Helderse inwoners in Broek terecht gekomen, onder andere loodsschip- per Jan Runnenburg met zijn gezin. Hun zoon Jan en mijn broer Ton zijn daar dikke vrienden geworden en bleven dat tot het overlijden van Ton. Ikzelf speelde met jongens van mijn leeftijd, Gertje Balder, Seif- fie de Boer en Jarig de Haan. Wij woonden zoals gezegd bij een sloot en daar lag altijd aan een steigertje een koolbootje van overbuurman Balder. Uiteraard een object voor ons om daarin te spelen ondanks de vele waarschuwingen. "Denk erom dat je niet te water valt, want dan neemt Haantje Pik je mee naar de diepte". Het is natuurlijk toch wel een keer gebeurd. Bij het uitstap pen doggelde de boot zo vervaarlijk dat ik aan de waterzijde overboord viel. Nog zie ik het groene slootwa ter voor mijn ogen, maar een forse helpende hand van een opgescho ten buurjongen - ik ben zijn naam helaas vergeten - hielp me eruit. Drogisterij Plaatsman in de Sluisdijkstraat getroffen door het bombardement van 29 en 30 oktober 1940, niet ver van de Steengracht. Op de achtergrond is de schoorsteen van de gasfabriek nog net te zien. i^vvxvwi v\vvvw\Y. Cv v\v\ \yV AV\\\V\V\! .VWWVWSJ 8

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2015 | | pagina 8