m gestreepte camouflagekleuren do mineerde de toren weer over de dijk en de zee. De vijf oorlogsjaren was de vuurtoren buiten werking. In mei 1940 werd het kostbare mechanisme in opdracht van de Nederlandse rege ring vernietigd. De Duitsers hebben geprobeerd Lange Jaap weer bran dend te krijgen, het is hen niet gelukt. Tijdens de oorlog gebruikten zij de toren met een vaste lamp die gericht stond op de zeezijde, dat brandde alleen als daar voor hen aanleiding voor was. Half juli 1945 maakte de technische dienst van de Rijkskust- verlichting het mogelijk dat de vuur toren weer draaide, met een totale lichtsterkte van ongeveer een miljoen kaarsen, tegen vroeger negen mil joen. Dat was een voorlopige nood verlichting die in staat was de noor delijke Haaksgronden te bereiken, wat voor de scheepvaart van groot belang was. Dit noodlicht werd op een vliering van een gebouw bewaard en voor het oog van de Duitsers ver borgen gehouden. Het karakter van het licht was vrijwel behouden met (toen der tijd) twee lichtbundels die elkaar met regelmatige tussenpozen opvolg den. Het wachten was op de aanvoer van het buitenlandse glas werk dat uit Frankrijk moest komen om de vuurtoren weer haar oorspronkelijke lichtsterkte te kun nen geven. In juli 1946 werkten nog niet alle kustlichten. De vuurtorens op de Waddeneilanden wel, behalve het licht van Eierland op Texel. Deze belangrijke toren liep tijdens de Rus senopstand veel schade op. Met de herstelwerkzaamheden werd in de zomer van 1946 begonnen. Ook Egmond, IJmuiden, Scheveningen en Hoek van Holland werkten weer normaal. Twee jaar lang na de be- vrijding hield de vuurtoren haar camouflagekleuren voordat de toren weer helder rood werd geschilderd. In juli 1947 was het karwei geklaard. Eindelijk was het vale grijs met de fletse strepen, die op last van het Oberkommando der Wehrmacht waren aangebracht, weg geschilderd. Nadat in 1949 een nieuwe lichtinstal latie de noodverlichting had vervan gen draaide de wiekende lichtstralen tijdens het donker weer fel over Nieu- wediep en waren de lichtbalken tot ver op zee steun voor de scheepvaart. Lichtschepen Een jaar na de oorlog was het enige lichtschip dat voor de Nederlandse kust dienst deed de vroegere Maas, dat onder de naam Goeree ongeveer 17 mijl ten zuidwesten van de Nieuwe Waterweg lag. Lichtschip No. 6 (de Haaks) dat gedurende vele jaren de zeelieden voor de gevaarlijke Haaks- gronden heeft gewaarschuwd, werd door de Duitsers meegenomen, zij De in 1939 voor de Royal Navy gebouwde Barnehurst werd van oktober 1946 tot november 1954 aan het Loodswezen uitgeleend als betonningsvaartuig. hebben het in de Duitse wateren gebruikt. Na de capitulatie werd het schip niet teruggevonden, evenmin als het reservelichtschip No. 5, dat ook naar Duitsland was weggevoerd. Voorjaar 1947 werd het lichtschip No. 7 op de plaats van de Haaks gelegd, even ten noordwesten van de ingang van het Molengat. Tot die tijd fun geerde een boei als vervanger voor De oude Engelse boei op de rotonde Jan Verfailleweg - Marsdiepstraat. het lichtschip. Dat was een belangrijke plek op de vaarroute boven de Wad deneilanden. Het lichtschip No. 7 was de oude Noord-Hinder die evenals de andere lichtschepen indertijd door de Duitsers werd geroofd, zij hebben het als lichtschip dienst laten doen in de Oostzee. Dit schip heeft enkele jaren op het punt ten westen van Texel dienst gedaan, oktober 1952 werd zij afgelost door een nieuw lichtschip met de naam Texel, het op de Rijkswerf gebouwde licht schip No. 10. Er lagen toen vier lichtschepen voor de Nederlandse kust: Terschel- lingerbank, Texel, Goeree en de Noord-Hinder die weer op haar oorspronke lijke positie lag. Lichtschip Texel was tijdens helder weer vanaf de Helderse dijk goed zichtbaar en te herkennen aan een telkens pinkelend lichtje. Het schip heeft van 1952 tot 1992 dienst gedaan op 18 mijl uit de kust weste lijk van het eiland Texel, als markering voor de splitsing van de vaarroute naar Duitsland en naar het noorden. Bronnen: Jaargangen Weekblad van Helder en Nieuwediep. Jaargangen Helderse Courant. Den Helder in de Tweede Wereldoor log, Rens Schendelaar (2004). j. - 53

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2015 | | pagina 53