eens meer mocht komen. Er werd echter korting gegeven, dat dan weer wel. Moeilijke tijd Veel leden haakten af. Zij waren ge- evacueerd en hadden hun boot el ders ondergebracht, of hun vaartuig was door de Duitsers gevorderd zoals het geval was bij M.G.van Zoelen. De Duitse bezetter verordonneerde in 1941 ook dat alle zeewaardige sche pen boven de lijn Schagen moesten worden verwijderd. Quirinus Lange- rak, die met zijn boot naar Wierin- gen was geëvacueerd, schreef hierop aan het bestuur dat hij van zijn schip brandhout had gemaakt, daar hij de kosten van het snelle gedwongen verplaatsen naar Schagen niet kon opbrengen. Verder ontving het bestuur in 1941 een schrijven van de Kusten Uberwachungsstelle Niederlande, "Verordnung des Reichskommissar no.100", waarin gevraagd werd om opgave van het aantal zeilboten in clusief de grootte van hun tuigage en het aantal motorboten met de hoeveelheid aanwezige pk's. Na enige discussie pleegde het bestuur lijdzaam verzet. Zij deelde aan het Duitse gezag mede, dat de leden door evacuatie, met hun schepen al lemaal uit de jachthaven waren weg gegaan en dat men geen idee had waar ze allemaal gebleven waren. Bovendien was de jachthaven door de autoriteiten in beslag genomen. "Waardoor de door u verlangde gege vens niet verstrekt kunnen worden", zo schreef secretaris Cornelis Ver meulen. Het bestuur deed erg zijn best om de vereniging voort te laten bestaan. Hoewel zoals gezegd veel leden hadden afgehaakt bleef er gelukkig toch een vaste hechte kern over die lid bleven en ook hun lidmaatschap betaalden. Als herinnering hieraan hangt er een koperen plaquette in het clubhuis met de namen van 28 trouwe leden die na afloop van de oorlog als kernlid werden aange duid. Zij kregen voorrang bij het toewijzen van een ligplaats. Hoewel veel leden hun boot hadden weggedaan of veilig opgeborgen, gingen andere leden toch gewoon door met zeilen. Op veel plaatsen was het verboden om watersport te bedrijven, maar op het Alkmaarder- meer was het wel toegestaan. Hier voeren o.a Frans Trap, Jan Noot en Henk Roovers (van de stomerij in de Ambonstraat) met hun zeilboten rond. Het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond schreef tij dens de oorlogsjaren tot 1944 ook gewoon elk jaar voor diverse nog toegankelijke meren in het land zeilwedstrijden uit. Andere leden zoals H.A. Jaarsma met zijn zeilsloep "Folkert", gingen naar Loosdrecht of elders. In een schrijven aan de heer Gravemaker in mei 1944, merkte Jaarsma echter op dat de mensen in het Gooi heel anders waren dan de Jutters, "Hier is iedereen stijf en zijn bang hun mond open te doen. Het lijken wel mum mies." Ten slotte schreef hij: "Ik ben wel bang dat ze mijn boot vorderen. Er gaan heel wat boten hier weg naar Duitsland" Coen Bot opgepakt Op 1 april 1943 werd voorzitter Coen Bot door de Gestapo opgepakt en verdween in het zogenaamde "Oranjehotel" te Scheveningen. Hij werd er van beschuldigd dat hij o.a. de ligging der mijnenvelden aan de Engelsen had doorgegeven. Volgens de Duitsers had hij dat gedaan via burgemeester Ritmeester. Deze was ook door de Duitsers gearresteerd en zat eveneens in het "Oranjeho tel" vast. Maandenlang zat Coen Bot eenzaam in een cel. Zijn vrouw schreef op 21 augustus 1943 aan secretaris Vermeulen: "Ik heb de eerste brief van mijn man ontvangen en heb hem 12 augustus zelf bezocht. Mijn man zag er slecht uit, zeer ma ger en bleek en was erg zenuwachtig. Hij was toen ook sinds 1 april voor het eerst buiten en zit nog steeds al leen, geen lectuur, niets; daar zou het sterkste mensch niet tegen kun nen. Veel wordt er voor hem gedaan, maar tot nu toe geen resultaat" De beschuldiging was wel waar, be kende Coen Bot tien jaar later in zijn boek "Als de Noordwester woedt". Maar de Duitsers konden het niet be wijzen en eind september 1943 werd hij vrij gelaten. Ritmeester echter werd naar concentratiekamp Sachsen- Alkmaardermeer 1943, de 16 M2 'Skua' van Jan Noot en het vogeljachtje 'Greet' van Henk Roovers. 41

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2015 | | pagina 41