een van haar vingers droeg mijn
moeder een ring, die mijn vader bij
de geboorte van hun zoon had laten
maken. In die ring zat een gouden
vij^e verwerkt, voorzien van een af
beelding van koningin Wilhelmina.
'Mijn moeder was zo bang dat die
vrouw haar om deze reden zou aan
geven, dat ze met ons het huis ont
vluchtte en we de nacht doorbrach
ten bij vrienden. Gelukkig is er niets
gebeurd. Sinds de dood van mijn
moeder in 2000 draag ik die ring.
De afteelding van koningin Wilhel-
mina is vrijwel geheel afgesleten.
ze eens in de zoveel tijd bij elkaar
voor het 'Helders Kwartiertje', zoals
dat werd genoemd. Daar werden
de ervaringen gedeeld en de laatste
nieuwtjes uitgewisseld.
'Annie Scheltinga en Jenny Dijkstra
uit Wolvega waren mijn vriendinnen,
kinderen uit mijn klas. Met hen speel
de ik en door hen leerde ik het leven
op de boerderij en in de slachterij
kennen. Ik heb daar leren schaatsen,
achter een stoel. En polsstokspringen!
'Er liepen veel Duitsers rond in
Wolvega. Op een keer bood een
van hen mij een ijsje aan. Ik dacht
onmiddellijk aan wat mijn moeder
me had ingeprent en ik zei: 'Ik mag
nooit iets aannemen van een mof.'
Toen ben ik hard weggerend. Ik
Noodslachting
'Het laatste hal^aar waren we af
hankelijk van de gaarkeuken. Er
was toen weinig eten verkrijgbaar.
Gelukkig hebben we nooit echt
honger geleden. Af en toe kondigde
dorpsomroeper Berend aan dat er
een noodslachting was. Dan kon je
vlees krijgen. In een rij wachtten we
onze beurt af.
'Mijn moeder werkte soms bij boe
ren. Ze kreeg een keer een zakje
tarwe mee. Die nam ze mee achter
op haar fiets. Bij thuiskomst bleek er
een gat in de zak te zitten. Daardoor
was ze een groot deel van de inhoud
verloren. Toen heb ik haar echt zien
huilen. Gewoonlijk brachten we
Tini in Wolvega, op schoenen (links) en op klompen.
de tarwe naar de molen, waar het
tot meel werd gemalen. Vervolgens
gingen we naar bakker Kruiper, die
er voor ons brood van bakte.
'Voor melk ging mijn moeder ook
bij de boeren langs. Ze nam me dan
meestal mee, want uit ervaring wist
ze dat ze dan eerder iets los kreeg.
Was het geen melk, dan wel wat om te
eten. Van de melk maakte mijn moe
der zelf boter.
Knikkers
'Ik herinner me nog dat we van klei
bolletjes maakten en die in de bran
dende kachel kieperden. De volgen
de dag waren ze hard gebakken en
kleurden we ze met kleurpotlood.
Zo maakten we onze eigen knikkers.
'Er waren in en rond Wolvega meer
evacuees uit Den Helder. Tegenover
de draftaan Lindenoord kwamen
'Onderweg naar
school kwamen we
langs een bietenfa-
briek. Daar lag een
grote berg bieten-
pulp. We pikten er
wel eens wat. Als je
op bietenpulp bleef
kauwen, werd het
kauwgum. Wij von
den dat wel lekker.
'Maandenlang heb
ben we geen school
gehad, omdat er
geen brandstof was.
Tenslotte kregen we
het verzoek om zelf
hout mee te nemen
voor de kachel op
school. Thuis had
den we een flinke
voorraad hout.
Sergeant-machinist Nieuwenburg schonk de houten
speelgoedlocomotief (links op de foto), die hij voor zijn zoon
Hennie had gemaakt, tijdens de overtocht van prinses Juliana
naar Canada aan haar kinderen. Hij had toen al een voorgevoel
dat hij nooit meer thuis zou komen. (Foto uit boek 'Onze jonge
Koningin thuis')
37