van alle Duitsers. Het vreesde dat
andere westerse landen het voor
beeld van Nederland zouden vol
gen, waardoor de enorme proble
men met huisvesting en voeding in
Duitsland nog groter zouden wor
den. Dat leidde tot een verzachting
van de voorgestelde regeling. Duit
sers die vóór 1940 in ons land waren
gekomen, zich als oprecht vriend
van Nederland hadden gedragen
en aan het Nederlands binnen
lands verzet hadden deelgenomen,
mochten rekenen op een tijdelijke
verblijfsvergunning. Voor joodse
vluchtelingen werd een aparte rege
ling getroffen. De Rijksvreemdelin
gendienst moest in samenwerking
met de plaatselijke politie en de
Politieke Opsporingsdienst (POD)
bekijken of een Duitser voor een
voortgezette verblijfsvergunning
of voor uitwijzing in aanmerking
kwam.
Op 11 september 1946 ging de ope
ratie 'Black Tulip', zoals de uitwij
zing van ongewenste Duitsers werd
genoemd, in Amsterdam van start.
yy-r
Franz Zymni trouwde in 1941 met Jannetje van Willigen.
De Engelse trainer mr. Leavey was ruim
twintig jaar in dienst van HRC. (Foto
archief F.C. Den Helder)
De betrokkenen werden zeer vroeg
van huis gehaald. Ze mochten 50
kilo bagage en 100 gulden meene
men. Het Nederlands Beheersinsti
tuut ontfermde zich over het achter
gebleven huisraad. De ongewenste
Duitsers werden vervoerd naar
enkele kampen bij de Duitse grens
en daar verzameld voor groepsge
wijze uitleiding. Het grootste kamp
was 'Mariënbosch' bij Nijmegen. In
deze kampen ontstonden ook on
houdbare toestanden, wat leidde tot
protesten, onder meer van kardinaal
De Jong. Van de 17.000 Duitsers die
wegens hun 'bruine' verleden voor
uitzetting in aanmerking kwamen,
zijn er uiteindelijk 3691 de grens
overgezet.
Ontvijandingsverklaring
Op basis van zijn goede gedrag
kreeg Zymni een 'ontvijandings-
verklaring', waardoor hij in Neder
land kon blijven. Na anderhalf jaar
mocht hij kamp Vught verlaten.
Zijn vrouw kwam hem ophalen. In
Den Helder bleek er volop begrip te
zijn voor de keuze die hij had moe
ten maken: de Duitse krijgsdienst in
plaats van de kogel. Het werd hem
niet kwalijk genomen. 'Na de oor
log, ook omdat Franz terugkeerde
naar hetgeen hem aan Den Helder
bond, hebben we hem gewoon weer
geaccepteerd', schreef Jutter in de
Helderse Courant.
Zijn liefde voor voetbal was in
Vught alweer ontloken. Hij speelde
met het kampelftal tegen teams
van andere kampen. Terug in Den
Helder tooide hij zich opnieuw met
het rode shirt van HRC alsof er
niets was gebeurd. Hij vierde zijn
comeback in augustus 1947, toen
hij in het eerste elftal de afwezige
Van Dalen mocht vervangen. HRC
won van HMS uit Utrecht met 3-2.
De Heldersche Courant omschreef
Zymni als een 'oude voetbalrot' en
vond het 'toch wel bijzonder dat een
speler op die leeftijd, hij is 38 jaar,
nog zo snel is.' Over zijn verleden
werd met geen woord gerept.
Een vaste plek in het eerste elftal
bleek er voor Zymni niet meer in
te zitten. Maar in het tweede team
toonde hij dezelfde eigenschappen
die hem voor de oorlog kenmerk
ten: 'kien, scherp en uitgekookt',
aldus Brinksma. Rugpijnen noopten
hem echter te stoppen. Acht jaar
later, hij had inmiddels Abraham
gezien, vierde hij zijn rentree in het
veteranenelftal. In 1962 nam hij
deel aan de veteranendag in Bak-
27